Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering

TidBITS Logo

TidBITS#1028, 17 mei 2010

We hebben deze week twee hoofdartikelen voor je: de uitgebreide kijk van beveiligingsexpert Rich Mogull op hoe je je privacy tegen Facebook kunt beschermen en een gastbijdrage van Robyn Weisman die discussies voerde over iPhone-apps met bestuurders van sommige van de grootste nieuws- en entertainmentbedrijven. Verder in deze aflevering bekijkt Doug McLean de herziene zoekresultatenpagina van Google, brengt Adam het nieuws dat Apple toegegeven heeft dat er wifi-problemen zijn met de iPad en geeft Glenn Fleishman details over hoe ons TidBITS Commentaarsysteem het soort problemen vermijdt waar andere commentaarsystemen onder te lijden hebben gehad. Bij de vermeldenswaardige nieuwe software van deze week zitten Waveboard 1.0, ShareTool 2.0 en Keyboard Maestro 4.3.
 
Artikelen
 

De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de VS.


Deze editie van TidBITS werd gedeeltelijk gesponsord door:
Help TidBITS te ondersteunen door onze sponsors te sponsoren!

Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:

Verder werkten mee:

Hoe je ons kunt bereiken kun je lezen op:
<./tidbits-nl/contact.html>


Apple geeft wifi-problemen van iPad min of meer toe

  door Adam C. Engst <[email protected]>
  5 reacties (Engelstalig)

[vertaling: DPF]

Glenn schreef in "Sommige iPadgebruikers hebben last van wifi-kuren" (6 april 2010) dat sommige iPad gebruikers (inclusief mijzelf!) problemen hebben ondervonden met het verbinding maken met wifi-netwerken. Klachten variëren van onverwacht lage signaalsterkte, vaak de verbinding kwijt raken, sterk variërende netwerksnelheden en het regelmatig vragen om al bekende wachtwoorden.

Apple heeft stilzwijgend een Knowledge Base artikel bijgewerkt over problemen met het verbinden van iPads met wifi-netwerken. In eerste instantie gaf dit artikel alleen maar standaard suggesties als het up-to-date brengen van de firmware van je wifi-router of het gebruiken van WPA of WPA2 in plaats van WEP. Dat is waarschijnlijk nog steeds een goed idee, maar daardoor werden deze problemen niet veroorzaakt.

In het bijgewerkte artikel stelt Apple nu dat de problemen misschien vooral optreden met je schermhelderheid op de laagste instelling. Dat klinkt nogal raar. Er is echter een reactie van Eugen die stelt dat bekende methoden van het dimmen van LED's inderdaad zouden kunnen resulteren in oscillaties die interfereren met andere straling, zoals wifi-signalen. Ik heb bovendien van een lezer gehoord dat het verhogen van de helderheid van het scherm van zijn iPad inderdaad betere resultaten gaf voor zijn wifi-verbinding.

Apple besteedt ook aandacht aan het iPad DHCP-probleem in hetzelfde artikel, hoewel deze problemen hoogstwaarschijnlijk niet gerelateerd zijn (zie "De Universiteit van Princeton vindt een DHCP-weeffout in de iPad", 15 april 2010). Apple raadt aan om je DHCP handmatig te vernieuwen wanneer het probleem optreedt, of je wifi-verbinding uit en weer aan te schakelen. Dat helpt wanneer de iPad zelf niet goed werkt, maar niet wanneer je ook dubbele adressen krijgt voor andere apparaten. De wordkaround van Princeton is algemener en voorkomt bovendien dat het probleem nogmaals optreedt.

In feite is de meest bemoedigende regel uit het Knowledge Base artikel deze regel aan het begin.

"Apple zal de resterende wifi problemen oplossen met een toekomstige iPad software update".

Wij dachten al dat dat nodig zou zijn en we hopen dat iPhone OS 3.2.1 for the iPad snel uit zal komen en inderdaad oplossingen zal bieden voor de wifi problemen én het DHCP probleem.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Nieuwe look voor Google-zoekresultaten

  door Doug McLean <[email protected]>
  2 reacties (Engelstalig)

[vertaling: TK]

De VP van Google, Marissa Mayer, heeft een bericht gepost op de officiële blog van Google waarin zij de recente facelift van de zoekpagina's van de zoekmotorenreus verklaart. De opvallendste verandering is de toevoeging van een zijbalk aan de linkerkant die drie oude zoektechnologieën van Google combineert: Universal Search, waarin verschillende soorten zoekresultaten zoals webpagina's, afbeeldingen en video's op één pagina verschijnen; de zijbalk Meer opties, waarmee de gebruiker zoekresultaten kan filteren met behulp van criteria; en Google Squared, met een synthese van informatie die verspreid is over meerdere sites in een toegankelijk formaat in spreadsheet-stijl.

Elke zoekopdracht in Google vormt het beginpunt en met de mogelijkheden in de nieuwe zijbalk kun je dan inzoomen op wat je zoekt. De standaard zoekervaring in Google, de weergave "Alles" in Universal Search, blijft de standaard, met een pagina met gemengde resultaattypes. Maar nu kun je de resultaten gemakkelijk beperken tot één van de beschikbare categorieën, met o.a. boeken, afbeeldingen, video's, maps, nieuws, shopping, blogs, updates en discussies. Daarnaast kun je met de meer toegankelijke Meer opties deze resultaten gemakkelijk nog verder verfijnen, bijvoorbeeld op datum, duur van de video, formaat van afbeelding, enz. Verder zijn er nog de verschillende weergaven - Related Searches, Wonder Wheel en Timeline - en bijkomende opties waarmee je bijvoorbeeld sites met afbeeldingen kunt verkiezen, meer of minder shopping sites kunt vragen, paginavoorbeelden weergeven en vertaalde zoekopdrachten weergeven.

Mayer merkt ook op dat Google het logo en het kleurenpalet lichtjes heeft aangepast om "onze pagina minimalistisch en eigenzinning te houden, maar om onze algemene look moderner te maken". Ik moet toegeven dat ik de veranderingen in de kleur of het logo zelf niet zou opgemerkt hebben, maar de pagina ziet er wel fris uit. De hoofdstartpagina van Google behoudt echter wel zijn basisuitzicht en laat niets vermoeden over de veranderingen op de pagina met zoekresultaten.

Nu, als je denkt dat je van sommige van deze mogelijkheden al gehoord hebt in verband met de Bing-zoekmotor van Microsoft, dan ben je niet de enige. Wanneer je even zoekt op Tchaikovsky (ik heb dit geschreven op de verjaardag van deze componist!), zie je de overeenkomsten tussen de zoekresultatenpagina's.




Veel van de aandacht voor de nieuwe zoekmotor van Microsoft uit 2009 heeft te maken met de zijbalk (in één van de vroege reclamecampagnes van Bing werd gesteld dat de site gebruikers kon genezen van het "Search Overload Syndrome" - een zinspeling op de ongedifferentieerde hoeveelheid zoekresultaten die je soms krijgt bij Google). En met de impact die Bing heeft op de zoekmarkt, is het geen verrassing dat Google enkele punten overneemt (net zoals Bing dat in het begin ook heeft gedaan).

Volgens de analysesite Hitwise, had Bing in april 2010 een marktaandeel van 9,43 procent en Google 71,4 procent. Maar terwijl Google de algemene zoekstatistieken domineert (en in feite in april 2 procent heeft gewonnen terwijl Bing 2 procent heeft verloren), heeft Bing het afgelopen jaar vooruitgang geboekt voor wat betreft zoekopdrachten in specifieke verticale markten zoals Automotive (een toename met 95 procent van jaar tot jaar), Health (toename met 105 procent), Shopping (toename met 100 procent) en Travel (toename met 71 procent). Ofschoon het aandeel van Bing dus veel kleiner blijft dan dat van Google, wint de zoekmotor van Microsoft meer terrein in deze verticale markten dan in de markt voor algemene zoekopdrachten, en dit valt mogelijk te verklaren door de filteropties van Bing.

De interfaces van beide zoekmotoren vertonen dan wel overeenkomsten, maar er blijven nog altijd genoeg verschillen bestaan. Beide sites kiezen passende filtercategorieën volgens je zoektermen, maar Google is flexibeler op het vlak van methodologie. Google geeft eerst wel voorrang aan één soort resultaat (bijvoorbeeld shopping voor video voor de zoekterm "Nike-schoenen"), maar de link Meer biedt je nog altijd wel toegang tot de andere categorieën.

Aan de andere kant biedt de zijbalk van Bing meer specifieke filtercategorieën (zoals tickets, coupons of posters) en kun je deze categorieën niet kiezen of veranderen (maar ruwe algemenere opties voor het aanpassen van je zoekopdracht blijven wel bovenaan het browservenster staan). Bing heeft ook geen op tijd gebaseerde filters waarmee je zoekopdrachten kunt verfijnen op aanmaakdatum.

De veranderingen van Google zijn incrementele verbeteringen die de meerderheid van de gebruikers wat sneller en gemakkelijker meer dan een basiszoekopdracht bieden. We kunnen moeilijk zeggen of deze veranderingen een effect zullen hebben op het marktaandeel, omdat volgens mij de meeste mensen niet vaak van zoeksite verander, en beide sites doen in wezen wel wat van ze wordt verwacht.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Vertrouw maar controleer: het succes van het TidBITS commentaarsysteem

  door Glenn Fleishman <[email protected]>
  5 reacties (Engelstalig)

[vertaling: HV, CS]

Hier bij TidBITS is het gebruikelijk dat we lang en uitgebreid overleggen over veranderingen in onze website voordat we aan de slag gaan. Dat is wel eens vermoeiend. Soms zou je alvast wel even X willen doen, wat X dan ook mag zijn. Maar het heeft ook grote voordelen: meestal hebben we een compleet uitgewerkt model van de gewenste wijziging of uitbreiding voor ons voordat we aan de slag gaan en hoeven we alleen maar wat (meestal heel wat) scriptprogrammeer- en database-werk te doen om het één en ander geïmplementeerd te krijgen.

Zo hebben we ook ons TidBITS commentaarsysteem ontwikkeld. Via dit commentaarsysteem kan iedereen opmerkingen maken bij gepubliceerde TidBITS artikelen. Adam Engst heeft uit de doeken gedaan hoe we dit commentaarsysteem hebben opgezet en hoe het werkt, in "Voorstelling van het TidBITS commentaarsysteem" (3 juli 2009).

We hebben het nu tien maanden in de lucht en we zijn best trots op hoe goed het TidBITS commentaarsysteem tot nu toe werkt. Met dat in het achterhoofd wil ik het hebben over commentaarsystemen, omdat er onrust is ontstaan over anonieme commentaren en hun functie op nieuws-sites.

Bij ons is het zo, dat wij elke commentator vragen zijn identiteit te bevestigen voor elke door hem of haar gebruikte browser, door een, in een email toegestuurde, URL te bezoeken. De URL in deze email leidt naar een pagina die een browser-cookie instelt. (In de toekomst krijgen we accounts met alles erop en eraan. We testen op dit moment het Take Control accountmanagementsysteem, dat uiteindelijk naar alle TidBITS-lezers wordt uitgebreid; zie "Reading Take Control Ebooks on an iPad (or iPhone or iPod touch)", 7 april 2010.)

Dit is in lijn met de algemene tendens dat media-sites om een vorm van externe verificatie vragen, in plaats van commentatoren berichten te laten plaatsen zonder controle via een extern systeem. De New York Times berichtte onlangs over deze algemene trend en het lijkt erop dat de notie van helemaal anonieme reacties uit de tijd raakt. Verificatie met Facebook Connect en Twitter zijn ook deel van die trend en maken het mogelijk om met een enkele identiteit op meerdere sites reacties te plaatsen. En een wijziging bij de blogs van Gawker Media waarmee een stricter reactiesysteem in werking trad, leidde aanvankelijk tot een snelle vermindering van het aantal reacties, maar op de langere termijn tot meer en betere reacties.

Er zijn natuurlijk sites die het lezers helemaal niet toestaan om reacties te plaatsen. Onze geachte collega John Gruber heeft nooit reacties toegestaan op Daring Fireball, wat kortdurig leidde tot een parodie-site met de naam "Daring Fireball with Comments", die feilloos de gruwelen tentoonspreidde van hetgeen er anders had kunnen gebeuren. (Ik plaats het adres van de site niet, want je ziet nu alleen nog maar een afbeelding van een iPhone met een dankwoord aan John dat hij het zo sportief heeft opgevat… en duizend spamberichten vol reclame voor opwindende drugs.)

Aan onze zijde vroegen we ons af, of het invoeren en bevestigen van een e-mailadres voor mensen een te hoge barrière zou zijn, hoe laag die ook lijkt. Wij hebben nauwelijks financieel voordeel bij de toename van bekeken pagina's met reacties (misschien een paar dollar per maand); met dat motief overmatig stimuleren van reacties was dus niet onze bedoeling. Evenmin wilden we onze lezers ontmoedigen.

De resultaten overstegen onze verwachting. We naderen de 4000 reacties op 440 artikelen door bijna 1900 personen, ongeveer de helft van de artikelen en koppelingen die we in die periode hebben gepubliceerd. En terwijl er zeker een aantal vaste bezoekers zijn, zien we ook dat velen bereid zijn zich te registreren om een enkele opmerking achter te laten.

Een aantal populaire artikelen kregen tientallen reacties, en leverden een geweldige discussie op, die de reikwijdte van de artikelen verbreedde in richtingen waar we zelf nooit op waren gekomen. Adams "Is dit het tijdperk van technologisch analfabetisme??" (18 augustus 2009), leverde 91 reacties op, waaronder veel zeer doordachte. Maar we zijn al tevreden als een artikel maar een paar opmerkingen met nuttige informatie krijgt.

We hebben er ook absoluut geen probleem mee om te worden gecorrigeerd wanneer dat van toepassing is. Spelfouten, krukkig taalgebruik, een onjuistheid, kromme logica, we horen hierover in de reacties en vaak werken we het artikel bij om het probleem uit de weg te ruimen. (Hartelijk dank voor de beleefde en hulpvaardige toon van deze kritiek!)

De respons op de limiet van 1000 lettertekens (ongeveer 150 woorden) was niet slecht. De meeste mensen blijven binnen de limiet, alleen heel soms moet iemand een tweede reactie plaatsen om zijn verhaal af te maken. We zijn geen Twitter, maar willen ook geen eindeloze verhalen in de hand werken.

Als beheerders hebben we onszelf een aantal eenvoudige commando's gegeven om reacties te bewerken of wissen, en om iemand op de zwarte lijst te zetten. Iemand op de zwarte lijst zou natuurlijk met een ander e-mailadres opnieuw kunnen registreren, maar we hebben maar 30 mensen hoeven uitsluiten, of ongeveer 1,5 procent van de schrijvers. Meestal was dit vanwege stuitende spam en slechts een enkeling voor gedrag dat de perken te buiten ging. We wissen reacties uiterst zelden, voornamelijk als ze niet meer relevant zijn na het bijwerken van een artikel (het is niet nodig te lezen over een spelfout, als die al verbeterd is) en bij het bewerken gaan we heel behoedzaam te werk, door hier en daar een typefout te verbeteren, of geciteerde tekst uit te dunnen.

Ik beheer al maillijsten en forums sinds 1990, toen ik een desktop-publishing-lijst had met het duizelingwekkende aantal van 1000 abonnees over de hele wereld (voornamelijk in de academische wereld, maar ook via internet-gateways zoals The WELL). In die tijd heb ik nooit een discussie- of reactiesysteem ontworpen of gebruikt, dat zo weinig onderhoud vergde.

Echt, we weten wel dat TidBITS-lezers de beste zijn (echt waar!) maar we verwachtten ook spelbrekers die het leuk vinden om een systeem te saboteren. Het systeem van emailverificatie is geen echte belemmering voor wie anderen wil zieken, maar kennelijk is dit, samen met een paar door ons gebouwde AJAX-elementen voor het publiceren, voldoende geweest om echt misbruik tegen te gaan. Tot nog toe. (We hebben virtuele alarmbellen om ons bij aanvallen te waarschuwen, dus mochten die zich voordoen, dan hopen we ze zo te kunnen verijdelen.)

We zijn blij met het systeem dat we gebouwd hebben, maar denken nog steeds na over wat we nog meer kunnen toevoegen, naast het in de nabije toekomst markeren van berichten van redactieleden. Als we ons accountbeheer-systeem op zijn plek hebben, komt een heel scala aan mogelijkheden binnen ons bereik en we vragen ons af waarmee te beginnen.

Dus wat zou jij willen zien? Zoals je weet, zijn je reacties welkom.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


In gesprek met reuzen in het iPhone app-continuüm

  door Robyn Weisman <[email protected]>
  3 reacties (Engelstalig)

[vertaling: JWB, DPF, HV, LmR]

Twee jaar geleden zaten mobiele telefoon-apps eenvoudigweg nog niet in mijn systeem. Natuurlijk, ik wist dat BlackBerries email konden versturen en dat je dat ook kon doen op een iPhone, waarop je tevens kon kijken naar foto's, YouTube video's en kaarten. Maar ik kon me bijna niet voorstellen dat ik een programma zou hebben dat je alles zou kunnen laten doen van het vinden van rustplaatsen langs de Interstate 40 tot het onderweg spelen van Peggle, laat staan het bekijken van Facebook en Twitter-bijdragen.

Maar in de tijd dat ik nog zo af en toe tekst intypte op mijn Motorola RAZR, waren vele grote nieuws- en amusementsbedrijven al druk bezig met het anticiperen op en het ontwikkelen van apps voor het iPhone OS. Ik realiseer me dat TidBITS zich meer concentreert op kleine ontwikkelaars, dus waarom zouden we ons bezig houden met wat die grote reuzen aan het doen zijn? Los van het grote bereik van deze bedrijven, hebben deze ook een hele andere insteek dan de kleine ontwikkelaar. Met dit in het achterhoofd sprak ik met een aantal leidinggevenden bij grote contentbedrijven om er achter te komen wat zij denken over de iPhone.

Wat ik interessant (zelfs verrassend) vond aan deze bedrijven is dat ze niet zozeer geïnteresseerd zijn in apparaten of platforms als zodanig, maar in manieren om hun content bij zoveel mogelijk mensen te krijgen en op een snelle maar continue wijze winst te maken. Wanneer hun marktonderzoeksafdelingen statistieken zouden aanleveren waaruit bijvoorbeeld zou blijken dat Windows Mobile 6.5 hen de beste greep op de mobiele markt zou bezorgen, dan zou je een stortvloed aan apps voor dat platform te zien krijgen. Het gaat hen om content, niet om technologie.

Dat gezegd hebbende, hoewel vele van diegenen met wie ik sprak zeiden dat ze apps verkopen en ontwikkelen voor andere mobiele platforms als Android en BlackBerry OS, leken ze allen de iPhone OS apps te zien als een cruciaal onderdeel van hun mobiele strategieën. En ze beschouwen debatten over open versus gesloten omgevingen voornamelijk als onbelangrijke details.

Innovatie of voortzetting? Videogame-reuzen als Electronic Arts (EA) en Gameloft, tv-zenders als ESPN, CNN en NBA Digital en studios als Disney, Fox en Paramount lijken allemaal geanticipeerd te hebben op de aardverschuiving die plaats greep in de iPhone app-wereld. In de meeste gevallen waren iPhone en andere smartphone-apps eenvoudigweg de laatste herschikking van voortdurende mobiele strategieën die al jaren eerder waren uitgezet.

Zo bracht Gameloft bijvoorbeeld zijn eerste mobiele spellen voor met Java uitgeruste telefoons bijna een decennium geleden op de markt. Volgens Gonzague de Vallois, senior-vicepresident bij Gameloft, nam het gemiddelde spel in die tijd slechts 300 KB in beslag. In tegenstelling daarmee neemt de iPhone app-versie van het kaartspel UNO 72,5 MB in beslag en de race-simulator Driver is maar liefst 405 MB groot. Op dezelfde wijze begon Disney haar mobiele avonturen als partner van de Japanse mobiele provider NTT DoCoMo in 1999 en breidde al snel daarna haar ontwikkeling en publicatie van spelletjes, beltonen en plaatjes uit naar mobiele providers wereldwijd, aldus Stephen Saiz, directeur marketing en digitale publicaties van Disney Interactive Studios.

En bij ESPN zaten mobiele apps al in het DNA van het bedrijf sinds de dagen van de Newton, toen de zender sportuitslagen naar pagers verzond via haar Sportstrack-applicatie, vertelde John Zehr, senior vicepresident en algemeen directeur van ESPN Mobile. "Het binnenhalen van uitslagen, waar ze zich op dat moment ook mogen bevinden, is een fundamentele functie voor sportfans, dus dat is onze belangrijkste motivatie geweest. We doen al content voor mobiele telefoons sinds 1999 op enkele van de eerste met data-functies uitgeruste GSM's (en PDA's) als de Palm VII".

Het transformeren van de mobiele markt -- Ondanks deze lange historie heeft de App Store de uitgifte van apps getransformeerd omdat ze het gemakkelijk heeft gemaakt om nieuwe applicaties te ontdekken, voegde Zehr hier aan toe. "Ongeacht de iPhone zouden we toch wel (mobiele apps) ontwikkelen, maar tot nu toe was de grootste uitdaging altijd om mensen te laten ontdekken hoe ze ze moesten krijgen", zei hij. "En het mes snijdt aan twee kanten. Mensen kunnen je apps bespreken en direct feedback geven in de App Store, wat ons weer helpt om onze producten bij te schaven en om producten te maken die in een behoefte voorzien".

Louis Gump, vicepresident bij CNN Mobile, bevestigde dat de App Store obstakels had weggenomen op de weg naar algemene adoptie van apps op smartphones, door een centrale plek te bieden waar consumenten apps konden bekijken en kopen, en door een versimpeling van het proces van apps zoeken en kopen. "De App Store tackelde al die dingen tegelijkertijd. Het was niet iteratief. Het was revolutionair", zei Gump.

Als gevolg daarvan hebben de iPhone als apparaat en de App Store als marktplaats voor mobiele apparaten collectief de verwachtingen van de consument getransformeerd. "Mensen verwachten nu draadloze data. Je liep altijd tegen een heleboel mensen aan die zeiden, 'Ik wil alleen maar een telefoon waarmee ik kan bellen.' Als ik nu een zaal vol professionals in loop en vraag hoeveel van hen mobiel gesurfd hebben in de afgelopen 30 dagen, dan is dat bijna iedereen. Als je vraagt wie er allemaal een smartphone heeft, dan is het ook bijna iedereen", merkte Gump op. "Het gaat dus niet alleen over de iPhone en App Store gebruikers, hoewel er daar miljoenen van zijn. Het gaat over het fundamenteel veranderen van de marktplaats, en wat dat inhoudt is dat consumenten een heleboel content kunnen krijgen wat ze voor die tijd niet konden".

Een nieuw spelletjesplatform -- Game-producenten als Gameloft en EA zagen al snel de mogelijkheden van de iPhone (en iPod touch) voor games. Adam Sussman, bij EA verantwoordelijk voor het uitgeven van games, zei: "We onderkenden dat de iPhone een aantal sleutelmogelijkheden heeft voor succes: mooi apparaat, robuust platform, een intuïtieve omgeving om software aan te schaffen. We zagen bovendien dat de iPhone geweldige mogelijkheden had voor het spelen van spellen, zoals het aanraakscherm, de accelerometer en de eenvoudige manier waarop men nieuwe apps kan ontdekken. Onze strategie was dus eenvoudigweg om games te maken die de voordelen van de iPhone uitbuiten, om zo een groter publiek te bereiken".

De Vallois van Gameloft merkte op dat de iPhone zijn bedrijf in staat heeft gesteld om games te produceren die eerder niet mogelijk waren door beperkingen in game-apparaten. "Het is het verschil tussen het hebben van een stuk papier voor je schetsen, of een enorme tekentafel. Bij het goede apparaat zijn de mogelijkheden vrijwel onbeperkt. De draadloze mogelijkheden van de iPhone hebben de games daardoor op een compleet nieuw niveau gebracht. Geweldig voor uitgevers, omdat we daardoor prachtig uitziende games konden afleveren en geweldig voor gebruikers, omdat er nu een nieuwe omgeving is die de concurrentie met specifieke game-apparaten aankan", zei hij.

De Vallois onderkende dat hardcore gamers vinden dat games en mobiele apparaten niet goed samengaan, maar denkt niet dat dat echt nodig is. "Dit is wellicht zo geweest in het verleden, maar is niet langer het geval", zei hij onder verwijzing naar N.O.V.A.. Dit Gameloft spel, eind 2009 uitgekomen, heeft veel positieve reviews gekregen op websites voor games, zoals IGN en Kotaku.

Zowel Gameloft als EA hebben goed geboerd in de App Store. Volgens De Vallois maakten verkopen van iPhone spellen 14 procent uit van de verkopen van Gameloft in 2009, zo'n $ 17 miljoen. Op het moment van schrijven zijn 6 van de 50 best verkopende apps in de App Store games van EA. Interessant is dat de hoogst geklasseerde hiervan "oude" titels zijn waarop EA een licensie genomen heeft van Hasbro, zoals Monopoly, Scrabble en The Game of Life. Gedigitaliseerde versies van klassieke bordspellen dus. Sussman van EA merkte op dat EA en Hasbro in 2007 een overeenkomst voor meerdere jaren hebben gesloten om dergelijke games te maken en verkopen.

De Vallois zei dat in licensie geproduceerde games een aandeel hebben van 37 procent in het totaal van de inkomsten van Gameloft (gedurende de eerste negen maanden van 2009. "Dat is aanzienlijk, dus deze licensies spelen een belangrijke rol. We mogen ons gelukkig prijzen met de goede relatie met Ubisoft en de eerste rechten hebben bij dit bedrijf. We hebben ook samengewerkt met iedere belangrijke filmstudio en hebben bewezen dat een mobiele game een aanvulling kan zijn op een film en waarde kan toevoegen aan de marketingstrategie van een filmstudio", legde hij uit. Deze samenwerkingen hebben geleid tot spellen als Tom Clancy's H.A.W.X. (eigendom Ubisoft) en James Cameron's Avatar en nog veel meer.

Prijzen en bedrijfsmodellen in ontwikkeling -- Een van de grootste uitdagingen voor grote uitgevers van apps (en in feite van alle ontwikkelaars die een graantje mee willen pikken van iPhone apps) is de prijsstelling. Ga naar de iTunes pagina van een willekeurige betaalde app, en je vindt ongetwijfeld minimaal één beoordeling waarin wordt geklaagd dat de app te duur is. En ontwikkelaars hebben daar zeker naar geluisterd. Prijzen voor EA games als Scrabble en Tetris waren in 2008 duidelijk hoger dan vandaag, net als bijvoorbeeld voor Brain Challenge van Gameloft.

Toen Disney Interactive Studios begon met het maken van apps voor de iPhone besloten ze om het nieuwe platform eerst voorzichtig te exploreren. Volgens Saiz: "In het begin hebben we een beperkte hoeveelheid tijd en mankracht ingezet om een paar bijzondere games op de markt te zetten en om een speciaal voor Safari gemaakte Disney.com mobiele website te maken. Veel van wat we maken is bijzonder, of heeft bijzondere onderdelen, [maar] onze Disney-app is gratis. Deze app heeft een kwalitatief hoogstaand aanbod, waarmee we een grote schare van gebruikers aan ons hebben weten te binden; die gebruikers kunnen we zo ook laten kennismaken met onze bijzondere apps".

Volgens Sussman van EA bepaalt een game zelf het prijsniveau. "Criteria als spelsoort, spelopbouw, wijze van spelen, en de potentiële markt zijn allemaal belangrijk bij het vaststellen van de prijs van een game. Verder is van belang of een game de mogelijkheid biedt om binnen de app zelf extra inhoud aan te schaffen, zoals extra afleveringen, liedjes, of aanpassingen en verbeteringen", aldus Sussman. Veel van onze games zijn al langer bekend, zoals Madden NFL, Monopoly en Rock Band, maar we zetten ook gratis versies in van minder bekende games, om hun naamsbekendheid te vergroten".

Zehr, van ESPN, meldt dat hun ESPN ScoreCenter-iPhone app gratis is omdat de zender voornamelijk gefinancierd wordt uit reclameinkomsten. "Het is voor ons belangrijk om zo veel mogelijk mensen te bereiken, en om het merk ESPN continu onder de aandacht te brengen via push-meldingen en SMS-kattebelletjes, zodat mensen naar onze TV-programma's gaan kijken; die TV-programmas zijn onze voornaamste bron van inkomsten en onze belangrijke bezigheid", aldus Zehr. "Zo zal bijvoorbeeld iemand die een bericht krijgt over een gevallen doelpunt, of een melding dat een wedstrijd bijna afgelopen is, of verlengd wordt, eerder geneigd zijn om de TV aan te zetten om naar de [rest van die] wedstrijd te kijken op één van onze zenders.

CNN daarentegen ziet mobiele informatie als een zelfstandige zakelijke activiteit, volgens zegsman Gump. "Mobiele apparaten vormen een belangrijke markt; er kunnen miljoenen consumenten mee bereikt worden. Volgens ons zullen bedrijven die de eerstkomende vijf of tien jaar verzuimen om een duurzame mobiele poot te ontwikkelen op de middellange termijn niet meer kunnen investeren in nieuwsgaring".

Volgens Gump zijn advertentieinkomsten belangrijk in de mobiele dienstverlening van CNN, maar is deze dienstverlening alleen levensvatbaar met een meervoudige inkomstenstroom, waarbij naast de advertentieinkomsten, gebruikers een klein bedrag betalen voor de CNN Mobile-app. Het besluit van CNN om geld te vragen voor hun app betekent wel dat er ook van ze verwacht mag worden dat de app van uitnemende kwaliteit is. "Als het een dertien-in-een-dozijn-app is, heeft niemand er geld voor over, maar als je je weet te onderscheiden zullen klanten er de meerwaarde van inzien, onder het mom van 'een kopje koffie kost meer dan 1,99 dollar, natuurlijk koop ik die app,'" aldus Gump.

Gump gaf wel toe dat de verschillende nieuws-organisaties voorlopig zullen blijven experimenteren om het juiste bedrijfsmodel te vinden; zo biedt de Wall Street Journal hun WSJ-app gratis aan, maar heb je een betaald abonnement nodig om daarmee het WSJ nieuws te kunnen lezen. "Het zou me niks verbazen als de verschillende modellen op termijn steeds meer op elkaar gaan lijken", sprak hij. Overigens merkte hij daarbij op dat veel van zijn concurrenten die gratis apps aanbieden hun inkomstenverwachtingen tot nu toe niet hebben kunnen waarmaken en dat hij verwacht dat voor veel van deze apps in de toekomst betaald zal moeten worden.

De iPad en verder -- Deze trend om steeds meer nadruk te leggen op betaalde apps blijkt duidelijker te worden met het uitkomen van de iPad. EA en Gameloft hebben, net als andere spellenmakers, iPad-versies van verschillende spellen gemaakt die duurder zijn dan de iPhone-versie. Zo kost Scrabble for iPad $ 9,99, twee keer zoveel als voor de iPhone-versie (en opmerkelijk genoeg, net zo veel als EA vroeg voor de iPhone-versie in 2008). ScoreCenter XL, ESPN's iPad-versie van het gratis ScoreCenter app, kost $ 4,99. En voor de iPad-versie van PopCap's Plants vs. Zombies HD for iPad moet je $ 9,99 neertellen, $ 7 meer dan de iPhone-version (hoewel het zo verslavend is dat het zou moeten worden gezien als een verboden middel).

Het is op dit ogenblik nog niet duidelijk of iedereen hogere iPad-prijzen gaat vragen. Distimo, een Nederlands analyse-bureau heeft een rapport uitgebracht waarin staat dat een iPad-app gemiddeld een dollar meer kost ($ 4,67 tegenover $ 3,82) dan iPhone-apps (hoewel dit een gemiddelde is over alle apps binnen eenzelfde categorie in plaats van een vergelijking van de iPhone- en iPad-versies van dezelfde app).

Gezien het feit dat Apple in de eerste maand meer dan 1 miljoen iPads heeft verkocht, lijkt het erop dat de iPad een nog grotere impact zal hebben op de wereld van de mobiele app's dan de iPhone, zeker als het inderdaad een fundamentele verandering teweegbrengt in de manier waarop wij computers gebruiken. En het is interessant om te zien hoe de prijzen zich zullen ontwikkelen bij een steeds populairder wordende iPad. Zullen iPad-klanten het grotere scherm van de iPad een hogere prijs waard vinden of zullen de prijzen in de loop der tijd dalen tot iPhone-niveau?

Hoe het ook zij, we kunnen er gerust vanuit gaan dat de grote nieuws- en vermaakbedrijven apps te koop zullen aanbieden en zij zullen er op wat voor manier dan ook geld mee verdienen.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Hoe je persoonsgegevens te beschermen tegen Facebook

  door Rich Mogull <[email protected]>
  9 reacties (Engelstalig)

[vertaling: SL, JO, HM, PEP, OF, SWB, RAW]

Met naar eigen zeggen meer dan 400 miljoen gebruikers is Facebook de belangrijkste sociale-netwerkdienst op internet. Het verbindt families, schoolvrienden van nu en uit het verleden en internationale politieke bewegingen. Facebook begon in 2004 als een beperkte sociale-netwerksite voor studenten, werd in 2006 voor iedereen toegankelijk en verdrong toen concurrenten zoals MySpace. Facebook is sindsdien uitgegroeid tot een monsterlijk platform met uiteenlopende mogelijkheden, zoals real-time spelen met meer spelers, online chatten, verkoophandelingen, gebeurtenissen plannen en duizenden kleine toepassingen. Van het versturen van verjaardagskaarten tot het verhandelen van "flair", Facebook heeft schijnbaar alles.

Facebook is één online plek waar ik verbinding kan leggen met mijn moeder, vrienden uit mijn geboortestad die ik in geen 20 jaar heb gezien, mijn nichtje van 15, collega's en allerlei mensen die ik heb ontmoet op mijn internationale reizen.

Facebook mag ons dan prachtig helpen om in contact te blijven met zowel onze huidige sociale kringen als uit het oog verloren vrienden, dat gemak heeft een prijs. Facebook vertoont een volledige desinteresse voor persoonlijke privacy, terwijl het toch onderdak verleent aan wat velen van ons als extreem persoonlijke berichten en informatie beschouwen, zoals famliefoto's.

Doordat de instelmogelijkheden van Facebook rondom privacy complex zijn en voortdurend veranderen, is het in feite onmogelijk om je privacy op (en tegen) Facebook te beschermen. Maar als je begrijpt hoe de privacy-instellingen van Facebook momenteel werken, en door je te houden aan mijn Drie Gouden Regels van Facebook-Privacy, kun je zowel grip houden op wat de wereld over je weet, als voorbereid zijn op toekomstige wijzigingen rondom privacy.

Zorgen over het privacybeleid van Facebook -- Van privacy bij Facebook werd nooit een punt gemaakt, totdat een belangrijke wijziging in 2007 aanleiding gaf tot veel negatieve publiciteit, een groot aantal klachten van gebruikers en een succesvolle rechtszaak door een groep (succesvol voor de advocaten, die miljoenen opstreken, terwijl de 19 klagers samen maar $ 41.500 kregen).

In november 2007 lanceerde Facebook een functie genaamd "Beacon", in samenwerking met 44 externe partners, waaronder Blockbuster, Hotwire en eBay. Beacon vermeldde in je Facebook-status je activiteiten op deze partner-websites. Zo bazuinde het rond dat je zojuist kaartjes voor de film had gekocht bij Fandango, of dat je een hotelkamer had gereserveerd met Hotwire. Beacon werd standaard voor alle gebruikers aangezet en hoewel je kon kiezen om het uit te schakelen rapporteerde een beveiligingsonderzoeker dat de informatie nog altijd werd uitgewisseld tussen de partners en Facebook. Je kunt je voorstellen dat heel veel gebruikers kwaad waren dat zulke persoonlijke informatie zonder hun toestemming werd onthuld. Als onderdeel van de schikking hield Facebook in september 2009 op met Beacon.

Sindsdien kreeg Facebook te maken met talloze privacy-kwesties. Kort geleden kwam het in het nieuws omdat het zijn toenmalige privacybeleid veranderde en meteen ook een nieuw programma lanceerde, genaamd Instant Personalization, waardoor Facebook kan worden ingebed in een willekeurige website of online dienst.

Er is een prachtige visualisatie gemaakt door Matt McKeon van de veranderingen in de standaard privacy-instellingen. Deze visualisatie illustreert op indrukwekkende wijze de erosie van de privacy in de loop van de tijd.

Er zijn vier redenen om ons zorgen te maken over het privacybeleid van Facebook:

Dit zijn geen loze zorgen. Facebook heeft een aantoonbaar verleden van wijzigingen aan de dienst waardoor informatie van de gebruiker wordt onthuld die voordien als privé werd beschouwd, vaak aan derde partijen.

Drie gouden privacyregels voor Facebook -- Omdat ik het deelnemen in sociale netwerken waardeer, maar desondanks toch mijn privacy wil behouden, heb ik voor mezelf drie vuistregels ontwikkeld, en deze wil ik iedere Facebook-gebruiker aanraden:

  1. Ga ervan uit dat alles wat je op Facebook zet publiek bezit is. Voor eeuwig. Omdat Facebook zich het recht voorbehoudt om hun privacy-instellingen met terugwerkende kracht te wijzigen en omdat ze dit in het verleden meer dan eens gedaan hebben, werkt het voor mij het beste om ervan uit te gaan dat al mijn acties in Facebook inderdaad ooit in de openbaarheid kunnen komen. En we hebben het hier over internet, dus ik neem hierbij aan dat zulke informatie voor altijd publiek bezit blijft. Derhalve zet ik niets op Facebook dat ik niet aan de hele wereld kwijt wil. Dit geldt voor de informatie in mijn profiel, voor foto's, boodschappen, alles wat ik op het prikbord plaats, ja, voor iedere activiteit op Facebook. Mijn uitgangspunt is dat deze informatie niet alleen openbaar is, maar ook nog (zonder dat ik het weet of toestemming heb gegeven) door mensen wordt gedeeld met weer andere mensen.
  2. Bekijk je privacy-instellingen en werk ze regelmatig bij. Doe dit ook na ieder programma dat je installeert. Iedere keer dat Facebook zijn diensten update kunnen ook de privacyregels veranderen, dus ik probeer deze ongeveer maandelijks na te kijken. In het algemeen installeer ik geen enkel Facebook-programma, want deze krijgen toegang tot al mijn persoonlijke informatie. Aan wie dat wel doet, geef ik het advies om na iedere nieuwe installatie zijn privacy-instellingen (waarover je hier onder meer kunt lezen) te controleren.
  3. Gebruik een webbrowser speciaal voor Facebook. De werking van browsers maakt het mogelijk dat verschillende van je activiteiten op Facebook "in elkaar over gaan lopen". Dit kan ontstaan door een veiligheidslek, maar ook met opzet, wanneer een reclamenetwerk met cookies, door middel van Flash of met andere technieken jouw internetactiviteiten volgt. Het gebruik van een browser die je speciaal voor Facebook reserveert, isoleert Facebook en voorkomt dat het sociale netwerk informatie uitwisselt met andere sites. Je hebt veel verschillende browsers voor de Mac, waaronder Firefox, Camino, OmniWeb, en Opera. Je zou met een tooltje als Fluid een eigen browser voor Facebook kunnen maken.

Hierboven heb ik bewust gekozen om stappen te beschrijven die je altijd kunt nemen, op welke manier Facebook in de toekomst ook verandert. Omdat het zeker is dat het beleid en de mogelijkheden van Facebook met de tijd veranderen, geef ik er de voorkeur aan te werken met generieke uitgangspunten en niet afhankelijk te zijn van Facebook's functionaliteit op dit specifieke moment.

Maar als je tussen de regels hebt gelezen, zul je mijn kernpunt opgepikt hebben:

Privacy op Facebook bestaat niet.

Facebook's beveiligingsinstellingen beheren -- Facebook's beveiligingsinstellingen beheren -- Facebook's beveiligingsinstellingen kunnen moeilijk te vinden zijn en omdat ze heden veranderingen ondergaan, concentreer ik me om de hoofdzaken in plaats van alle specifieke opties.

Als eerste, moet je de basisgroepen van Facebook begrijpen, welke beschikbaar zijn in de meeste privacy-instellingen. Ik vertel deze in omgekeerde volgorde dan die van Facebook; origineel (minst privé tot meest privé ontmoedigt de beveiliging scherper te zetten.

Op dit moment zijn alle priv\'e9-instellingen die je kan veranderen, gegroepeerd onder priv\'e9-intellingen. Ze zijn grofweg bij elkaar gegooid, op basis van verschillende Facebook-activiteiten. Alhoewel ze in de loop van de tijd veranderen, blijft de samenhang hetzelfde.


Bedenk dat, terwijl we dit behandelen, dat mijn priv\'e9-behoeften kunnen afwijken van jouw privé-behoeften. Omdat mijn leven merendeel online is en openbaar, zijn er nog steeds dingen waar ik zelf controle over wil hebben. Dit houd me niet tegen om de meeste van Facebook-mogelijkheden te gebruiken (en de rest van Google). Het is een persoonlijk besluit dat je voor je zelf moet nemen en omdat het steeds moeilijker wordt je privéleven te controleren laat dit artikel je zien hoe informatie te beschermen.

Profielinformatie -- Dit is waar je je eigen basisgegevens (interesses, verjaardag, godsdienst, familie, relatie, opleiding, enz.) invult, wie jouw berichten mag inzien en daarop reageren, wie berichten mag plaatsen op jouw prikbord, wie jouw foto's mag zien, enzovoort. Zelf beperk ik deze gedeeltes tot mijn vrienden aangezien ik Facebook enkel gebruik om in contact te blijven met goede vrienden en familie, je zou ruimere keuzes willen maken als je Facebook gebruikt als een soort openbare voorziening zoals Twitter.

Bedenk wel dat je met de nieuwe Connecties-functie van Facebook veel van je profiel informatie (werkgever, opleiding, enz.) openbaar maakt zodra je deze pagina's activeert. Je kunt de informatie daar op geen enkele manier privé houden, zelf heb ik dus deze pagina's allemaal verwijderd. Je beheert deze gegevens via de Connecties-pagina's die ik verderop uitleg. Eerlijk gezegd, verwijderde ik die gegevens daar uit pure ergernis, daar al die informatie wel openbaar staat bij mijn professionele gegevens op de website van mijn bedrijf.

Kort samengevat, bedenk dus goed welke van jou profielgegevens voor openbare consumptie zijn (misschien is je godsdienst een privézaak, bijvoorbeeld), of je berichten voor iedereen zijn bedoeld, en of je foto's openbaar zijn? Dit zijn de onderwerpen die de meeste mensen belangrijk vinden.

Als voorbeeld, ik vind het prima dat mijn vrienden de foto's zien die ik nam van mijn dochtertje, maar ik zou niet graag zien dat vreemden daarnaar kijken. Hoewel ik er vanuit ga dat dat ooit mogelijk zou zijn (gevolg van mijn eerste regel), betekent dat toch niet dat ik niet mijn best doe om de toegang enigszins te beperken. Ook staat mijn eigen foto voor iedereen te zien zodat vrienden mij makkelijker kunnen vinden, terwijl er toch niet veel mensen rondlopen met mijn naam.

Contact informatie -- In dit onderdeel kun je aangeven hoe anderen met jou in contact kunnen komen en welk deel van deze contactgegevens openbaar zijn. Ik raad je aan geen enkele contactgegevens in te vullen die je privé wilt houden, zoals telefoonnummers of huisadressen. Zelf vermeld ik enkel een speciaal voor Facebook bestemd e-mailadres en de website van mijn bedrijf, verder niets. Mijn werk en TidBITS e-mailadressen zijn geheel openbaar, maar daar ik mijn werk als apart zie van mijn Facebook-activiteiten zie ik geen enkele reden om deze te koppelen met Facebook. Dit helpt mij om mijn persoonlijke en mijn professionele communicatie enigszins te scheiden en maak ik me minder druk om m'n privacy.

Wel wil ik graag dat vrienden van lang geleden mij kunnen vinden, ik sta iedereen toe om mij een bericht te sturen of om mij toe te voegen als hun vriend (Facebook stelt altijd voor dat je op zo'n uitnodiging van een vriend ingaat, die instelling maakt niemand automatisch jouw vriend zonder dat jij dat bevestigt).

Vrienden, tags en connecties -- Dit is een nieuw onderdeel dat verplaatst is naar Facebook connecties en profiel-informatie bevat maar ook bepaalt wie kan zien met wie je vrienden bent. Het zal je niet verbazen dat ik dit beperkt heb tot mijn vrienden en dat ik al mijn connectie-pagina's heb gewist omdat deze altijd voor iedereen zichtbaar zijn.

Toepassingen en Websites -- Dit onderdeel bepaalt hoe toepassingen en partner-websites gebruik mogen maken van jouw informatie en welke informatie van jou door je vrienden mag worden gedeeld.

Wat je hierbij moet bedenken is dat, op dit punt, elke toepassing die je gebruikt (en dus gemachtigd hebt) volledige toegang heeft tot je complete profiel, een groot deel van je activiteiten ziet en mogelijk over alle informatie van de profielen van je vrienden beschikt. Facebook heeft verklaard dat ze de informatie meer gaan opsplitsen per toepassing. Maar nu heeft elke toepassing of volledige toegang of geen toegang.

Denk daar maar eens over na. Elke keer als iemand je een verzoek stuurt om iets aan te nemen, je een knuffel stuurt of een potje schaak met je wil spelen en je accepteert dat verzoek, geef je de maker van die toepassing toegang tot al je informatie. Zelf gebruik ik geen enkele toepassing behalve de standaard Faceboek-toepassingen. Als je andere toepassingen hebt gebruikt en je wil ze van nog meer informatie uitsluiten dan kun je dat via een koppeling op de Wat je deelt-sectie instellen.

Een van de belangrijkste instellingen om aan te passen is "Wat je vrienden over jou kunnen delen". Ik heb artikelen gelezen die suggereerden dat Facebook bij iedereen die instellingen had aangepast zodat iedereen overal toegang toe had ofschoon mijn instellingen niet gewijzigd waren. Behalve als je al deze instellingen uitvinkt, kan elke toepassing of website die een vriend bezoekt, ook toegang krijgen tot jouw profielinformatie, inclusief status-updates, al je persoonlijke informatie en zelfs of je al of niet online bent. Griezelig, niet?

Facebook is ook een partnerschap aangegaan met een paar grote websites en heeft ze zo toegestaan om een koppeling naar jouw Facebook-account te maken als je een van hun pagina's bezoekt. (Erger nog, Facebook heeft op zijn minst iets van jouw informatie met deze websites gedeeld). Dit geeft zowel Facebook als de partnerwebsite toegang tot jouw informatie buiten de grenzen van Facebook en kunnen al je activiteiten gevolgd worden. Je kunt deze functionaliteit uitschakelen in de sectie "Pilotprogramma voor directe personalisatie".

Zoeken en Personen blokkeren -- In de zoek-sectie wordt bepaald wie je openbare informatie kan zien in de zoekresultaten op Facebook en toegestane zoekmachines. Ik laat deze instelling op "toegestaan" omdat dit precies de informatie is die ik openbaar wil maken zodat oude bekenden me kunnen vinden.

De Block-lijst maakt het mogelijk bepaalde personen te blokkeren op Facebook waardoor ze geen enkele informatie van je kunnen vinden, zoals een ex-echtgenoot of die pestkop van de middelbase school die maar niet wil stoppen.

Privacy is persoonlijk -- In het informatietijdperk is het niet altijd even eenvoudig om te bepalen wat je wilt dat anderen van je weten. Los van de mogelijke nadelen van het niet gebruikmaken van bepaalde handige zaken of diensten, hebben we allemaal verschillende drempels voor wat we met een gerust hart willen delen met anderen. Het is ook erg moeilijk om de controle over onze informatie te houden zelfs wanneer we goed geïnformeerd besluiten nemen en het is vaak onmogelijk om informatie, die aan onze controle ontsnapt is voordat we ons realiseerden dat de regels veranderd zijn, grondig te wissen.

Ik gebruik bijvoorbeeld zowel Amazon als Netflix ondanks dat die diensten ook persoonlijke informatie verzamelen zoals mijn koop- en kijkgewoonten. Ik verhandel mijn gegevens (en geld) voor een combinatie van gemak en persoonlijke benadering. Ik maak mij minder druk om deze diensten dan die van Facebook, omdat hun privacypraktijken en beleid helderder zijn, mijn informatie is gecategoriseerd binnen elke dienst en ze veel consistentere en stabielere gegevensbestanden hebben.

Aan de andere kant heb ik mijn gebruik van Googlediensten tot het minimum beperkt wegens bezorgdheid over privacy. Het bereik van Google is enorm groot en ondanks dat ze Google Dashboard hebben toegevoegd om te helpen bij het laten zien wat ze opslaan en veel duidelijker beleid hebben dan Facebook, voel ik mij er in het algemeen niet prettig bij dat een enkel bedrijf of overheid zoveel potentiële informatie over mij heeft. Ik begrijp helemaal dat dit een wat emotionele reactie is.

Facebook bouwt een gelijksoortig internet-breed ecosysteem als ze hun connecties uitbreiden naar externe websites en diensten. Facebook stelt nieuwe diensten en persoonlijke benadering beschikbaar in ruil voor toegang tot jouw informatie en activiteiten. De vraag die een ieder van ons moet beantwoorden is of die nieuwe diensten en persoonlijke benadering het inboeten aan privacy waard is.

Waar de privacy-grens te trekken, is een zeer persoonlijke, complexe en soms zelfs een arbitraire beslissing. Ik vertrouw Amazon en Netflix tot op zekere hoogte gebaseerd op hun privacybeleid, ondanks dat ze soms fouten maken (ik gebruikte Amazon jarenlang niet na een beleidsverandering die ze later hebben teruggedraaid). Toch heb ik het gebruik van zowel Google als Facebook beperkt wegens bezorgdheid in het algemeen (Google) of volledig wantrouwen (Facebook).

Facebook is voor mij een tool om in contact te blijven met vrienden en familie waarmee ik niet dagelijks te maken heb. Ik beperk de informatie over mij en ik ga er altijd vanuit dat alles wat ik op Facebook doe openbaar kan zijn. Ik ben bereid om een klein beetje privacy in te leveren voor het gemak van het in contact blijven met een uitgebreid sociaal netwerk. Ik houd de privacy van Facebook in de hand door het niet voor iets te gebruiken wat echt privé is.

Wat voor Facebook-gebruiker ben jij? Nu je zover gelezen hebt, zou je wel een idee moeten hebben van mijn algemene mening en aanbevelingen. Maar ik hoop ook dat het duidelijk is dat ik niet verwacht dat iedereen precies nadoet wat ik doe. Ik werk nu eenmaal in de beveiliging, waardoor ik een groot elektronisch doelwit op mijn rug heb, zodat ik voorzichtiger moet zijn dan de meesten. In mijn ervaring vallen mensen in een paar brede categorieën uiteen die definiëren hoe ze Facebook ervaren en gebruiken, dus hier zijn mijn aanbevelingen voor elke categorie:

Zou er een alternatief voor Facebook kunnen komen? In een parallel universum zouden we het in dit gesprek hebben over MySpace in plaats van Facebook. Het internet is een wispelturige, snel veranderde wereld waar de winnaars van vandaag de verliezers van morgen kunnen zijn. En niemand zegt dat die winnaars of verliezers privébedrijven moeten zijn.

Ryan Singel van Wired suggereerde dat in plaats van één bedrijf dat de sociale-netwerkruimte beheerst, de tech-gemeenschap open protocollen zou moeten maken die de meeste mogelijkheden van Facebook zouden bieden zonder de privacyproblemen. Een paar dagen erna, nadat het in de New York Times genoemd werd, haalde een mogelijk Facebook-alternatief (Diaspora) meer dan $ 115.000 op voor het opzetten van een open sociaal-netwerkplatform, geholpen door de nieuwste bezorgdheid over privacy op Facebook.

Tot dusver zijn sociale netwerken het exclusieve domein geweest van privé-organisaties als Facebook, Twitter en MySpace, vooral omdat er een enorme infrastructuur nodig is om ze te onderhouden. Maar deze systemen zijn allemaal gesloten bunkers, vaak met overlappende functionaliteit, en dat feit opent de deur naar open, op standaarden gebaseerde alternatieven die de diensten samen kunnen plakken, of ze geheel vervangen. Ik probeer niet om de hoeveelheid werk te minimaliseren, maar hoe dieper Facebook vast komt te zitten in het moeras van door henzelf veroorzaakte controverses, hoe beter de mogelijkheden voor nieuwkomers.

Tenslotte moet je zelf besluiten waar je je eigen privacygrenzen trekt, maar vergeet niet dat de privacyregels van alle diensten gewijzigd kunnen worden. Ook op Facebook zullen de details van de privacygebieden die ik hierboven beschreef kunnen veranderen, maar mijn algemene aanbevelingen zullen waarschijnlijk nog wel jaren lang geldig blijven.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


TidBITS Volglijst: belangrijke software-updates, 17 mei 2010

  van de TidBITS-redactie <[email protected]>

[vertaling: MSH]

Waveboard 1.0 -- Hoewel we gestopt zijn Google Wave te gebruiken (zie "Waarom Google Wave een volledige revisie nodig heeft", 11 maart 2010), zouden zij die Google's foutieve volgende generatie Internetcommunicatie en samewerkingsdienst niet opgegeven hebben, er goed aan doen te kijken naar de eerste officiële uitgave van Dirk Holtwick's Google Wave-client Waveboard. Gebaserd op WebKit, is Waveboard is in weze een verbeterde webbrowser gewijd aan Google Wave. Nuttige verbeteringen omvatten meer gedetailleerde meldingen die je wijzen op veranderingen in je waves integratie met Google Gears voor sleep en plak bestanden uploads, en de mogelijkhied om waves op te slaan en af te drukken, Mac-achtige sneltoetsen en meer. De basisversie van Waveboard is gratis, maar de 12 euro kostende Waveboard Pro voegt meer gedetailleerde opmerkingen toe en mogelijkheid tot opslaan van waves en printen. Voor een beschrijving van Waveboard's mogelijkheden, zie "Pak Waveboard om in zee te gaan met Google Wave", 30 oktober 2009. (Gratis, 12 Euro nieuw, 4,9 MB)

Reacties - Waveboard 1.0

ShareTool 2.0 -- Yazsoft heeft een belangrijke upgrade vrijgegeven voor het veilige remote-netwerkgereedschap ShareTool. Hiermee kunnen gebruikers lokale bronnen aanspreken via het internet. Hoewel vergelijkbaar met Apple's Terug naar Mijn Mac-dienst, stelt ShareTool gebruikers ook in staat om af te drukken op lokale printers en het iTunes-muziekdelen te gebruiken, iPhoto delen, en SFTP, in toevoeging aan delen van primair bestands- en schermdelen. (En, natuurlijk, een MobileMe-account is niet nodig.) Grote veranderingen in ShareTool 2.0 bevatten ondersteuning voor het verbinden naar meerdere netwerken gelijkertijd, de mogelijkheid om login-informatie op te slaan in Keychain en verbeterde veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid. De nieuwste versie voegt ook transparante SOCKS/HTTPS-proxyondersteuning toe, vereist niet dat gebruikers zich IP-adressen of poortnummers herinneren, introduceert directe compressie voor betere prestaties en verzekert veilig wifi-hotspot surfen. ($ 15 nieuw per computer, gratis upgrade voor gebruikers die afgelopen maand gekocht hebben, 9,3 MB)

Reacties - ShareTool 2.0

Keyboard Maestro 4.3 -- Bij Stairways Software verscheen Keyboard Maestro 4.3,een opmerkelijke update van essentiële macrosoftware van het bedrijf. Nieuw in 4.3 zijn "device triggers" die macros kunnen activeren gebaseerd op acties van sneltoetsen, activering van muisknoppen en programmeerbare toetsenborden. Andere veranderingen vergroten Keyboard Maestro's AppleScript-integratie. De resultaten van AppleScript (en shell) -scripts kunnen nu in de huidige selectie kunnen worden getypt of geplakt. Plus, hoewel AppleScript scripts niet langer meer de Keyboard Maestro-engine tijdens de uitvoering kunnen verstoren, veroorloven ze ook niet meer gebruikersinteractie zonder de hulp van een andere applicatie (zoals System Events). De update repareert ook een paar obscure fouten, zoals een die ween crash kan veroorzaken indien je een met name genoemd klembord zou verwijderen terwijl je de naam van dat klembord bewerkt. Volledige toelichtingsopmerkingen zijn beschikbaar. ($ 36 nieuw, gratis update, 9,1 MB)

Reacties - Keyboard Maestro 4.3


ExtraBITS, 17 mei 2010

  van de TidBITS-redactie <[email protected]>

[vertaling: LmR]

Deze week was enigszins eclectisch: er was nieuws dat Google Voice zou worden opengesteld voor studenten, Apple begon met een beta van MobileMe Mail, het verhaal rond het gestolen iPhone-prototype werd nog vreemder, Apple bevestigde (in juridische documenten) de exclusiviteit van AT&T's iPhone-deal, er was tekst en uitleg over waarom de C4-programmeursbijeenkomst dit jaar niet zou worden gehouden en advies over hoe je je iPad 3G-datagebruik kan beperken.

Google Voice voor alle studenten -- Google heeft aangekondigd dat het de beschikbaarheid van hun Google Voice-telefoondienst uit zal breiden naar iedereen die een .edu e-mailadres heeft (hiervoor was Google Voice alleen beschikbaar op uitnodiging). Google Voice biedt functies als gratis SMS, lage prijzen voor internationaal bellen, SMS-naar-email, en voicemail-naar-tekst transcriptie, hetgeen allemaal reuze handig is voor de nomadische student. Om je op te geven stuur je een verzoek naar Google vanaf de pagina in de link en gebruik je je studentene-mailadres. Binnen 24 uur heb je dan je uitnodiging. Google Voice is momenteel alleen beschikbaar in de Verenigde Staten.

Reacties

Apple onthult MobileMe Mail-beta -- Apple heeft een beta-update aangekondigd van de webmaildienst MobileMe Mail. De beta boedt breedbeeld- en compactweergave. Archiveren met één klik, een opmaakbalk voor berichten, verbeterde beveiliging via SSL, regels voor op de server en een overkoepelende verbeterde prestatie. De beta is beschikbaar voor alle MobileMe-gebruikers en je kan deze op elk ogenblik ook weer uitschakelen. Om je op te geven log je in bij MobileMe en klik je op de "Vraag uitnodiging aan" link linksonder aan de pagina.

Reacties

Zoekgeraakte iPhone-prototypeverhaal verwordt tot soap -- het verhaal over het zoekgeraakt iPhone-prototype, dat door Gizmodo werd gekocht voor $ 5.000 (en waarbij meer geld werd beloofd, naar nu blijkt!) wordt steeds vreemder. Wired meldt hoe de politie bewijsmateriaal in deze zaak vond nadat Apple's Director of information security een tip ontving van een huisgenoot van degene die de telefoon vond en zei niet in staat te zijn geweest contact op te nemen met Apple. Het meest interessant is dat Gizmodo waarschijnlijk heel veel dataverkeer heeft gegenereerd met deze scoop maar dat het verhaal er nu voor zorgt voor een verhoging van het dataverkeer van iedereen die hierover bericht.

Reacties

Vijfjarige Apple-AT&T iPhone-deal bevestigd -- Engadget legt uit hoe documenten in een lopende "class-action"-rechtzaak tegen Apple bevestigen dat Apple en AT&T een exclusieve deal voor vijf jaar zijn aangegaan waarin AT&T de Amerikaanse mobiele telefoonprovider is, vanaf 2007. Maar contracten kunnen worden verbroken of er kan opnieuw over worden onderhandeld. Staat deze deal nog?

Reacties

C4-programmeursconferentie bezwijkt onder Apple's gereedschappen-monocultuur -- Jonathan "Wolf" Rentzsch heeft aangekondigd dat hij stopt met het organiseren van de C4-conferentie voor onafhankelijke Mac-ontwikkelaars dit jaar. Als reden geeft hij zowel de verandering in Apple's iPhone Developer Program License Agreement die apps gebouwd met gereedschappen van derden verbiedt, alsmede het feit dat de verandering zo weinig protest uit de ontwikkelaarsgemeenschap opleverde. De tweede reden geeft aan dat zijn belangen minder overeenkomen met die van de Apple-ontwikkelaarsgemeenschap dan hij had gehoopt, waardoor zijn enthousiasme voor het organiseren van de conferentie drastisch verminderde.

Reacties

Strategiëen voor het beperken van datagebruik op een 3G-iPad -- TidBITS-redacteur Glenn Fleishman biedt bij Macworld strategiëen voor het omgaan met slechts 250 MB aan draadloze data per maand op een 3G-iPad als je AT&T's minder dure abonnement gebruikt. Het advies is ook van waarde voor abonnementen buiten de VS met een maandelijkse datalimi of waarbij de verbinding vertraagd wordt nadat de maandelijkse limiet overschreden is.

Reacties


Dit is TidBITS, een gratis wekelijkse technologie-nieuwsbrief met recent nieuws, bekwame analyse, en grondige besprekingen voor de Macintosh- en internet-gemeenschappen. Geef het gerust door aan je vrienden; beter nog, vraag of ze een abonnement willen nemen!
Niet-winstgevende en niet-commerciële publicaties en websites mogen artikelen overnemen of een link maken als de bron duidelijk en volledig vermeld wordt. Anderen gelieve ons te contacteren. We kunnen de precisie van de artikelen niet garanderen. Caveat lector. Publicatie-, product- en firmanamen kunnen gedeponeerde merken zijn van hun ondernemingen.
Copyright 2010 TidBITS; reuse governed by this Creative Commons License.

Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering