#1558: Apple opent 'Zoek mijn'-dienst, los Apple Watch Series 3 updates op, verleng het leven van je Mac met een externe SSD, uitleg van emulatie, virtualizatie en Rosetta 2
Apple heeft eindelijk zijn 'Zoek mijn'-app officieel opengesteld voor andere apparaatfabrikanten, maar die apparaten laten nog wel wat maanden op zich wachten. Als je je Apple Watch Series 3 niet kunt updaten naar watchOS 7 vanwege een gebrek aan opslagruimte, stelt Adam Engst verschillende oplossingen voor. Glenn Fleishman heeft deze week twee artikelen voor ons: hoe hij de productieve levensduur van zijn iMac 2017 verlengde met een externe SSD, en een uitleg over de verschillen tussen emulatie en virtualisatie en hoe ze van toepassing zijn op Rosetta 2 in Apple silicon Macs. De vermeldenswaardige Mac-app-updates zijn deze week BusyCal 3.12.5 en BusyContacts 1.5.2, Acorn 7.0.2, Bookends 13.5.3 en Pixelmator Pro 2.0.6.
- Apple opent 'Zoek mijn'-crowdsourcing voor accessoires van derden (nu echt!)
- Oplossingen voor Apple Watch Series 3 update
- Een externe SSD heeft mijn iMac nieuw leven ingeblazen
- Emulatie, virtualisering en Rosetta 2: een mix van oud, nieuw en toekomstmuziek
- Volglijst: Mac app-updates
- ExtraBITS
De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de VS.
Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:
• Jos van den Berg
• Paul Bánsági
• Thierry Kumps
• Henk Verhaar
• Johan Olie
• Peter Huizenga
• Dirk Paul Flach
• Joek Roex
• Nico Seine
Verder werkten mee:
• Coördinatie: Renate Wesselingh
• Montage: Elmar Düren
• Eindredactie: Johan Olie, Sander Lam & Elmar Düren
Hoe je ons kunt bereiken kun je lezen op <de contactpagina>
Apple opent 'Zoek mijn'-crowdsourcing voor accessoires van derden (nu echt!)
[vertaling: PAB]
Afgelopen juli meldde Glenn Fleishman dat Apple officieel zijn 'Zoek mijn'-dienst openstelde voor fabrikanten van accessoires, een mogelijkheid die eind 2020 werd verwacht (zie “Apple zet “Zoek mijn” open voor accessoires van derde partijen”, 9 juli 2020). Met de typische Apple vertraging, is 'Zoek mijn' nu eindelijk beschikbaar voor externe ontwikkelaars.
De eerste apparaten in het nieuwe programma zijn Vanmoof's S3 en X3 e-bikes, Belkin's Soundform Freedom draadloze oordopjes en de Chipolo One objectenzoeker. Deel uitmaken van het 'Zoek mijn'-netwerk is een uitbreiding van het Made for iPhone-programma van Apple en elk goedgekeurd apparaat moet voldoen aan de privacynormen van Apple. Ze worden echter nog niet geleverd.
Deze aankondiging betekent dat je meer kan volgen dan alleen iPhones, iPads, Apple Watches en AirPods (plus je Apple-gebruikende vrienden) met de 'Zoek mijn'-app. Elk compatibel apparaat kan worden gevolgd, zoals je e-bike of oordopjes. De Chipolo One-toevoeging is vooral interessant omdat je er eentje aan vrijwel alles kan bevestigen, zoals rugzakken, sleutels, afstandsbedieningen, je auto, enz.
Apple heeft ook aangekondigd dat het in de komende weken een conceptspecificatie zal uitbrengen waarmee chipsetfabrikanten gebruik kunnen maken van de U1 Ultra Wideband-chips in nieuwere iPhones, waardoor ze nauwkeuriger en gerichter locatiegegevens kunnen genereren.
Er werd geen melding gemaakt van de al vaak in geruchten genoemde AirTags, een draadloze tracker, zoiets als Tile, waar Apple naar verluidt al jaren aan werkt. Het zou ons niet verbazen dat Apple met het openen van 'Zoek mijn'-crowdsourcing de basis legt voor een dergelijk product. We hopen ook dat de blijkbaar op handen zijnde volgende generatie van de Apple TV-afstandsbediening deze technologie bevat, omdat Apple-afstandsbedieningen notoir glad zijn en gemakkelijk zoek raken.
Zou de toevoeging van compatibiliteit met 'Zoek mijn' jou overhalen een apparaat aan te schaffen dat dit ondersteunt? Zijn er specifieke apparaten waarvan je hoopt dat ze 'Zoek mij'-compatibiliteit gaan inbouwen?
Oplossingen voor Apple Watch Series 3 update
[vertaling: TK]
Het model van de Apple Watch Series 3 met alleen GPS heeft slechts 8 GB aan opslagruimte. Zelfs voor mensen die relatief weinig apps installeren, kan die beperkte opslag problemen opleveren bij het installeren van updates voor watchOS 7. Gebruikers melden dat ze fouten krijgen in de Watch-app over onvoldoende vrije ruimte om de update te installeren. Het probleem lijkt specifiek te zijn voor de Apple Watch Series 3 - ik heb nog geen meldingen gezien van eigenaren van nieuwere Apple Watch-modellen die er last van hebben.
Er lijken ten minste twee mogelijke oplossingen voor het probleem te zijn: rechtstreeks op het horloge zelf updaten en het horloge loskoppelen en opnieuw koppelen. (Zie de reacties voor een derde oplossing die we niet hebben kunnen bevestigen).
Rechtstreeks op de Apple Watch updaten
De standaardmanier om watchOS te updaten is om te starten in de Watch-app van je iPhone, te navigeren naar Mijn Watch > Algemeen > Software-update, en de update vanaf daar te installeren.
Als dit echter mislukt door ruimtegebrek, probeer dan deze alternatieve methode, die verschillende gebruikers met succes hebben gebruikt. Met dank aan David Weintraub op TidBITS Talk voor de tip over deze methode, die ik vervolgens met succes heb kunnen toepassen op het horloge van mijn moeder.
- Druk op de digitale kroon op de Apple Watch om je apps weer te geven.
- Scroll naar beneden en tik op de app Instellingen. (Als je de bijna onbruikbare rasterweergave ziet, schakel over naar de lijstweergave door de Watch-app op je iPhone te openen en naar Mijn Watch > Appweergave > Lijstweergave te gaan.)
- Tik op Algemeen, dan op Software-update om details over de update weer te geven.
- Scroll naar beneden in het scherm Software-update en tik op Download en Installeer.
- Als je wordt gevraagd de voorwaarden te accepteren, tik op OK en accepteer de voorwaarden op je iPhone.
- De update wordt pas geïnstalleerd als je de Apple Watch aan de lader hebt gelegd, deze is opgeladen tot ten minste 50% en wifi beschikbaar is. Het is het gemakkelijkst om het proces te starten wanneer je de Apple Watch gewoonlijk oplaadt.
De Apple Watch loskoppelen en koppelen
Ofschoon meerdere gebruikers succes hebben gemeld met de vorige methode, is er nog een andere optie als deze voor jou niet werkt. Het is vervelend en tijdrovend en je doet ze dus best wanneer je genoeg tijd hebt. In essentie moet je het horloge loskoppelen, waardoor het wordt gewist en er ruimte vrijkomt voor de update, en het vervolgens opnieuw koppelen, waarbij je het herstelt vanaf de reservekopie. Volg deze stappen terwijl je je iPhone en Apple Watch dicht bij elkaar houdt:
- In de tab Mijn Watch van de Watch-app, tik op Alle Watches.
- Tik op de infoknop naast het horloge dat je wilt loskoppelen.
- Tik op Koppel Apple Watch los. Als je wordt gevraagd je mobiele telefoonabonnement te behouden of te verwijderen, behoud je het. Verwijderen doe je alleen als je het horloge zou verkopen of weggeven.
- Tik opnieuw op Koppel Apple Watch los om te bevestigen. Er wordt nog een reservekopie gemaakt, waarna het wissen begint.
Wanneer de Apple Watch is teruggezet naar de fabrieksinstellingen, kun je het opnieuw koppelen door het dicht bij je iPhone te houden, op Doorgaan te tikken wanneer je wordt gevraagd om de Apple Watch in te stellen en de koppelingsanimatie te scannen. Wanneer daarom wordt gevraagd, kies je Herstel vanaf deze reservekopie en als je wordt gevraagd, laat je het updaten naar de nieuwste versie van watchOS (aangezien dat het doel is).
Laat ons weten hoe het voor jou is uitgedraaid!
Een externe SSD heeft mijn iMac nieuw leven ingeblazen
[vertaling: PAB, HV, JO]
Mijn werkleven draait om mijn Macs. Met een paar prachtige uitzonderingen die betrekking hebben op de geschiedenis van het drukken en boekdrukkunst, besteed ik het grootste deel van de dag aan het kijken naar een scherm, tikken op een toetsenbord en bedienen van een muis. Toen ik in 2017 een quad-core 21,5-inch iMac met Retina-beeldscherm kocht en een extra 4K-beeldscherm toevoegde, had ik het gevoel dat ik het juiste bedrag had uitgegeven in verhouding tot mijn behoeften. Maar het duurde tot twee weken geleden om zijn kracht echt te ontketenen.
Toen ik de iMac kocht was ik helaas in één belangrijk opzicht te goedkoop bezig. Hoewel ik het had geconfigureerd met 32 GB geheugen, koos ik voor een Fusion Drive van 1 TB, de combinatie van Apple van een snelle SSD met lage capaciteit en een langzame 5400-tpm harde schijf met hoge capaciteit. Destijds was het niet logisch om $ 300 uit te geven voor een 512 GB SSD, omdat ik meer opslagruimte nodig had en $ 700 voor de 1 TB SSD-upgrade was te duur voor mijn budget. Apple was echter net overgestapt op het opnemen van aanzienlijk kleinere SSD's in Fusion Drives, wat volgens mij uiteindelijk een enorm probleem werd. (Zie “iMac 1 TB Fusion Drives hebben kleinere SSD's”, 7 augustus 2017.)
Ik merkte meestal niets van het nadeel. De Fusion Drive beviel me aanvankelijk goed met macOS 10.12 Sierra en leek door 10.13 High Sierra te zeilen zonder me verdrietig te maken. Pas toen ik een upgrade naar 10.14 Mojave had uitgevoerd, merkte ik dat ik schijnbaar voor eeuwig moest wachten op het starten van apps en het voltooien van schijfintensieve taken.
Naarmate ik steeds meer gefrustreerd raakte, verscheen 10.15 Catalina eind 2019 en had ik twee cruciale 32-bits apps die ik voor onbepaalde tijd wilde blijven gebruiken. Een overstap naar Catalina zou extra middelen vereisen om een virtuele machine effectief te laten draaien, zodat ik Mojave beschikbaar kon houden voor die twee apps (zie “De overstap naar Catalina: houd je 32-bits Mac-programma's actief met Parallels”, 18 september 2019). Ik koos opnieuw voor de goedkoopste oplossing: upgraden naar 64 GB geheugen en het verkopen van mijn vorige 32 GB aan een vriend.
Het extra RAM-geheugen hielp, maar niet genoeg. Parallels Desktop vereist zwaar schijfgebruik en het was een slak naast andere apps, zelfs met zoveel beschikbare geheugen. Ik heb nog anderhalf jaar doorgewerkt, via de Catalina-release en vervolgens macOS 11 Big Sur, en mijn Mac-laptop op zijn beurt ook met beiden geüpgraded voor onderzoek en schrijven.
De aanschaf van een M1-MacBook Air duwde me eindelijk over de streep. Weet je nog dat je voor het eerst een Retina-display zag? Ik herinner me dat ik er een blik op wierp en dacht: "Oh, nee, ik moet hier niet aan wennen, anders lijkt het alsof mijn huidige scherm uit gigantische blokvormige pixels bestaat." Uiteindelijk kon ik met mijn budget naar Retina overstappen.
De M1-chip had hetzelfde effect. Hoewel hij maar 16 GB geheugen heeft, is de M1 MacBook Air toch een stuk sneller dan mijn iMac. Erger nog, zelfs onder Rosetta 2 emulatie, voor Adobe Creative Cloud-apps zoals Photoshop (dit was voor het uitkomen van de M1-natieve versies), was de MacBook Air nog veel sneller dan mijn iMac. Ik begon Schermdeling te gebruiken zodat ik niet minutenlang hoefde te wachten totdat Adobe InDesign of Photoshop waren opgestart; op mijn MacBook Air duurt dat niet meer dan een seconde of tien.
De oplossing lag voor de hand - ik had snellere opslag nodig op de iMac. Met een paar vorige Mac mini's was ik overgestapt op een betaalbare 512 GB externe opstartschijf met een externe SSD in SATA III formaat, verbonden via USB 3. Zulke SSD's zitten vol met flash-geheugen in een 2.5-inch behuizing maar zijn gebonden aan de beperkingen van de SATA III-snelheden. SATA III-SSD's hebben een bovengrens van net geen 600 MBps (rond de 5 Gbps, de standaardsnelheid van USB 3), een paar keer sneller dan zelfs een 7200 rpm schijf.
Since die tijd zijn zowel de techniek als de prijzen met sprongen vooruit gegaan. SSD's gebruiken tegenwoordig NVM Express, een standaard gebaseerd op PCI Express, en zijn tot tien maal sneller. Zo snel zelfs dat ze tegen de maximum snelheid van Thunderbolt 3 aan zitten. Ik kocht een Thunderbolt 3 externe SSD van Other World Computing, het 1 TB-model van de Envoy Pro EX, met een gespecificeerde snelheid van 2800 MBps voor net geen $ 300. (Als indicatie van hoe zeer de prijzen van SSD's gedaald zijn: je kunt nu een SATA III 8 TB SSD kopen voor minder dan 800 dollar, ongeveer wat ik betaalde voor een 1 TB SSD upgrade in 2017. De eerstvolgende optie is een 8 TB NVMe SSD blade, voor $ 1349 van OWC die je in een Envoy Express Thunderbolt 3 behuizing van 79 dollar kunt inbouwen.)
Zo deed ik de upgrade:
- Ik verbond de SSD via een Thunderbolt 4-poort en formatteerde hem als APFS, zonder versleuteling.
- Vervolgens maakte ik met Carbon Copy Cloner een volledige kopie van mijn Mojave opstartvolume naar de SSD.
- Ik instrueerde System Preferences > Startup Disk om op te starten van de gekloonde SSD.
- Vervolgens herstartte ik de machine in macOS Recovery (houd de Command en R ingedrukt tijdens het opstarten) en installeerde Big Sur op de SSD. De interne Fusion Drive hield ik op Mojave voor eventuele noodgevallen.
- Nadat de installatie voltooid was herstartte ik in Big Sur vanaf de externe SSD.
- Als laatste startte ik de recentste versie van Parallels Desktop op en controleerde de prestaties bij het virtualiseren van Mojave. Dat werkte zoals ik had gehoopt - alles was in principe even snel als vergelijkbare handelingen op het Big Sur gastsysteem waar mijn Mac onder werkte.
Op de iMac voelt het nu alsof mijn computer sterk uitgebreid is. Vooral de snelle opstarttijd van Big Sur maakt dat hij heel anders aanvoelt.
Ik heb getest met de Blackmagic Disk Speed Test. Mijn Fusion Drive mat in het begin honderden MBps bij lees & schrijf-metingen maar na een paar keer meten verplaatste de activiteit zich kennelijk van de SSD naar de harde schijf. De resultaten kwamen hierna niet hoger dan nét 60 MBps voor schrijfsnelheid en iets boven de 70 MBps voor leessnelheid. Op de externe SSD, via Thunderbolt 3, kreeg ik constante metingen van bijna 1600 MBps voor de schrijfsnelheid en bijna 2200 MBps als leessnelheid.
De verbeterde prestaties maakten een enorm verschil voor het werken met apps die veel van de schijf vragen. Ik vond vooral mijn liefde voor geluidsbewerking terug. Jaren geleden besloot ik me hierbij te concentreren op Adobe Audition maar het programma trekt een behoorlijke wissel op de harde schijf. Het kostte minuten om een project op te starten en te laden, het bewerken zelf ging erg langzaam, en het exporteren van gemixte bestanden verliep op zijn best sloom. Nu gaat dat anders: het hele proces loopt als een trein. Het lukt me nu om een opname van 90 minuten, met vijf andere mensen, in een paar uur te bewerken tot zes afleveringen van het programma dat ik presenteer, Pants in the Boot. Een jaar geleden had mij hetzelfde project zeker twee keer zolang gekost, plus een hoop ergernis. Dit werkte heel fijn!
Niemand van ons groeit het geld op de rug en toen ik in 2017 deze iMac kocht, waren kort daarvoor in twee jaar twee Mac mini's gecrasht. Ik was wanhopig op zoek naar een computer om gewoon weer aan het werk te kunnen, zonder mijn hele bankrekening te hoeven plunderen. Ik besloot om een iMac met Fusion Drive te kopen, geen SSD, en dat leek op dat moment niet iets om spijt van te krijgen maar het brak me uiteindelijk wel op.
Naar nu blijkt wordt mijn geduld beloond. Mijn externe SSD via Thunderbolt 3 werkt even snel als een interne, kant-en-klare SSD van Apple gedaan zou hebben. Bovendien: als mijn huidige schijf ermee ophoudt, kan ik hem eenvoudig vervangen en hoef ik geen iMac open te knippen. Ik kan zonodig over een paar jaar upgraden naar een grotere, 2 TB- of zelfs 8 TB—SSD. De prijzen daarvan blijven zakken. Op dit moment ben ik erg blij dat ik weer een paar jaar langer kan doorwerken met deze computer, toch één van mijn favoriete Macs, nu ik zijn werkelijke snelheid niet langer beperk door mijn verkeerde aankoop destijds.
Emulatie, virtualisering en Rosetta 2: een mix van oud, nieuw en toekomstmuziek
[vertaling: TK, PH, DPF, JR]
In de loop der decennia heeft Apple diverse succesvolle migraties van processoren en besturingssystemen doorgevoerd met een combinatie van emulatie en virtualisering. Emulatie laat een computer code uitvoeren die bedoeld is voor een andere CPU, zoals een Mac met een Intel-processor waarop code draait die is geschreven voor een Motorola-chip. Virtualisering stelt Apple (en andere bedrijven) in staat oudere besturingssystemen een tijdje, of zelfs voor onbepaalde tijd, in leven te houden door een omgeving te creüren waarin oudere code kan draaien, zonder dat die beseft dat hij geen hardwarecomputer bestuurt.
Apples nieuwste aanwinst op emulatiegebied is Rosetta 2, waarmee Intel-gebaseerde programma's kunnen draaien op Apple's M1-chips. Maar er is meer op komst dat de overgang van Intel naar Apple-silicon voor Mac-gebruikers zou kunnen verbeteren, zoals een virtualiseringsprogramma waarmee we 10.15 Catalina of eerdere Intel-versies van macOS kunnen starten, of Intel-varianten van Windows, Linux en andere besturingssystemen. Wat staat dat nog in de weg?
Ofschoon ze een heel gelijkaardige functie lijken te hebben, gaapt er een brede kloof tussen emulatie en virtualisering. Apples beperkte Rosetta 2-emulator biedt zo'n touwbrug over een kloof als in de Indiana Jones-films. Zal er iemand een pijlerbrug bouwen? Laten we eerst de concepten eens bekijken.
De kloof overbruggen: emulatie en virtualisering
Met zowel emulatie als virtualisering kun je een of meer apps of volledige besturingssystemen draaien binnen een tweede besturingssysteem dat duidelijk gescheiden is van het besturingssysteem dat de hostcomputer beheert: de eigenlijke computerhardware. Een dergelijke benadering biedt het beste van twee werelden, waarbij je de nieuwste hardware en het nieuwste besturingssysteem kunt gebruiken terwijl je nog steeds toegang hebt tot eerder aangeschafte apps die alleen nog draaien onder machineconfiguraties die niet langer beschikbaar zijn. Het is ook enorm handig voor app-ontwikkelaars en technisch ondersteunend personeel, die vaak verschillende versies van het besturingssysteem nodig hebben voor testen en probleemoplossen.
Emulatie werkt over het algemeen op instructieniveau. Emulatoren simuleren gewoonlijk de meeste of alle functies van een computerprocessor, hoewel ze slechts een gedeelte van alle mogelijke instructies kunnen verwerken die de echte CPU kan uitvoeren. Wanneer een app of besturingssysteem wordt geladen in een emulator, zet de emulator de instructies om in een versie die werkt op de processor waarop de emulator draait. (Er zijn zelfs emulators genest in andere emulators, met name in het telefoonnetwerk en andere langlopende systemen. En er zijn hardware-emulators, inclusief chips die kunnen worden geprogrammeerd om zichzelf opnieuw te configureren om andere chips te emuleren!)
Omdat emulatie op zo'n elementair niveau werkt, kan het behoorlijk traag zijn als de hostprocessor niet beduidend sneller is dan degene die hij imiteert. Rosetta 2 heeft het voordeel dat de Intel-processorcode wordt omgezet naar Apple silicon-instructies op de M1-chip. Deze is geoptimaliseerd voor macOS en aanzienlijk sneller dan de voorgaande CPU's van Intel.
Emulatie kan worden gebruikt voor serieuze doeleinden, zoals het laten draaien van vitale bedrijfssoftware, zelfs als de benodigde hardware verouderd en niet meer beschikbaar is. Het kan een investering behouden in software die in een behoefte blijft voorzien voor particulieren of bedrijven wereldwijd, vooral wanneer er helemaal geen nieuwere software beschikbaar is of om de prijzen van upgrades redelijk te houden. Het is ook een zegen voor computerarchivarissen en mensen die van historische machines en games houden. Het internetarchief heeft vroege emulators voor Mac waarmee je bijvoorbeeld de Mac-versie van de Oregon Trail-game kunt spelen, en zelfs emulators die Adobe Flash in leven houden voor oude animaties en interactieve spelletjes. Al deze emulators draaien opmerkelijk genoeg in een webbrowser.
Virtualisering werkt daarentegen op een hoger niveau. Een virtualiserings-app maakt virtuele machines die een raamwerk bieden om app- of besturingssysteemcode uit te voeren met dezelfde processor die het besturingssysteem van de hostcomputer uitvoert. Deze apps of besturingssystemen denken dat ze op een echte processor draaien - zij zijn de spreekwoordelijke "hersenen in een vat" - en er is slechts een bescheiden hoeveelheid extra code die maakt dat ze trager werken in die omgeving.
Parallels Desktop en VMware Fusion voor Intel-Macs zijn bijvoorbeeld virtualiseringsapps die gebruikmaken van een zogenaamde hypervisor om andere Intel-besturingssystemen binnen hun virtuele machines te draaien. (Parallels biedt zelfs de keuze tussen hun eigen hypervisor of die van Apple, en raadt het gebruik van die van Apple aan als je Big Sur draait.) Virtualisering stelt je ook in staat om oude versies van macOS te blijven gebruiken, net zoals versies van Windows, Linux en andere besturingssystemen die Intel x86-code gebruiken, inclusief 32-bits code van vóór de overstap op 64-bits apps met Catalina. Je kunt meerdere virtuele machines instellen in één app en ze naast elkaar draaien.
(Tussen twee haakjes, Boot Camp is geen virtualisering. Het een manier om Windows op een Mac met een Intel-processor te installeren en te draaien, waarbij Windows echt het controlerende besturingssysteem is op je computer.)
Hypervisors worden ook gebruikt in datacentra en door bedrijven om hardware optimaal te kunnen benutten - er worden dan meerdere virtuele machines gecombineerd tot één extreem krachtige server. Ik heb zelf zo'n server, een deel van een machine die onder een hypervisor draait, en die server is bijna hetzelfde als een eigen fysieke server ergens in een rek, maar een stuk minder prijzig. Als de hardware niet meer werkt, kan mijn provider binnen een paar minuten een schijfafbeelding van die server op een nieuwe 'gastheer' installeren. Veel componenten in een datacentrum zijn ontworpen om tijdens werking uitgewisseld te kunnen worden, zodat het risico dat het systeem niet beschikbaar is nog verder wordt verkleind.
De oplossing van Apple voor de overgang van Intel-processoren naar die van hunzelf is emulatie, zij het op een manier die virtualisering erbovenop niet toestaat. Rosetta 2 is een 64-bits Intel x86-emulator voor de M-serie Macs van Apple, maar het is geen volledige emulatie-omgeving en 32-bits apps worden niet ondersteund. Bedrijven die virtualiserings-apps maken zullen uiteindelijk hun apps geschikt maken Apple-silicon, zodat ze besturingssystemen kunnen draaien voor ARM-chips die compatibel zijn met de M1 (en mogelijke opvolgers in de M-serie), de ARM-chip van Apple. Parallels heeft al een Parallels Desktop bèta beschikbaar voor M1-Macs, waarmee je een voorvertoning van Windows voor ARM-chips kunt draaien, die compatibel is met Apple's implementatie van ARM. (Je kunt je aanmelden voor zowel de Parallels Desktop bèta als het Windows Insider-programma waarmee je de Windows-voorvertoning gratis kunt downloaden.)
Een ingewikkeld Droste-effect: als je Windows voor ARM-chips draait in Parallels Desktop voor M1-chips, biedt Microsoft een Intel-emulator die zowel 32-bits als 64-bits apps kan draaien die geschreven zijn voor de Intel-versie van Windows! (Microsoft bracht de 64-bits update uit in december 2020, de 32-bits-versie is al beschikbaar sinds 2017.)
Nu we het verschil kennen tussen emulatie en virtualisering, kunnen we eens nader kijken naar waar Apple nu staat en wat de toekomst gaat brengen voor de overgang naar Apple-silicon voor alle Macs.
Een reis door Apple's emulatie en virtualisering
Ik ben al lang onder de indruk van hoe effectief Apple overgaat tussen generaties van hardware en besturingssystemen. Onder Michael Spindler, Steve Jobs en Tim Cook heeft Apple laten zien niet sentimenteel op de toekomst gericht te zijn.
De tijdlijn van Apple voor emulatie en virtualisering ziet er als volgt uit, hoewel er paar extra stapjes en nuanceringen zijn die op zich al hele Wikipedia-pagina's (kunnen) vullen:
- Motorola 68040 naar PowerPC: Apple bouwde een “68K”-emulator waarmee je op een PowerPC-processor software kon draaien die voor de laatste versie van de 68040-processor was geschreven, van 1994 tot Mac OS 9.2 in 2001.
- Mac OS 9 naar Mac OS X: In de 'Classic-omgeving' kon je software draaien voor Mac OS 9.04 en latere versies in een virtuele machine die geleverd werd met Mac OS X. Deze omgeving was beschikbaar vanaf de publieke bèta van Mac OS X die rond 2000 verscheen tot en met 10.4.11 Tiger in 2007.
- PowerPC naar Intel: Met de oorspronkelijke Rosetta-emulator kon je de meeste PowerPC-software op Macs met een Intel-processor draaien. Deze zat in 10.4.4 Tiger tot en met 10.6.8 Snow Leopard.
- Intel naar de M-serie: Met de Rosetta 2-emulator kun je de meeste 64-bits Intel software op processoren van de M-serie draaien. Nog niet bekend is hoe lang dit nog kan, maar waarschijnlijk zal dit minstens 3 tot 5 jaar zijn.
- iOS/iPadOS op processoren van de M-serie: Je kunt beargumenteren dat de mogelijkheid om iOS en iPadOS-apps binnen macOS op een M1-Mac te draaien een vorm van virtualisering is, ook al lijken deze apps te draaien als reguliere macOS-apps. Maar omdat ze niet hetzelfde besturingssysteem gebruiken, kan het toch van virtualisering genoemd worden.
Rosetta 2 wordt automatisch achter de schermen gestart wanneer je een 64-bits Intel-Mac-app start. (De allereerste keer dat je dat doet, word je wellicht gevraagd om Rosetta 2 te downloaden en te installeren, hoewel sommigen zegen dat ze die vraag niet gezien hebben.) De eerste keer dat je de app draait, wordt er door de emulator een eenmalig vertaalproces gestart, waarna de geconverteerde code in de cache wordt opgeslagen. Daardoor gaat het starten van de app daarna sneller, hoewel de vertaling opnieuw plaatsvindt wanneer je een Intel-app bijwerkt.
Programmeurs kunnen er ook voor kiezen om universele apps uit te brengen, die in één bundel code voor zowel Intel- als M1-chips leveren. Je kunt Toon info in de Finder gebruiken om een universele app te dwingen om met Rosetta 2 te openen. Die optie komt van pas, omdat er programmeurs zijn die universele apps hebben uitgebracht wier functionaliteit niet gelijk oploopt met de Intel-versie. Zo laat de oorspronkelijke uitgave van Adobe Photoshop voor M1 Macs bijvoorbeeld een aantal functies uit de Intel-versie weg. Er zijn ook apps die met plug-ins uitgebreid kunnen worden, maar waarvoor de plug-ins die jij bezit nog niet op de M1 draaien.
Sommige bedrijven brengen aparte Intel- en M1-versies van hun apps uit. Ik zag dat Zoom en Cisco WebEx automatisch M1-versies van hun apps naar mijn M1 Macbook Air downloadden, terwijl je bij Google Chrome kunt kiezen.
Parallels Desktop, en blijkbaar in de toekomst ook VMWare Fusion, zullen andere ARM-besturingssystemen kunnen draaien – inclusief varianten van Unix, Linux en Windows – net zoals ze nu Intel-besturingssystemen op Intel-Macs draaien. Catalina of eerdere versies van macOS zul je echter niet kunnen virtualiseren, omdat er nog geen manier is om Intel-besturingssystemen op een M1-Mac zowel te emuleren als te virtualiseren. Daar komt wellicht verandering in.
Totale emulatie na Rosetta 2?
Apple laat Rosetta 2 welbewust niet iedere functie en handeling op een Intel-processor uitvoeren: alleen die taken die Mac-software binnen macOS uitvoert worden ondersteund. Omdat het bedrijf de hele omgeving controleert waarbinnen Mac-software is ontworpen en samengesteld, heeft Apple Rosetta 2 gebouwd om alleen datgene te emuleren wat het programmeurs binnen die omgeving toestaat, hetgeen berust op een beperkt aantal instructies voor de Intel-CPU.
Om een besturingssysteem dat op Intel x86-chips draait te kunnen emuleren – zoals een macOS-versie van vóór Big Sur, een Intel-versie van Windows, of een ander – zal een of andere groep of bedrijf een processor-emulator moeten bouwen die flexibel en compleet is.
En daar wringt de schoen. Er zijn geen technische redenen aan te wijzen waarom een bedrijf geen volledige x86-emulator voor een ARM-chip zou kunnen creëren. Zowel Apple en Microsoft hebben al gedeeltelijke emulators voor hun respectievelijke besturingssystemen gebouwd. Het is ironisch dat, als je eenmaal een generieke x86-emulator gebouwd hebt, het niet zo moeilijk is om macOS-versies van vóór Catalina toe te laten, zodat je 32-bit apps zou kunnen draaien. Zo zou je deze oudere apps in een combinatie van emulatie en virtualisering op een M-serie Mac kunnen blijven gebruiken.
De exacte motivatie van Apple om geen volledige processor-emulator te bouwen is ons niet bekend. We vermoeden dat Apple koos voor Catalina als scheidslijn voor 32-bit-compatibiliteit, omdat dat dit een extra belasting in prestaties en testen zou betekenen voor Rosetta 2 op een M-serie Mac, zonder dat dit tot een significant voordeel voor het merendeel van de gebruikers zou leiden. Apple heeft jarenlang geprobeerd om programmeurs en gebruikers van de 32-bit apps af te krijgen. Daarbij komt nog dat het bedrijf er naar streeft om iedereen zo snel mogelijk op de recentste technologieën over te laten gaan.
Er kunnen ook juridische aspecten in het geding zijn. Intel liet Microsoft en Qualcomm in 2017 weten dat het emuleren van x86-instructies op ARM-versies van Windows of Qualcomm-chips juridische gevolgen zou kunnen hebben. Omdat Intel al tientallen jaren lang en voor een aantal generaties chips instructies heeft ontworpen, bezit het bedrijf octrooi op sommige x86-instructies, terwijl andere verlopen zijn. De details zouden via langdradige en langlopende civiele zaken uitgeprocedeerd moeten worden. (Bijvoorbeeld: Oracle verloor recentelijk een elf jaar lopende rechtszaak tegen Google over intellectueel eigendom van een compatibele versie van Java die Google in Android gebruikte. De zaak ging helemaal tot in het Amerikaanse Hooggerechtshof.)
Er volgden echter geen gerechtelijke stappen op de insinuaties van Intel. Microsoft bracht eerst een 32-bit x86-emulator uit met Windows voor ARM uit en voegde daar vervolgens in december 2020 een 64-bit x86-emulator aan toe. Kleinere bedrijven of open-source programmeurs die liever niet in aanvaring komen met een miljardenfirma zullen wellicht door de impliciete dreigementen van Intel afgeschrikt worden, maar daar zijn ook geen aanwijzingen voor. Open-source programmeurs zijn niet te beroerd om alarm te slaan als ze geconfronteerd worden met dit soort bedreigingen, dus ik denk dat we dat wel zullen horen, mocht het gebeuren.
Om nu een Intel-besturingssysteem te kunnen draaien, zul je Intel-hardware moeten blijven gebruiken, met bijvoorbeeld virtualiseringssoftware die andere besturingssystemen dan het host-besturingssysteem aanstuurt. In het verleden was het steeds zo dat wanneer er belang was bij het in leven houden van oudere hardware, er wel een emulator ontwikkeld werd – commercieel, open-source, dan wel beide. We zullen zien of dit nu ook weer gebeurt.
Glenn schreef recentelijk een boek specifiek over Apple-silicon Macs, Take Control of Your M-Series Mac, waarin hij de substantiële verschillen in macOS, recovery mode en het draaien van niet-Mac-apps binnen macOS bespreekt.
Wij leggen uit wat je weten moet over Apple-technologie. |
Vorige aflevering | TidBITS Nederlands | Volgende aflevering