Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering

TidBITS#615/04-Feb-02

Denk je aan spraakherkenning in Mac OS X? In verleiding gebracht door digitale video? In verwarring hoe je Unix programma's onder Mac OS X laat lopen? Duik in dit nummer voor de bespreking door Matt Neuburg van IBM's ViaVoice voor Mac OS X, Jeff Carlson's introductie van digitale video en de tweede aflevering van Chris Peppers kijk op verschillende typen programma's die onder Mac OS X kunnen werken. In het nieuws hebben we het over kleine opwaarderingen van Snapz Pro X 1.0.2 en BBEdit 6.5.2.

Onderwerpen:

Copyright 2002 TidBITS Electronic Publishing. All rights reserved.
Information: <[email protected]> Comments: <[email protected]>


-> Denk je dat TidBITS interessant is voor <-
-> je vrienden, kennissen, collega's? Geef <-
-> hen de tip zich ook GRATIS te abonneren <-
-> of stuur deze aflevering naar hen door! <-


Je kunt je gratis abonneren op de Nederlandse afleveringen van TidBITS door een (blanco) mailtje te sturen naar: [email protected]. Je krijgt deze dan per e-mail toegestuurd.
Om je abonnement op te zeggen, kun je een mailtje sturen naar: [email protected].


Deze editie van TidBITS werd gedeeltelijk gesponsord door:


De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de USA.

Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:

Verder werkten mee:


MailBITS/04-Feb-02

[vertaling: MSH]

BBEdit 6.5.2 nieuwe mogelijkheden, reparaties -- Bij Bare Bones Software verscheen BBEdit 6.5.2, een kleine opwaardering van hun krachtige tekst- en HTML-editor. Nieuwe eigenschappen omvatten betere rapportage van zoekfouten. verbeterde HTML syntaxcontrole, type-to-select in hiërarchische lijsten, commentaar in CSS-bestanden en enkele veranderde Aqua interface bedieningspanelen. Veel foutjes werden hersteld, de meesten onbelangrijk, maar ook enkele die een crash konden veroorzaken in weinig voorkomende situaties (zoals een Zoek Alles operatie in het resultatenvenster van een andere Zoek Alles operatie betreffende een of meerdere ongetitelde vensters). De opwaardering is gratis; het is een download van 7,8 MB. [ACE]

<http://www.barebones.com/products/bbedit.html>
<http://www.barebones.com/support/bbedit/bbedit-notes.html>
<http://www.barebones.com/support/bbedit/bbedit-updates.html>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06680>

Snapz Pro X 1.0.2 herstelt diverse foutjes -- Het enige serieuze gereedschap om een schermafbeelding in Mac OS X te maken is Ambrosia Software's Snapz Pro X. Het beschikt over de meest gewenste functies zoals opslaan in diverse formaten, het gemakkelijk selecteren van objecten op het scherm, automatisch naamgeven van screenshot-bestanden en het opslaan op door de gebruiker aangegeven locaties. Ambrosia heeft onlangs Snapz Pro X 1.0.2 uitgebracht, een kleine opwaardering die een crash elimineert indien aangeroepen vanuit Final Cut Pro en bewaart - zo nodig - in geïndexeerde kleuren bij bestandsformaten in QuickTime. Er zijn nu ook Finse en Traditioneel Chinese versies, tevens is er nu Spaanse documentatie. Enkele fouten blijven bestaan - zet je de kleurkeuze naar grijswaarden, dan converteert Snapz Pro X de pixels naar overeenkomstige grijswaarden, maar slaat het bestand nog steeds op als een geïndexeerd kleurbestand. Verder, als je de bestemmingsmap aangeeft op een niet aanwezig netwerkvolume en je maakt dan een schermafbeelding, stort OS X helemaal in (dat is deels een fout in Mac OS X). De opwaardering is gratis voor geregistreerde gebruikers; de download is 13.1 MB.[ACE]

<http://www.ambrosiasw.com/utilities/snapzprox/>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06546>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06620>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=00696>


De kletsrevolutie van IBM - ViaVoice voor Mac OS X

door Matt Neuburg <[email protected]>
[vertaling: JG, AV]

Het doel van een continu spraakherkenningsprogramma is om jou te laten dicteren wat je computer moeten tikken. In december 1999 toen IBM de eerste Mac-versie van zo'n programma verstuurde, was het geluid van de meeste gebruikers geen dicteren maar gekreun. ViaVoice Millennium Edition was reusachtig, lelijk, grof, traag, en verwarrend; het verminkte interpunctie en hoofdletters; de begeleidende tekstverwerker, SpeakPad, kon zelfs niet eens betrouwbaar tekst selecteren. Het hele programma voelde aan als een poort gemaakt door mensen die nog nooit een Mac hadden gezien en zelfs niet eens een kloon van SimpleText konden schrijven . Dat was een slecht begin. Een paar maanden later verbeterde een en ander met de ViaVoice Enhanced Edition; het had nog steeds ruwe kantjes, maar met zorg en geduld was het absoluut bruikbaar voor het creëren van eerste ontwerpen en voor de transcriptie van papieren documenten.

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=05703>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06085>

Toen Mac OS X begin 2001 uitkwam werkte ViaVoice niet als een Classic applicatie, dus moesten gebruikers herstarten met Mac OS 9, of hun mond houden, hopend op een OS X-versie. Er was opluchting toen IBM die zomer zo'n versie als preview liet zien, die omsloeg in woede toen bleek dat gebruikers van een eerdere versie een groot deel van de $170 moesten betalen.

Er is goed nieuws op twee fronten. Ten eerste heeft IBM z'n standpunt omtrent de upgrade prijzen gewijzigd: Enhanced Edition bezitters kunnen de Mac OS X versie gratis downloaden, of een CD-ROM versie voor $6 kopen (een derde versie bevat een papieren handboek en kost $20). Millennium Edition bezitters komen alleen voor een korting van $40 in aanmerking, en slechts tot 4 mei 2002. Ten tweede, ViaVoice voor Mac OS X, dat net na kerstmis verscheen, blijkt sterk verbeterd te zijn: het ziet er uit en voelt aan als Mac OS X-natuurlijk, de nauwkeurigheid is opvallend, en het kan nu typen in en Commando-toets shortcuts aanroepen in iedere applicatie.

<http://www-3.ibm.com/software/speech/macrebate/eeosx-rebate.html>
<http://www-3.ibm.com/software/speech/macrebate/osx-rebate.html>

Algemeen beter -- Weliswaar kan mijn positieve reactie deels het gevolg zijn van de esthetische en systeemveranderingen, die van Mac OS X zelf komen. Natuurlijk heeft mijn computer nu sloten met goedkoop RAM en harde schijfruimte, anders zou ik Mac OS X zelf niet eens gebruiken; ook ben ik gewend geraakt aan programma's die stiekem mappen zijn, processen die stil in de achtergrond draaien en geheime bestanden overal op de computer. Veel van wat in ViaVoice beledigend leek onder Mac OS 8.6 of 9.0.4 is nu normaal in Mac OS X.

Er is echter geen twijfel mogelijk dat ViaVoice een zeer hoog Aqua gehalte heeft, met zijn vreemde vorm, een naar beneden openende lade, zijn geborsteld metaal 3D vormgeving en zijn ronde knoppen. SpeakPad lijkt nu als twee druppels water op TextEdit. De verschillende aanvullende vensters gedragen zich over het algemeen goed en zij bestaan veelal uit standaardknoppen. In het kort, er is bijna niets wat niet goed is aan de interface. En ik zie niet hoe iemand kan ontkennen dat de spraakherkenning van ViaVoice verbazingwekkend accuraat is. Het helpt waarschijnlijk dat dicteren en commando's nu onderscheiden kunnen worden, door het gebruik van verschillende modi, of door het toevoegen van een herkenbaar woord (zoals "computer") aan een commando; de verbeteringen lijken echter veel verder te gaan dan dat. Ik dicteer nu routineus paragraaf na paragraaf zonder fouten. Toen ik ViaVoice demonstreerde op de Macworld Expo, werkte het zonder fouten ondanks de achtergrondherrie van onder andere gelach en applaus van het publiek.

De nieuwe mogelijkheid van ViaVoice om overal te dicteren was voorheen het alleenrecht van MacSpeech's iListen, waarvan nog geen Mac OS X versie bestaat. ViaVoice Enhanced stond dicteren toe in een select aantal programma's, maar het was nogal moeilijk om het getypte materiaal met hierop volgende commando's voor correctie en bewerking te onderscheiden. Nu heeft IBM deze strategie wijselijk verlaten, in plaats hiervan kun je alleen nog maar correctiewerk doen in SpeakPad en alles wat ViaVoice ergens anders kan doen is typen. Dit betekent wel dat als je buiten SpeakPad om werkt, je de correctiemogelijkheid ViaVoice niet kunt trainen. De accuratesse is echter zo goed dat je niet echt veel fouten hoeft te verwachten. Tevens kan ViaVoice nu commandotoets-achtige snelkoppelingen typen (globaal of uniek voor een programma, zoals QuicKeys), alsook een AppleScript draaien. Dit betekent dat je de meeste programma's effectief kunt gebruiken. Bijvoorbeeld, in mijn Macworld Expo demonstratie, vertelde ik ViaVoice om Eudora te openen, een nieuw bericht te maken, het aan mijn ouders te adresseren, een onderwerp in te vullen, naar het body-veld te gaan via de Tab-toets, de inhoud van het bericht te typen, de brief te bewaren en Eudora te sluiten, zonder mijn handen te gebruiken.

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06258>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06603>

Eigenaardigheden blijven -- ViaVoice heeft nog steeds problemen die uitgewerkt moeten worden. Soms weigert het correctievenster te activeren, of springt het weg onder mijn hand. De microfoon gaat soms opeens aan wanneer bijvoorbeeld SpeakPad de tekst heeft voorgelezen. ViaVoice doet nog steeds vreemde dingen met spaties na leestekens, in het bijzonder als je aan het corrigeren bent. De handleiding is niet langer "belachelijk", maar is nog steeds niet informatief over technische dingen zoals wat waar is geïnstalleerd en hoe je het beste AppleScript kunt gebruiken. Welbewust vocabulair onderhoud is nog steeds onmogelijk; er zijn bijvoorbeeld gespecialiseerde vocabulaires meegeleverd voor onderwerpen als computers en de keuken, maar er is met geen mogelijkheid te achterhalen welke woorden zij bevatten.

Desalniettemin, met deze revisie heeft IBM ViaVoice een generatie voorwaarts gebracht, van acceptabel tot prettig in het gebruik. Of je nu je memoires in SpeakPad aan het dicteren bent, of je handen wat rust geeft van het typen in Eudora, ViaVoice verdient een vaste plek tussen je essentiële Mac OS X applicaties.

IBM ViaVoice vereist een non-UFS Mac OS X 10.1 installatie, met vele honderden vrije megabytes op de startpartitie en alle RAM die je je kunt veroorloven. Een 300 MHz G3 of snellere processor is nodig; sneller is beter, PowerPC G4 chips zijn beter dan PowerPC G3 en machines van voor augustus 1998 en upgrade-kaarten worden niet ondersteund.

<http://www-3.ibm.com/software/speech/mac/osx/>


Een duik in digitale video

door Jeff Carlson <[email protected]>
[vertaling: RAW]

Hier bij TidBITS proberen we altijd bij te blijven met de nieuwste hardware en software die voor de Mac uitkomen, zoals recentelijk na de MacWorld Expo keynote met onze bespreking van iPhoto en de nieuwe flat-panel iMac. Maar soms is het aardig om het over iets te hebben dat al een tijdje bestaat. Hoewel iMovie 2 in juli 2000 uitkwam en sindsdien gratis wordt bijgeleverd bij alle FireWire Macs (en bij Mac OS X 10.1), heb ik er niet veel aandacht aan besteed tot ik een digitale videocamera kocht. In korte tijd werd de iMovie 2 applicatie, die eerst alleen maar plaats innam op mijn harde schijf, een onmisbaar stuk gereedschap om mijn onbewerkte video-opnamen om te zetten in iets dat ik trots aan vrienden en familie kan laten zien.

<http://www.apple.com/imovie/>

Apple brengt iMovie als een van de hoofdbestanddelen van zijn digitale hub-strategie, waarin een Mac het centrum vormt van een reeks digitale apparaten. In mijn geval was de aantrekking andersom; hoewel ik eerder niet aan een videocamera wilde, was het bestaan van Apple's eenvoudig te gebruiken applicatie voor het bewerken van digitale video de aanmoediging om een digitale camcorder te kopen voordat ik vorig jaar op reis naar Alaska ging. Als jij je in zo'n situatie bevindt, of je wilt gewoon meer weten over het draaien en bewerken van je eigen films, dan volgt hier een korte inleiding tot het domein van de digitale video en wat je nodig hebt om ermee te beginnen.

Ga digitaal -- Als je nog geen camcorder hebt, doe jezelf een plezier en koop een digitaal model. Hoewel analoge modellen vaak een paar honderd dollar goedkoper zijn, missen ze de sleutel die nodig is om het allemaal soepel te laten draaien: het eenvoudig overzetten van video die al digitaal is via FireWire. Met een digitale camcorder met een FireWire-uitgang (ook wel IEE 1394-uitgang genaamd, of i.Link-uitgang op Sony camcorders), is het overzetten van je video van de camera naar je Mac niet meer dan het inpluggen van de juiste kabel. (Let wel op, je zult die kabel waarschijnlijk los moeten aanschaffen. Het gaat om een speciale kabel met een standaard 6-pins FireWire-stekker aan één kant en een kleinere, 4-pins-stekker aan de andere kant die in de camera past. Zo'n kabel kost tussen de 10 en 50 dollar bij de meeste computer- of electronicazaken.) Als je al een analoge camcorder hebt, is het ook geen ramp: je kunt een analoog-naar-digitaal-converter kopen, zoals de Hollywood DV-Bridge van Dazzle ($300), maar in de beperkte tests die ik ermee deed was de kwaliteit niet zo goed, en het kostte een extra stap bij het overbrengen van de video naar mijn Mac. (Hoewel het financieel logischer lijkt om de investering van $300 te gebruiken bij de aanschaf van een nieuwe digitale camera, is de Dazzle ook erg handig om je oude videobanden om te zetten naar digitaal.) Sommige camcordermodellen, met name een aantal van Sony, hebben de mogelijkheid om de omzetting van analoog naar digitaal in de camera uit te voeren.

<http://www.smalldog.com/product/38541>
<http://www.dazzle.com/>
<http://www.sonystyle.com/digitalimaging/H_Camcorders.shtml>

Nu we eruit zijn dat het digitaal moet worden, is de volgende belangrijke vraag welke camcorder aan te schaffen. Er is natuurlijk een hele reeks in prijs en kwaliteit van instapmodellen tot kwijlopwekkende professionele camera's, en het is zeker de moeite waard om websites als die van Active Sales Assistant te bezoeken, waar modellen worden vergeleken. Je zult waarschijnlijk ook verscheidene digitale opslagformaten tegenkomen, zoals Digital 8, MiniDV en de nieuwe supercompacte Micro MV. De huidige standaard is MiniDV, een cassettebandje van 5 bij 7 cm dat een uur film kan opslaan; 90 minuten kan ook, als je opneemt op een lagere snelheid, maar dan offer je kwaliteit op voor speelduur. Er zal wel een moment komen waarop digitale camcorders direct op harde schijven zullen opnemen (je kunt je camera nu trouwens al zo instellen dat-ie rechtstreeks op je Mac opneemt, zou je dat willen), maar op dit moment is band het beste medium voor de opslag van de enorme hoeveelheden gegevens die digitale video nodig heeft. Anders dan analoge banden behoudt het MiniDV-formaat zijn beeldkwaliteit zelfs als je de band vaker gebruikt, dus wat je vandaag opneemt zal zeer waarschijnlijk langer goed blijven dan de videobanden die stilletjes liggen te ontbinden in je huiskamerkast.

<http://www.activebuyersguide.com/>

Voor mijn reis zocht ik een camera voor privégebruik die gemakkelijk te dragen en te gebruiken was en zonder problemen de beelden naar mijn Mac kon overzetten. Ik moest ook snel iets hebben, want we zouden al over een paar dagen op reis gaan en ik had geen tijd om alle mogelijkheden uit te zoeken. Nadat ik zowel een analoge als een digitale camcorder had geprobeerd bij een plaatselijke fotozaak, koos ik voor de Canon ZR20 (de detailhandelprijs is ongeveer $700, maar je kunt hem voor minder aanschaffen - bezoek je favoriete prijsvergelijkingsites).

<http://www.canondv.com/zr_s/zr20/>
<http://www.dealnews.com/>
<http://www.macbuy.com/>

Videokwaliteit -- Vergeleken met digitale fotocamera's, die beeldkwaliteit meten in miljoenen beeldpunten, zijn de prestaties van een digitale camcorder wat betreft beeldkwaliteit nogal zielig. De meeste camera's voor privégebruik hebben één CCD (charge-coupled device, een lichtgevoelige chip) die ongeveer 290.000 beeldpunten registreert. Maar bedenk dat camcorders "interlaced" videobeelden maken, dat wil zeggen dat voor ieder beeld alleen de even of de oneven horizontale beeldlijnen worden opgenomen, en dat om en om. (Voor televisiesignalen wordt een vergelijkbare methode gebruikt).

Voor nieuwere camcordermodellen adverteert men vaak met de mogelijkheid om stilstaande foto's te nemen en deze over te zetten op een ander draagmedium, zoals een CompactFlash-kaart of Sony's Memory Stick. Het voordeel van deze methode is dat er meer beeldinformatie wordt opgeslagen door het gebruik van een niet-"interlaced" methode die "progressive scan" genoemd wordt. Sommige camcorders hebben deze optie zonder het aparte opslagmedium, zodat het weinig zin heeft; het stilstaande beeld wordt opgeslagen op de MiniDV door het beeld te bevriezen en het gedurende vijf seconden op te nemen (het geluid wordt echter wel continu opgenomen, zodat je vaak mensen kan horen praten hoewel ze op het beeld niet bewegen). De beeldresolutie is lager, en je kunt net zo goed een enkel filmbeeld omzetten tot foto in iMovie, met meer flexibiliteit. Persoonlijk zou ik liever een echte digitale fotocamera gebruiken voor stilstaande beelden en de camcorder alleen video laten opnemen.

Geluid -- Een van de beperkingen van mijn Canon ZR20 is dat de ingebouwde microfoon boven de motor zit die het bandje aandrijft, zodat de microfoon in stille situaties het geluid van de motor oppikt. In de meeste gevallen geeft dat geen problemen, maar als je een remake van My Dinner With André wilt maken [film van Louis Malle over conversatie tussen twee mannen in restaurant - nvdv], dan kun je beter een externe microfoon gebruiken, zoals één die je aan kleding bevestigt, of een richtmicrofoon die je bovenop de camera kunt vastzetten. Iedere fatsoenlijke camcorder heeft een microfoon-ingang.

Een bewijs van hoe sterk ik meegesleept werd door de flexibiliteit en vrijheid die het maken van digitale video en het bewerken in iMovie bieden:, ik schreef er een boek over, getiteld "iMovie 2 voor Macintosh: Visual Quickstart Guide". In een volgend artikel zal ik wat opname- en iMovie-tips geven die ik opdeed tijdens het schrijven van het boek.

<http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0201787881/tidbitselectro00A/>


Mac OS X: soorten programma's, deel 2

door Chris Pepper <[email protected]>
[vertaling: JS, GH, DPF]

De vorige keer hebben we naar drie van de vijf soorten programma's gekeken die onder Mac OS X werken: Classic, Carbon en Cocoa. Deze drie zijn het meest interessant omdat ze gebruikt worden voor de meerderheid van de huidige Mac OS X programma's. Omdat alledrie deze API's (application programming interfaces) specifiek van Apple zijn, zijn ze alleen beschikbaar voor het Mac OS en Apple is actief bezig ze een productieve en plezierige omgeving te maken voor Macintosh gebruikers en ontwikkelaars. Mac OS X ondersteunt echter ook de publieke Unix en Java API's waarvoor er een grote reeks programma's beschikbaar is die op meerdere platformen draaien, inclusief veel types programma die helemaal niet beschikbaar zijn voor Classic, Carbon of Cocoa. Deze week concentreren we ons op de grote variëteit aan Unix programma's die je in Mac OS X kunt gebruiken; we bewaren Java voor het volgende artikel.

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06694>

De kern van Mac OS X is Darwin, een volledig Unix besturingssysteem. Als je Mac OS X opstart, start Darwin op, deze vindt en gebruikt de harde schijven, start het virtueel geheugen, en begint een aantal programma's te starten. Sommige hiervan zijn Carbon en Cocoa programma's, zoals het inlogvenster en de Finder, maar anderen zijn standaard Unix programma's, zoals de Apache Web server.

Types Unix programma's -- Unix programma's zijn er in veel soorten, en volledige interactieve programma's zijn sterk in de minderheid tussen de kleine commando-regel hulpprogramma's en de niet-interactieve server programma's. In feite is vrijwel elk commando dat je intypt op de Unix commandoregel een klein programma, maar eentje die je vanaf de commandoregel uitvoert in plaats van er op te dubbelklikken. Om de commandoregel van de Unix in Mac OS X te gebruiken, start je het Terminal programma vanuit de Utilitiesmap in de Applicatiesmap. Type "ls" (zonder de aanhalingstekens) om een programma te gebruiken dat een lijst toont van alle bestanden in de huidige map, wat eigenlijk hetzelfde is wat de Finder doet als je een nieuw venster opent. Andere standaardcommando's zijn more, welke tekstbestanden toont, en man, dat de zogenaamde "manual pages" toont. Om meer te leren over deze commando's, typ "man ls", "man more" en "man man" (als je man opgestart hebt, gebruik je de spatiebalk om verder te scrollen, en type q om het programma te verlaten). Honderden van deze kleine commando-regel programma's worden bij elke versie van Unix bijgeleverd; om de meeste ervan te zien, type "ls /usr/bin/". Laat je hier niet door afschrikken - hoewel het mogelijk is om Unix puur via de online help te leren, zijn er vanzelfsprekend honderden boeken over Unix beschikbaar (sommige ervan werden aanbevolen in het recente cadeau-nummer van TidBITS).

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06657>

Veel van deze programma's zijn veel simpeler en kleiner dan Mac applicaties - copy, delete, en list files zijn drie verschillende Unix commando's (respectievelijk cp, rm, en ls). Ter vergelijking, de Finder bevat deze en nog veel meer mogelijkheden in een enkele applicatie. Sommige programma's in /usr/bin echter, zijn helemaal interactief (maar op tekst gebaseerde, in plaats van grafische) applicaties, met hun eigen gebruikers-interfaces, zoals de vi en emacs tekstbewerkers.

Naast commando-regel gereedschappen, kunnen Unix systemen een groot aantal server programma's draaien, de bekendste is waarschijnlijk de Apache Web server. Apache draait onzichtbaar in de achtergrond, beantwoordt verzoeken van browsers en rapporteert zijn activiteiten in logbestanden. Deze benadering is een omkering van een typische Mac applicatie, waarin de interface het centrum is en de rest van het programma er is om aan verzoeken te voldoen die via de interface gedaan worden. Er zijn een paar van dat soort programma's voor Mac OS 9, maar ze zijn algemeen (en volkomen essentiëel) op Unix systemen.

De meeste echte Unix applicaties gebruiken het X11 Window System (vaak X Windows genoemd) om te voorzien in een grafische interface. X11 zelf mag dan primitiever aandoen dan de Quartz en QuickDraw beeldvormende systemen die tekst en grafische weergave afhandelen voor Carbon, Cocoa, en Classic applicaties, maar X11 is beschikbaar voor een verscheidenheid aan systemen, en maakt zo cross-platform ontwikkeling mogelijk. Omdat er zoveel beschikbare XWindows managers zijn biedt dit een enorme flexibiliteit, veel meer dan Apple's aanpassingsmogelijkheden. Als aanvulling, X11 was ontworpen voor netwerkomgevingen; X11 programma's kunnen hun vensters weergeven op X11 systemen via het internet (zelfs met verschillende besturingssystemen), dus X11 programma's bevatten impliciet veel van de mogelijkheden van programma's als Timbuktu. X11 wordt niet bijgesloten in Mac OS X, maar er zijn gratis en commerciële versies beschikbaar.

<http://www.netopia.com/software/products/tb2/>
<http://sourceforge.net/projects/xonx/>
<http://www.tenon.com/products/xtools/>

Unix programma's krijgen & installeren -- Een van de mooie dingen van Unix is het enorme aantal vrij beschikbare programma's, maar met deze rijkdom komt complexiteit. Omdat programma's meestal gecompileerd worden voor een specifieke processor en besturingssysteem (zoals Apple's Systeem 7 op een Motorola 680x0, of Linux 2.2 op een Intel Pentium processor), worden Unix programma's meestal verspreid als broncode kits, bedoeld om gecompileerd te worden op een groot aantal verschillende systeem/processor combinaties. Ontwikkelaars kunnen niet testen op iedere systeemconfiguratie, wat Unix software een stuk minder plug-and-play maakt dan Macintosh en Windows software. Erger nog, Unix programma's vergen vaak aanpassingen van hun broncode om op een bepaald systeem te werken; dit proces van aanpassen wordt 'porting' genoemd. Omdat de meeste gebruikers niet willen 'porten' voordat ze programma's gebruiken (of meer waarschijnlijker, het niet kunnen), moeten Unix ontwikkelaars veel moeite doen om hun software te laten werken op verschillende systemen, maar er vallen altijd gaten, in het bijzonder met een nieuw besturingssysteem als Mac OS X.

De Unix wereld beantwoordde dit probleem met packet management systemen die het proces van 'porten' en installeren vereenvoudigen. Sommige zoals Red Hat's RPM, installeren voor-gecompileerde pakketten, maar deze benadering lijdt onder vergroting van bestanden en onduidelijkheid over versie-afhankelijkheid. Andere zoals het Debian GNU/Linux dpkg programma doen de broncode 'porting' door het volgen van geautomatiseerde voorschriften - begin met een bron package, unpack het, voer deze veranderingen uit, compileer het met deze commando's, en installeer het met dit commando, enzovoorts. Geautomatiseerd broncode 'porten' elimineert de bestandsgrootte problemen in de voorgecompileerde binary package benadering, maar het veronderstelt dat de gebruiker de ontwikkelgereedschappen bij de hand heeft, iets wat bij Unix bijna zeker is, maar minder het geval in Mac OS X omdat velen upgraden naar Mac OS X 10.1 zonder de Developer Tools CD-ROM te krijgen. Je kunt alle Mac OS X developer gereedschappen gratis downloaden, maar met meer dan 200 MB is downloaden niet voor iedereen aan te raden. In de realiteit combineren de meeste packet management systemen beide benaderingen, in een poging het beste van beide te krijgen.

Er zijn verschillende package managers beschikbaar voor Mac OS X, maar Fink - een aanpassing van dpkg van Debian GNU/Linux - is op dit moment de beste. Het programma heeft duidelijke instructies en kan een flink aantal Unix programma's installeren zonder dat de gebruiker de details van het compileren en installeren van Unix software hoeft te weten. Fink installeert normaal gesproken software in een eigen directory, waardoor het eenvoudig is om alles weer te de-installeren, wat anders niet altijd kan. Fink is zowel verkrijgbaar in broncode als in een versie met de broncode en de binary versies samen; beide kunnen een uitgebreide serie Unix programma's installeren en de binary versie kent bovendien voorgecompileerde uitvoeringen van de meest populaire software. Het aardige van Fink is dat slechts één persoon hoeft uit te vogelen hoe een bepaald Unix programma naar Mac OS X 'geport' moet worden en die procedure door hoeft te geven waarna de rest van ons Fink kan gebruiken om dat recept te volgen om dezelfde software automatisch te installeren.

<http://fink.sourceforge.net/>

Voor Mac gebruikers die er de voorkeur aan geven om het stoeien met Unix te vermijden zijn er programmeurs die grafische interfaces maken om sommige Unix gereedschappen te beheren. Zo is daar Brick House, wat een Aqua interface biedt voor de ipfw firewall die in Mac OS X ingebouwd is, en MemoryStick van TidBITS' eigen Matt Neuburg, wat een grafische voorstelling geeft van je RAM gebruik via het Unix vm_stat geheugengereedschap. Er zijn ook algemenere gereedschappen waarmee de kracht van Unix naar de Aqua omgeving van Mac OS X gebracht kan worden, zoals ShellShell en DropScript. ShellShell is een uitbreidbaar gereedschap voor het genereren van Unix commando-regels vanuit een grafische interface, en het uitvoeren van die commando's, waarbij de resultaten aan de gebruiker getoond worden. Het maakt gebruik van een eigen configuratietaal, en de auteur, Robert Woodhead, nodigt anderen uit om hun eigen modules te maken om ShellShell uit te breiden. DropScript van Wilfredo Sanchez kiest voor een andere benadering - de gebruiker laat eerst een script met Unix shell commando's op DropScript vallen om een nieuwe Cocoa applicatie te genereren uit het script. Vervolgens worden de oorspronkelijke commando's uit dat script uitgevoerd wanneer men iets op die door DropScript gegenereerde applicatie laat vallen. Hierdoor is DropScript een eenvoudige manier om bestanden te comprimeren, backups te maken en bestanden te beheren vanuit de Finder.

<http://personalpages.tds.net/~brian_hill/brickhouse.html>
<http://www.tidbits.com/matt/#cocoathings>
<http://www.madoverlord.com/Projects/SHELLSHELL.t>
<http://www.advogato.org/proj/DropScript/>

Als laatste zijn er natuurlijk commerciële Unix programma's. Ze zijn vaak flink duurder dan hun Mac en Windows tegenhangers, en soms ook minder krachtig. Voor deze high-end ontwikkelaars biedt Mac OS X de Unix omgeving met ondersteuning voor OpenGL graphics (OpenGL is een cross-platform API voor snelle 3D beelden) waardoor het makkelijker wordt een 'port' te schrijven van producten als Maya van Alias Wavefront. Maya is een krachtig animatieprogramma waar ook volledige speelfilms mee gemaakt worden. Maya zou nooit voor Mac OS 9 verschenen zijn maar is nu wel verkrijgbaar op de Mac dankzij de Unix-kern van Mac OS X.

<http://www.aliaswavefront.com/en/Tmpl/Maya/html/index.jhtml?page=/en/Community/osx_main_m/osx_main_m.shtml&style=normal>

Milieuvriendelijk Mac OS X -- Het Mac OS is altijd een beetje geïsoleerd geweest, maar het Unix fundament van Mac OS X zet nu de deuren wagenwijd open voor nieuwe programma's en toepassingen. Een deel hiervan komt door de traditionele Unix applicaties - over het algemeen gereedschappen zonder grafische interface en voor servers - die naar Mac OS X 'geport' worden, maar er is meer. Brick House en andere programma's bieden grafische interfaces voor Unix gereedschappen, waardoor er veel kracht ter beschikking komt voor Mac gebruikers zonder dat ze de commandoregel hoeven te gebruiken. Ontwikkelaars beginnen ook de voordelen van de kracht van Unix voor Mac programma's te benutten - zoals Interarchy, dat het ssh commando wat in Mac OS X zit heeft gebruikt, en BBEdit, wat nu shell scripts direct kan uitvoeren. Als laatste komen nu high end Unix programma's zoals Maya beschikbaar op de Mac. Desalnietteplus is Unix in Mac OS X nog steeds een beetje een grote onbekende - Unix biedt enorme kracht en flexibiliteit voor het manipuleren van tekst, netwerken, programmeren, samenwerken en veiligheid, maar hoe dit echt een toegevoegde waarde zal zijn voor Mac programma's zal nog moeten blijken.

[Chris Pepper is een Unix systeembeheerder in New York City. Het is voor hem een prettige gewaarwording (en een beetje een verrassing) dat Mac OS X zo'n goed beheerinstrument is voor de Unix systemen waar hij mee werkt. Chris is verder betrokken bij een aantal documentatie-projecten, zoals voor Interarchy en de Apache Group.]

<http://www.reppep.com/~pepper/>


Niet-winstgevende en niet-commerciële publicaties en Websites mogen artikels overnemen of een HTML link maken als de bron duidelijk en volledig vermeld wordt. Anderen gelieve ons te contacteren. We garanderen de precisie van de artikels niet. Caveat lector. Publicatie-, product- en firmanamen kunnen gedeponeerde merken zijn van hun ondernemingen.

Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering