Deze updates wil je hebben. Apple heeft macOS 14.3.1 Sonoma, iOS 17.3.1, en iPadOS 17.3.1 uitgebracht om een bug in WebKit op te lossen die sinds half december 2023 tot grote ergernis onder Apple-gebruikers leidde (zie “macOS 14.3 Sonoma Text Display Bug to Be Fixed Soon", 7 februari 2024). De dag na de andere updates heeft Apple Safari 17.3.1 uitgebracht om de bug te verhelpen in macOS 13 Ventura en macOS 12 Monterey.

De bug zorgde ervoor dat woorden of hele regels leken te verdwijnen en weer verschenen, rondsprongen of andere tekst overschreven terwijl je aan het typen was in een app die op WebKit vertrouwde, met name Mail, Notities en Safari, maar ook apps van derden zoals Mimestream en MarsEdit. Het probleem was verontrustend maar vooral cosmetisch - de eigenlijke tekst veranderde niet, hoewel er meldingen waren dat het indienen van een webformulier met gemanipuleerde tekst het kon vergrendelen in een ongewenste staat. Elke actie die ervoor zorgde dat het venster opnieuw werd getekend - vergroten of verkleinen, overschakelen naar een ander venster en weer terug, sluiten of heropenen - zou de aangetaste tekst weer in de juiste staat brengen, in ieder geval tijdelijk. Hoewel de meeste meldingen betrekking hadden op Mac-programma's, werden ook iOS-apps getroffen.

Gebruikers en ontwikkelaars hebben de bug al een tijdje bij Apple gemeld en het probleem is een aantal weken geleden opgelost in de open-source WebKit browser engine. Het is niet duidelijk waarom Apple er zo lang over heeft gedaan om deze updates uit te brengen, maar het bedrijf heeft mogelijk gewacht om te zien of het beveiligingsreparaties kon toevoegen (die zijn er niet) of uitstellen tot de volgende geplande updates. (Een ontwikkelaar vertelde me dat de bug aanwezig was in macOS 14.4 bèta 1, maar werd opgelost in 14.4 bèta 2.)

Apple heeft ook watchOS 10.3.1 vrijgegeven, met alleen algemene "verbeteringen en bugfixes". Aangezien watchOS ook vertrouwt op WebKit, heeft het waarschijnlijk de update ontvangen, maar Apple vond het niet nodig om dat feit te vermelden in de toelichting, aangezien tekstinvoer op de Apple Watch ongebruikelijk is. tvOS heeft schijnbaar geen update ontvangen, waarschijnlijk omdat tekstinvoer daar nog minder gebruikelijk is, hoewel ik verwacht dat Apple de nieuwe WebKit-versie in een toekomstige update zal integreren.

Vorige week vroegen we hoeveel je over zou hebben voor een Apple Vision Pro, op basis van wat je op dit moment weet over zijn mogelijkheden. Het was geen referendum over of de prijs van de Vision Pro al dan niet redelijk is, maar een poging om mensen aan te zetten hun honger naar technologie even opzij te zetten en zich voor te stellen of een Vision Pro een toegevoegde waarde zou hebben.

Om de beslissing in een duidelijke context te plaatsen, gaf ik zes mogelijke antwoorden, variérend tussen de extremen “Ik heb er al een besteld” en “Die ga ik niet kopen”. De overige opties gaven prijsvensters die overeenkomen met bestaande Appleproducten, waarmee respondenten hun vermeende waarde van de Vision Pro kunnen relateren aan apparaten waar ze mee bekend zijn.

Er waren 257 deelnemers aan de enquête, minder dan sommige van onze andere recente enquêtes, wat suggereert dat veel TidBITSlezers zo weinig inzicht hebben in de Vision Pro dat ze niet eens overwogen om een gokje te wagen. Hierbij de resultaten.

De twee meest genoemde antwoorden hadden weinig meer gemeen dan het aantal stemmen. 37% van de deelnemers opperden dat ze tussen de $ 500 en $ 1000 over zouden hebben voor een Vision Pro, waarmee ze aangeven dat de waarde van het apparaat vergelijkbaar is met een instapmodel iPhone, iPad of extern beeldscherm voor een Mac. Dat was ook mijn keuze — ik kan me niet voorstellen dat ik onder normale omstandigheden productiever ben met een Vision Pro, maar hij is wellicht wel handig genoeg op reis om een dergelijk bedrag te rechtvaardigen.

Maar op de hielen van dat eerste antwoord, met 35% van de stemmen, kwam “Die ga ik niet kopen”. Dat zegt me dat veel mensen de Vision Pro beschouwen als een oplossing op zoek naar een probleem. Zes jaar geleden besprak ik de Royole Moon, een “3D mobiele bioscoop” van 800 dollar, en hoewel dat apparaat interessant was om uit te proberen kon ik mij niet voorstellen waarvoor ik het in de praktijk zou gebruiken, en ik was er niet rouwig om dat ik het terug moest sturen (zie “The Dark Side of the Royole Moon,” 25 april 2018). Hoewel de Vision Pro een stuk indrukwekkender is dan de Royole Moon, kan ik me levendig voorstellen dat hij voor veel mensen niet zinvoller is.

De derde en vierde plaats hadden ook ongeveer evenveel stemmen. 13% van de deelnemers gaf aan dat ze de waarde van een Vision Pro vergeleken met een iPhone Pro, iPad Pro, of Mac, met een prijs tussen de $ 1000 en $ 3500. Ik ben me er van bewust dat dat een breed prijsvenster is - ik zou 1200 dollar nog wel op willen brengen, maar 3300 dollar vind ik belachelijk - maar ik heb de indruk dat deze deelnemers de aanschaf van een Vision Pro zeker zouden overwegen als Apple de prijs in de buurt van een MacBook Air zou brengen.

Aan de andere kant van het spectrum waren de 9% respondenten die vonden dat de Vision Pro niet meer waard was dan iets tussen de $ 100 en $ 500, vergelijkbaar met de Apple Watch. Het is natuurlijk mogelijk dat maar weinig mensen deze keuze maakten, net als de 3% die 'minder dan 100 dollar' antwoordden, omdat ze het niet over hun hart kunnen krijgen om de waarde van iets dat overduidelijk een significant technologisch hoogstandje is zo laag in te schatten. Dat moet toch wel meer waard zijn dan $ 500, nietwaar? Of ze zien de Vision Pro als niet veel meer dan een speeltje.

Helemaal onderaan kwamen de zeven of acht personen - ook ongeveer 3% van de stemmen - die al een Vision Pro hadden besteld. Eén van de redenen voor deze enquête was om te onderzoeken hoeveel aandacht voor de Vision Pro TidBITS-lezers verwachten. Met zo weinig lezers die nu al een Vision Pro hebben besteld, denk ik niet dat we vooralsnog veel aandacht hoeven te besteden aan kleine updates van visionOS (we zitten nu op versie 1.0.3). De meeste mensen zijn niet geïnteresseerd in dat soort details. We denken er wel over om te schrijven over hoe het voelt om een Vision Pro te gebruiken, maar ik zal veel van mijn Vision Pro-inhoud beperken tot TidBITS Talk-discussies. Als je bepaalde aspecten van de Vision Pro graag besproken zou zien, laat dat dan weten in de reacties, en als ik het met je eens ben dat dat van een algemeen belang zou zijn zal ik zoeken of ik iemand kan vinden om erover te schrijven.

Jason Kottke zei onlangs dat hij de hele dag naar Pong Wars van Koen van Gilst kon kijken, een op JavaScript gebaseerde kruising tussen Pong and Breakout (ontworpen door Steve Wozniak met hulp van Steve Jobs), die aanvoelt als een hyperactieve 8-bit lavalamp. In Pong Wars heb je twee ballen, Day en Night, die stuiteren volgens de fysica van die games. De Day-bal reist door lichte gebieden en maakt donkere blokken licht, terwijl de Night-bal het omgekeerde doet en lichte blokken donker maakt.

Hoe eenvoudig het ook is, Pong Wars is fascinerend. Ik kon niet voorkomen dat mijn brein voor de underdog ging (“Hup Day!”), me afvragend hoe onevenwichtig de score zou kunnen worden (Night leidde altijd en behaalde even meer dan 800 van de 1024 mogelijke punten), waarbij ik een verhaal toeschreef aan de acties op het scherm (“Kijk uit, hij rukt op aan de onderkant.”), en nadenkend over de vraag of het grotere thema's van goed versus kwaad speelde (of op zijn minst Spy vs. Spy).

Ik nam de opmerking van Kottke voor wat het waard was en liet Pong Wars draaien terwijl ik andere dingen deed en kwam een tijdje later terug om te ontdekken dat de twee ballen opgesloten zaten in een trillende lus (linksonder). Dat leek vreemd, dus heb ik de pagina opnieuw geladen. Het eindresultaat was precies hetzelfde, dus ik sloot de pagina en opende hem opnieuw, waarbij ik een timer startte om te zien hoe lang het zou duren. Na 32 minuten bleef hij inderdaad altijd op dezelfde manier vastlopen.

Ik ging pingen met Koen van Gilst op Mastodon over de noodzaak van een initiële willekeurige start, maar mijn oude vriend Keith Dawson kwam een paar minuten later met wat voorstellen voor oplossingen op de proppen. Omdat Pong Wars open source is en slechts één index.html-bestand op GitHub is, heb ik het lokaal gekopieerd, de wijzigingen van Keith aangebracht en voila! Day en Night zijn gelijkmatiger op elkaar afgestemd in de aangepaste versie van Keith (rechtsboven), en hoewel elke doorloop tot nu toe uiteindelijk in een trillingslus is beland, is het niet langer voorspelbaar wanneer dit zal gebeuren.

Wie zal Pong Wars naar de Vision Pro overzetten, zodat de ballen door je huis kunnen stuiteren? Voor nu zou ik al genoegen nemen met een macOS-schermbeveiliger.

Ieder jaar geeft de Consumer Technology Association een vooruitblik op het komende jaar met een speciale presentatie op CES, de jaarlijkse beurs van de CTA in Las Vegas. Deze presentatie heet “Tech Trends to Watch”. Ik was er dit jaar niet bij, maar ik heb wel de livestream bekeken en daar de verwachtingen voor 2024 uitgehaald. Zoals altijd merk ik daarbij op dat de CTA een non-profitorganisatie is met als doel om de technologische industrie te ondersteunen, dus men heeft wel een doel met de verwachtingen, en die zijn altijd rooskleurig. Zelfs aan slecht nieuws wordt een positieve draai gegeven. Ik voeg er zelf ook wat observaties en meningen aan toe, die ik baseer op mijn jarenlange ervaring met bezoeken aan de CES en over de industrie schrijven.

De presentatie van dit jaar werd gegeven door Brian Comiskey en Jessica Boothe. Brian is Director of Thematic Programs bij CTA en Jessica Director of Research. Ik miste Steve Koenig, meestal een van de twee presentatoren van Tech Trends. (Zie “CES 2022: Een nieuw jaar, nieuwe tech-trends”, 13 januari 2022.) Bij hem kon je altijd vertrouwen op een paar vadergrappen en dergelijke.

De presentatie begon met een wat afwijkend gesprek over de consumentenmarkt voor jongeren. Over het algemeen begint Tech Trends met een paar dia's over de markt in het algemeen voordat men op submarkten ingaat. Generatie Z werd hier gedefinieerd als de leeftijden 11 tot 26 en bestaat daarmee uit 69 miljoen Amerikanen, of ruwweg een kwart van de Amerikaanse bevolking. Niet verrassend is dat zij eerder technologische spullen kopen dan de rest van de bevolking, maar de Apple Vision Pro lag dan wellicht weer wat buiten hun budget. Wereldwijd gezien zit 90% van Generatie Z in de nieuwe markten, maar CTA zei niet of dit goed of slecht is voor de tech-industrie. Je mag aannemen dat het goed is dat een nieuwe generatie met een solide interesse in technologie online komt, maar de vervolgvraag is dan wat deze mensen kunnen uitgeven, en vooral of ze zich het dure, nieuwste van het nieuwste op de CES kunnen permitteren.

Daarna deden de presentatoren een stap terug. Wereldwijd hebben 5,4 miljard mensen toegang tot het internet (inclusief mensen die alleen internet op hun telefoons gebruiken) en verwacht wordt dat daar in 2027 nog een miljard bij gekomen is. Dit is ruwweg 65% van de mensheid nu, en naar verwachting 77% over 3 jaar. Dat lijkt optimistisch, want er was geen uitleg waarom dit toe zou nemen. Tegelijkertijd zou mijn gok geweest zijn dat ongeveer tweederde vandaag de dag online is, en het verraste me dat zo'n 10% in Europa en de VS nog niet online is.

De presentatie richtte zich vervolgens op de "digitale infrastructuur", een van de vele marketingtermen die de vertegenwoordigers van CTA in hun verhaal stopten. Deze omvat de verbindingsmethoden die gebruikt worden om gegevens te versturen en de toepassingen die je daaruit kan halen. Zo'n toepassing kan alles zijn dat over die infrastructuur verstuurd wordt en een publiek bereikt, dus ook TidBITS. Maar deze presentatie richtte zich op het allernieuwste, dus CTA richtte zich op kroonjuwelen als kunstmatige intelligentie en robottechnologie, cloud computing en cybersecurity, met een nieuwe nadruk op AI.

Enkele geavanceerde verbindingsmethoden waren: NextG, een verzamelnaam voor alles wat na 5G netwerken komt, Internet of Things en edge computing, termen die refereren aan verbindingen met alles van broodroosters tot minisensoren en Li-Fi, een netwerktechnologie op basis van zichtbaar licht die wellicht beter is dan wifi, omdat het onder bepaalde omstandigheden meer veiligheid zou kunnen bieden.

Het is niet verrassend dat CTA denkt dat de belangrijkste drijvende krachten achter deze trends AI en duurzaamheid zijn. Men zegt dat de tijd van "groene technologie" eraan komt: technologie die minder belastend is, dichter in de buurt van CO2-neutraliteit komt en makkelijker netwerken vormt dan de technologie uit het verleden. CTA voegt hier ook "inclusiviteit" aan toe, maar levert daar niet echt argumenten voor aan. CTA definieert inclusiviteit als ondersteunende technologieën voor mensen met een beperking, maar ik heb de economische obstakels voor Generatie Z en ontwikkelende markten al benoemd, en ik denk dat die obstakels ook van toepassing zijn bij inclusiviteit. CTA benoemt wel dat er stappen zijn gemaakt voor markten die eerder nog niet bereikt werden, maar of dat genoeg is om dit ook wereldwijd een boost te geven valt nog te bezien.

Niet minder dan 90% van de inwoners van de VS zijn zich bewust van AI maar kennen waarschijnlijk alleen ChatGPT, wat maar één van de toepassingen is. Het zal in alle chips en sensoren zitten, en in veel technologieën, bijvoorbeeld televisies, en ook onderdeel van de infrastructuur worden. CTA benoemde expliciet Microsoft Copilot, de AI die Microsoft toevoegt aan Windows en Office 365 en die een eigen toets op het toetsenbord van nieuwe computers zal hebben. Apple heeft al een functietoets voor Siri, en Siri zal op een bepaald moment waarschijnlijk generatieve AI krijgen die we nu al overal zien, maar je vraagt je af wanneer dat zal gebeuren en hoe effectief het zal zijn.

Er volgde een fascinerende dia over het sentiment onder consumenten over AI-technologieën, waarin werd besproken hoeveel mensen het eens waren met bepaalde bijvoeglijke naamwoorden met betrekking tot AI. CTA vatte dit samen als "de meeste mensen zijn positief over AI", maar ik lees deze dia als een grondig gemengd verhaal. Het is interessant dat meer dan een derde van de respondenten AI al als "intelligent" ziet (AI-onderzoekers betwisten dit punt ad infinitum), en een kwart ziet het als "behulpzaam" en "efficiënt". Maar ik zie dat trefwoorden als "onvoorspelbaar", "eng", "onpersoonlijk" en "intimiderend" ook veel reacties hebben opgeleverd. En kijk eens naar de onderste vier items op de lijst! Hoewel de AI-expertgemeenschap voorstanders en tegenstanders heeft, lijkt het erop dat hoe beter iemand is opgeleid over AI, hoe beter die zich bewust is van het brede scala aan technologieën en aspecten van de samenleving die binnenkort zullen worden verstoord.

Om deze reden is het geen verrassing dat bijna driekwart van de respondenten denkt dat er een grote rol is weggelegd voor de landelijke overheid bij het reguleren van AI en de toepassingen ervan, waarbij privacy, desinformatie, veiligheid en baanverlies als belangrijkste punten van zorg worden genoemd. Maar de vraag is of en hoe die regulering zal plaatsvinden.

CTA ging toen over op het bespreken van duurzaamheid en presenteerde verschillende positieve statistieken over de invloed van technologie op het klimaat en het milieu. Verbeteringen aan accu's met behulp van grafeentechnologie zullen de koolstofvoetafdruk van nieuwe accu's met 25% verminderen, wat misschien niet veel lijkt totdat je bedenkt dat komende verbeteringen aan elektriciteitsnetten een belachelijk grote toename in de productie van accu's zullen vereisen. CTA zegt dat hernieuwbare energie 12% uitmaakt van de wereldwijde elektriciteitsopwekking in 2022, een respectabel aantal maar lager dan sommigen misschien hadden gehoopt. (Echter, volgens andere bronnen ligt de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen dichter bij 33%, en het lagere cijfer heeft betrekking op verbruik, niet opwekking.) In het afgelopen jaar is er 326 miljard dollar geïnvesteerd in nieuwe energietechnologieën, waaronder waterstof en kernfusie. Een groot bedrag, maar er moeten aanzienlijke barrières overwonnen worden (indien mogelijk) voordat deze in gebruik kunnen worden genomen.

CTA beweert dat we op weg zijn naar C02-vrije elektriciteitsopwekking in de Verenigde Staten in 2035 en een C02-impact van "netto nul" in 2050. Ik zet "netto nul" tussen aanhalingstekens omdat deskundigen het op verschillende manieren definiëren: verwijst het naar nul emissies of mogelijk valse koolstofcompensaties? Hoe dan ook, hoe minder koolstof er in de atmosfeer wordt gepompt, hoe beter, dus dit is goed nieuws. De echte vraag is of het goed genoeg nieuws zal zijn, gezien het feit dat elke stijging van de mondiale temperatuur reële en dure gevolgen heeft, en er wordt verwacht dat we daar behoorlijk wat van zullen meemaken.

De CTA bracht drie nieuwe technologieën voor het voetlicht. Er is een nieuw product van Exeger met de naam Powerfoyle, van de soort "stel dat je met ducktape zonne-energie kon opwekken”. Van Jackery komt de Solar Mars Bot, een draagbare maanlander voor op aarde (geïnspireerd door het robotwagentje Opportunity). Opgevouwen is hij zeer draagbaar, maar als je zijn vleugels uitvouwt wekt hij 600 watt aan zonne-energie op. De Air Farm van Midbar is een soort kas die overal geplaatst kan worden om voedsel te verbouwen. Hij onttrekt water aan de lucht, waardoor je daarvan 99% minder hoeft toe te voegen dan bij traditionele vormen van landbouw.

Daarna bracht de CTA het gesprek op de "inclusieve technologie" die deze CES-conferentie bracht. Nogmaals, ik snap niet waarom ze deze term gebruikten in plaats van de gebruikelijker woorden voor “ondersteunende” of "toegankelijkheids-technologie". CTA noemde een getal van 1,8 miljard gehandicapten in de wereld. Dat lijkt me hoog, aangezien de claim van de WHO 500 miljoen lager uitvalt, maar dit heeft waarschijnlijk te maken verschillende definities van handicap. Verder zegt CTA dat de omzet van fabrikanten van inclusieve technologie een groei van 60% doormaakt (ten opzicht van wat?), dus we hebben hier een voorbeeld van "wie goed doet goed ontmoet"? Genoemd werden onder andere de smartwatch Garmin Venu 3, die je kunt koppelen aan rolstoelen en bovendien work-outs biedt voor de mensen die een rolstoel gebruiken. En er is het prototype van de EssilorLuxottica Hearable Glasses, een bril met ingebouwd hoorapparaat.

Daarnaast werd ook een apparaat genoemd dat misschien minder met assistent-technologie te maken heeft, namelijk de “Secure Walking Tool” van Umay. Het gaat hier kennelijk om een app die actuele informatie over de veiligheid van een geplande looproute biedt. De app wordt op de markt gebracht als speciaal bedoeld voor vrouwen, maar als iemand die vaak te voet onderweg is vind ik het zelf, in een stad die ik niet ken, ook prettig om te weten of een kortere route wel zo goed te lopen is als Google Maps zegt.

CTA claimt dat de markt voor gezondheidstechnologie voor vrouwen in 2027 zo'n 1,2 miljard dollar zal bedragen. Ik vraag me wel af of die makers onze genders wel goed uit elkaar kunnen houden, aangezien mijn Apple Watch SE steeds mijn niet-bestaande ovulatie wil monitoren. Volgens mij zijn veel door de CTA genoemde gezondheidsproblemen precies even relevant voor mannen. Aan de andere kant moet het probleem met de gender-bias van de medische wetenschap opgelost worden, maar een oplossing zal volgend mij eerder maatschappelijk dan technologisch zijn.

In de programma-onderdeel Digital Health presenteerde CTA het binnenkort op de markt komende systeem Terra Sleep, dat 's nachts opvliegers herkent en automatisch een verkoelend onderdeel in het kussen activeert om je comfortabeler te laten slapen. Hetzelfde bedrijf ontwierp ook Amy, een AI-systeem dat vragen over de menopauze beantwoordt. Abbott kondigde de Proclaim XR aan, één van een serie medische implantaten die chronische pijn bestrijden en ook kunnen helpen bij andere aandoeningen. Het systeem Periscope van Healthplus.ai helpt ziekenhuizen om de kans op post-operatieve infecties te verkleinen door van tevoren per patient te bepalen welke verhoogde risico's er zijn.

Op het gebied van mobiliteit stelt CTA dat de toekomstige auto zelfrijdend en elektrisch is. Overigens kijkt San Francisco voorlopig net iets kritischer hiernaar. Aanwezigen op de CES-conferentie zagen ook elektrische motoren ingebed in andere transportmiddelen, zoals boten, scooters, fietsen, en (dit is immers CES) vliegende auto's. Volgens de CTA zal de snelheid van productie en adaptatie van de technologie van de elektrische auto ervan afhangen hoe de markt reageert op waarden die mensen zullen koppelen aan het bezit van de zo'n auto, waaronder de oprechte zorg voor het milieu. Praktisch gesproken, zo stelt mijn collega-redacteur voor dit thema, wordt schaalvergroting vooral beperkt door hoge instapkosten. Voor mensen in flats, en voor wie graag ver met de auto op vakantie gaat, spelen problemen met het (nog beperkte) netwerk van laadpalen. Aan het uitbreiden van dit netwerk wordt hard gewerkt, maar de consument hangt nog te sterk aan het oude idee van tankstations.

Het prototype Platform Beyond Vehicle van Kia getuigt van ver buiten de gebaande paden denken. Het uitgangspunt is dat een enkele auto een basisvoertuig en modulaire componenten heeft, zodat je een PBV kunt veranderen van een bestelwagen in een vrachtwagen of auto door er een module uit te halen en een andere in te plaatsen. Kia legt niet uit hoe je dit thuis zou moeten doen (of hoe je de kosten van het kopen van meerdere modules voor hetzelfde basisvoertuig zou moeten rechtvaardigen) maar het uitgangspunt is interessant. Het systeem Autoland van Garmin valt in de categorie "hopelijk heb je het nooit nodig": het zal automatisch een vliegtuig aan de grond zetten als de piloot niet meer in staat is om te vliegen. (Don't eat the fish!) En wie op zoek is naar een elektrische step die je kunt opvouwen tot een rollende aktetas zit goed bij Honda met zijn Motocompacto ($ 995), die een topsnelheid heeft van 24 km/u en een accu die goed is voor 19 km, waarna hij kan worden opgeladen via een standaard stopcontact.

Intussen gebeurt er ook van alles om van het grootste scherm in je huis het slimste te maken. Verschillende merken willen van je televisie een centraal bedieningscentrum maken om domotica-technologieën en camera's te bedienen en een one-stop e-commerce winkelcentrum te bieden. (Precies waar iedereen op heeft zitten wachten.) Bovendien zullen de televisies van morgen je huidige video line-up uitbreiden met interactieve video's en "niet-lineaire" programmering, denk maar aan Choose Your Own Adventure en YouTube naast wat er nu al wordt aangeboden. Ik ben sceptisch, en dan hebben we het nog niet eens over de privacykwesties rond slimme televisies. (Zie “Automatische inhoudsherkenning van Smart-tv uitschakelen”, 18 december 2023.) Ik bedien mijn slimme lampen liever vanaf mijn telefoon dan dat ik in het donker van mijn woonkamer naar mijn slaapkamer loop, en ik doe mijn boodschappen liever op mijn Mac, waar ik Wirecutter kan oproepen en de gesponsorde items van Amazon die mijn zoekopdrachten verstoren kan vermijden. Ik ben er zeker van dat er op een toekomstige CES televisies zullen zijn die me een "winkelervaring" zullen "bieden" waar ik een trui of grote draagtas kan kopen die in een populair televisie-programma te zien is.

Er is wel één voorgestelde integratie die bij sommigen in de smaak zou kunnen vallen. Nu online sportweddenschappen legaal zijn in 29 staten en het District of Columbia, en gezien het feit dat de meeste mensen al graag naar sport kijken via de televisie, zou het voor veel mensen aantrekkelijk (maar ook duur) kunnen zijn om tijdens de wedstrijd met een paar drukken op de knop te kunnen wedden.

Wat er echt gebeurt, is dat televisie-fabrikanten op zoek zijn naar redenen om te blijven upgraden, omdat de meeste mensen al de grootste televisie hebben die in hun huis past en er niet veel reden is om te upgraden naar een 8K-televisie. Toch kun je van streamingdiensten meer variatie verwachten nu ze meer internationale programma's en meertalig materiaal gaan aanbieden. Ik verwacht in 2024 op dit vlak een versnelling, terwijl we nog steeds met een lager aantal Hollywood-releases zitten ten gevolge van de stakingen van schrijvers en acteurs van vorig jaar. Amerikanen zijn lang tegen gedubde en ondertitelde programma's geweest, maar toen kwam Squid Game en Netflix had zijn eigen Gangnam Style.

Over het geheel genomen zit de tech-sector midden in een ommezwaai van het primair leveren van hardware naar het leveren van software en diensten waar de hardware gebruik van maakt. Van de 512 miljard dollar binnenlandse markt voor consumententechnologie die verwacht wordt voor 2024, zal 68% bestaan uit hardware en 32% uit software en diensten, wat misschien verklaart waarom Apple vasthoudt aan zijn deel van de softwareverkoop in andere app stores. De grote drijfveer in software en diensten is vermaak. Het leeuwendeel zit in gaming op elk scherm dat je bezit.

De presentatie werd afgesloten met een overzicht van hoe technologie "menselijke zekerheden" mogelijk maakt, waaronder landbouwtechnologie, slimme gemeenschappen en financiële technologie. Ik had hier graag meer over gehoord, maar CTA schakelde snel over naar een bespreking van voedseltechnologie, die varieerde van slimme tractoren tot een machine voor ijs in de stijl van het merk Keurig en een automaat die verse noedels serveert. (Ik zou de noedels bespreken, maar de dichtstbijzijnde is 90 minuten van hier, dus ik laat het aan Adam over om die in Ithaca te bekijken.)

Grappig genoeg eindigen de dia's die ik heb gedownload hiermee:

…maar mijn notities van de presentatie bevatten deze dia niet en ook geen specifieke antwoorden op de vraag. Dus zal ik mijn eigen bijdrage leveren: CES is een geweldige plek om aankomende rare, gekke en geweldige dingen op het gebied van consumententechnologie te zien, en als ik er niet bij kan zijn, dan kijk ik uit naar de berichtgeving die dit oplevert in de media. Als ik er wel bij kan zijn, vind ik het leuk om dingen te vinden die als het ware relevant zijn voor TidBITS. Hopelijk heb ik in 2025 weer een verslag ter plaatse.