Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering

TidBITS#596/10-Sep-01

Verhuizen naar een nieuw huis? Vergeet maar waar je de divan wilde neerzetten...maak die internetverbinding klaar! In deze editie leert Adam met vallen en opstaan hoe je een ongebruikelijke netwerkconfiguratie opzet. Ook organiseert Matt Neuburg zijn harde schijf met behulp van DiskSurveyor, Microsoft vermijdt een opsplitsing in de antitrust rechtszaak en we merken de verschijning op van Sync Buddy 1.3, IPNetSentry 1.2 Style Master 2.0, en Retrospect drivers, te gebruiken met interne CD-RW drives.

Onderwerpen:

Copyright 2001 TidBITS Electronic Publishing. All rights reserved.
Information: <[email protected]> Comments: <[email protected]>


-> Denk je dat TidBITS interessant is voor <-
-> je vrienden, kennissen, collega's? Geef <-
-> hen de tip zich ook GRATIS te abonneren <-
-> of stuur deze aflevering naar hen door! <-


Je kunt je gratis abonneren op de Nederlandse afleveringen van TidBITS door een (blanco) mailtje te sturen naar: [email protected]. Je krijgt deze dan per e-mail toegestuurd.
Om je abonnement op te zeggen, kun je een mailtje sturen naar: [email protected].


Deze editie van TidBITS werd gedeeltelijk gesponsord door:


De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de USA.

Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:

Verder werkten mee:


MailBITS/10-Sep-01

[vertaling: TK, MK]

Regering staakt opsplitsing Microsoft -- Vorige week heeft het Amerikaanse Ministerie van Justitie aangekondigd dat het niet langer aanstuurt op een opsplitsing van Microsoft Corporation in de volgende fase van het langdurige antitrustproces. Verder zal het Ministerie van Justitie Microsoft niet langer aanklagen omdat het op onwettige manier de eigen webbrowser met het Windows-besturingssysteem zou hebben verweven. De aankondiging is een draai van 180 graden ten opzichte van de gerechtelijke strategie van de vorige regering onder Clinton; volgens het Ministerie van Justitie is de beslissing om sleutelaspecten van de Microsoft-zaak te laten vallen bedoeld om "de consument een snelle, efficiënte en zekere oplossing te bieden." De nieuwe strategie lijkt zich te baseren op de bevinding dat Microsoft op onwettige wijze een monopolie had inzake pc-besturingssystemen (een bevinding die in juli unaniem werd bevestigd door het Hof van Beroep) om zo het onwettige gedrag van Microsoft te stoppen en de markt van de besturingssystemen open te breken voor concurrentie. Details over eventuele oplossingen of schikkingen werden nog niet bekendgemaakt.

<http://www.usdoj.gov/atr/public/press_releases/2001/8981.htm>

De aankondiging wordt in brede kringen gezien als een overwinning voor Microsoft, en maakt het des te waarschijnlijker dat het bedrijf een gunstige schikking zal bereiken met de federale regering van de V.S. (hoewel ten minste 2 van 18 staten - Californië en New York - die ook partij zijn in het antitrustproces, aanhangers zijn van een hardere lijn). Intussen staat Microsoft op het punt Windows XP te lanceren, de nieuwste versie van het voornaamste besturingssysteem, met een nog sterkere integratie van voordien afzonderlijk bestaande technologie in het besturingssysteem. Nu de regering niet langer zal onderzoeken of Microsoft de eigen webbrowser op onwettige manier in het besturingssysteem heeft verweven, lijkt het minder waarschijnlijk dat wettelijke maatregelen zullen voorkomen dat Microsoft applicaties en markten opslorpt door eenzijdig te verklaren dat de technologie een deel is van Windows. [GD]

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06475>
<http://news.cnet.com/news/0-1003-200-7093569.html>

Retrospect 4.3 voegt ondersteuning voor Apple cd-rw-drives toe -- In januari 2001 brachten Apple en Dantz Development eindelijk de noodzakelijke software voor Retrospect 4.3 van Dantz uit (alle versies, inclusief Retrospect Express) zodat je nu een reservekopie kon maken met de meeste cd-rw-drives in de iMacs, iBooks, en Power Mac G4's (zie "Retrospect en Retrospect Express 4.3 uitgebracht" in TidBITS-541). Het probleem bleek verrassend complex te zijn, deels omdat dit voor Apple de eerste ATAPI cd-rw-drives waren en bijgevolg nieuwe drivers vereist waren, maar vooral omdat de Disc Burner-software van Apple ervan uitgaat dat het altijd de exclusieve toegang heeft tot de cd-rw-drive, en zo voorkomt dat andere programma's de drive gebruiken. De oplossing was het Shared Device Access Protocol (SDAP), ontwikkeld door Apple, Dantz, en Roxio (producenten van de Toast-software voor het branden van cd's), en geïmplementeerd in de extensie SDAP Authoring Support van Apple, waardoor SDAP-conforme besturing van Apple-hardware mogelijk wordt vanaf Mac OS 9.2.1 (zie "Mac OS 9.2.1 is uit" in TidBITS-594).

<http://www.dantz.com/index.php3?SCREEN=apple_atapi>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06058>
<http://www.roxio.com/>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06532>

Om Retrospect 4.3 dus met ondersteunde interne cd-rw-drives te gebruiken (inclusief de Sony CRX140E en Matshita CW-7586 in de Power Mac G4, de Sony CRX700E en Toshiba SD-R2002 in de iBook, en de Matshita CW-7121 in de iMac - Apple System Profiler vertelt je welke cd-rw-drive in jouw Mac zit), heb je dus het volgende nodig: Mac OS 9.2.1, Retrospect Backup 4.3, Retrospect Driver Update 2.2, en Retrospect Extensions Updater. De laatste twee zijn gratis downloads van respectievelijk 650K en 150K; voor de Retrospect Driver Update 2.2 download heb je je registratienummer nodig. Dantz verwacht weldra ondersteuning te kunnen bieden voor de SuperDrive (dvd-r/cd-rw) en de cd-rw-drives in de Macs die op Macworld Expo NY in juli 2001 zijn aangekondigd (zie "Apple brengt snellere iMacs en Power Mac G4's" in TidBITS-589). [ACE]

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06501>

IPNetSentry 1.2 stopt Code Red-verkeer -- Sustainable Softworks heeft een update uitgebracht voor IPNetSentry, hun persoonlijke firewall en netwerkbeveiligingssoftware (zie "Macworld SF 2001 Trend: Persoonlijke firewalls" in TidBITS-564 voor meer informatie over persoonlijke firewalls). Nieuw in IPNetSentry 1.2 is een feature waarmee patronen in binnenkomende datapakketten kunnen worden gevonden die typerend zijn voor wormen van het Code Red-type. Dergelijke wormen hebben een echte chaos ontketend op pc's die Internet Information Server (IIS) van Microsoft draaien. Hoewel de Code Red-worm Macs niet kan infecteren of op een andere manier beschadigen, ongeacht of er nu al of niet een webserver op draait, kan het verkeer invloed hebben op de respons van je internetverbinding en logbestanden van webservers vullen. Zodra IPNetSentry 1.2 een aanval van Code Red detecteert, blokkeert het het IP-adres van de bron, zodat de met Code Red geïnfecteerde machine geen respons meer zal krijgen en daarom geen pakketten meer zal sturen. Naarmate nieuwe wormen van het Code Red-type bekend worden, zullen gebruikers van IPNetSentry nieuwe #set/payload_inspection commando's kunnen downloaden van de website van Sustainable Softworks en ze toevoegen aan het configuratiebestand van IPNetSentry om ongewenst verkeer te blokkeren. De IPNetSentry 1.2 update is gratis voor geregistreerde gebruikers; anders kost IPNetSentry $35. Het is een download van 1,3 MB. [ACE]

<http://www.sustworks.com/site/prod_ipns_overview.html>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06281>

Sync Buddy 1.3 uitgebracht -- Florent Pillet heeft versie 1.3 van Sync Buddy uitgebracht, een update (onder iets gewijzigde naam) van Palm Buddy, het Mac hulpprogramma voor bestandsorganisatie voor Palm handcomputers (zie "Een Nieuw Vriendje voor de Mac PalmPilot Eigenaars" in TidBITS-436). Sync Buddy vervangt niet de Palm Desktop software die wordt geleverd bij ieder nieuw apparaatje dat onder Palm OS werkt; in plaats daarvan laat het je een directe verbinding maken met je Palm waardoor je bestandsinformatie kunt opvragen, maar ook bestanden kunt installeren en verwijderen. Het sterkste punt van Sync Buddy is echter dat je instant-backups kunt maken van alles wat er maar op je Palm kan staan, ook applicaties in ROM. Vanaf deze update kan het programma ook overweg met USB en infrarood en ondersteunt het de Handspring Visor en de Sony Clie computertjes (deze laatste alleen als gebruik gemaakt wordt van Mark/Space's The Missing Sync software). Ook een paar kleine foutjes zijn verholpen. Bovendien worden er meer plug-ins meegeleverd voor het converteren van bestandsformaten (zoals HanDBase en JFile database bestanden), en er zijn ook plug-ins voor niet-Romaanse talen. Sync Buddy is een shareware-programma dat $25 kost; voor geregistreerde gebruikers van Palm Buddy kost de upgrade (1,1 MB) niets. [JLC]

<http://perso.wanadoo.fr/fpillet/syncbuddyGB.html>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=04956>
<http://www.markspace.com/missingsync.html>

Western Civilisation komt met Style Master 2.0 -- Voor webmasters die hun eigen HTML schrijven vormt Western Civilisation al heel lang de bron van instructie en informatie met betrekking tot het Cascading Style Sheets (CSS) protocol, en het levert ook het beste programma om hiermee aan de slag te gaan, in de vorm van Style Master (zie "Precisie Web Pagina's met Style Master" in TidBITS-501). Van Style Master is er nu een update naar versie 2.0. Dat betekent bijvoorbeeld dat je een nieuw style sheet kunt openen vanuit een sjabloon, en Western Civilisation levert verschillende sjablonen mee. In het editor-gedeelte is er nu de mogelijkheid om kleuren te specificeren en zoeken-en-vervangen behoort ook tot de mogelijkheden. Western Civilisation ondersteunt nu ook externe editors zoals BBEdit, dus kun je afwisselen tussen een overzichtelijke weergave van tekst en Style Master's eigen weergave van 'statements' en 'properties'. Het programma ondersteunt nu ook Netscape 6 en Opera 5 (maar helaas nog niet iCab of OmniWeb). De ondersteuning van commentaar, @media rules, relatieve links en zelfs CSS3MP (de standaard voor mobiele communicatie) is verbeterd. Style Master 2.0 claimt ook in staat te zijn een bestaand document waarin de verouderde "presentationele" en "structurele" HTML (zoals FONT tags en attributen als ALIGN en BGCOLOR) zijn toegepast, om te bouwen en te voorzien van een CSS style sheet; tijdens mijn tests bleek dit echter niet betrouwbaar genoeg te functioneren. De minimumeisen voor Style Master zijn Mac OS 8 of beter en 5 MB RAM in een Mac met een PowerPC-processor. Het kost $30, of $50 voor de Pro versie, die ook CSS2 ondersteunt. Er is een demoversie beschikbaar die 31 dagen blijft werken. [MAN]

<http://www.w3.org/Style/CSS/>
<http://www.westciv.com/style_master/product_info/>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=05602>


Ons gereedschap: DiskSurveyor

door Matt Neuburg <[email protected]>
[vertaling: PEP]

Als ik mijn harde schijven opnieuw organiseer en wat extra schijfruimte wil winnen is de Finder niet altijd het meest geëigende gereedschap. Ik maak gebruik van DiskSurveyor van Tom Luhr om te zien wat er op mijn volumes staat. Sleep een volume icoon op DiskSurveyor en, na een snelle inspectie, presenteert het een venster met daarop gekleurde rechthoeken gearrangeerd in kolommen die een grafische weergave zijn van de omvang van bestanden en mappen in dat volume. De hoogte van het venster representeert het gedeelte van het volume dat in gebruik is. De eerste kolom toont de relatieve omvang van alle bestanden en mappen op het hoogste niveau, de tweede kolom toont de relatieve omvang van de bestanden en mappen op het tweede niveau, etc. Op mijn scherm kan ik zes kolommen ineens zien (met wat horizontaal scrollen zie ik nog meer).

<http://twilightsw.com/DiskSurveyor/>

Waar voldoende ruimte is wordt de naam van bestand of map getoond en als je er met de muis op gaat staan krijg je meer informatie. Als je nog meer van die map wilt weten kun je erop klikken: dit geeft een zoom-effect waardoor die map in de eerste kolom verschijnt. Ook kun je eenvoudige staaf- of cirkeldiagrammen zien van alle volumes tegelijk, dan zie je hoeveel ruimte van elk bezet is. Dan kun je nog de hele inhoud van een venster exporteren als een tekstbestand, om met een rekenblad- of databaseprogramma te analyseren, om het later met een tekst-editor als BBEdit te onderzoeken, of om het op een later tijdstip met DiskSurveyor als een grafiek te vertonen.

Na mijn eerste gebruik van het programma, meende ik dat het fantastisch en heel ingenieus was met een originele interface maar ik dacht niet dat ik er veel gebruik van zou maken. Een week of zo later echter kon ik dankzij DiskSurveyor snel zien dat mijn onzichtbare Temporary Items map veel bestanden verzameld had die niet werden verwijderd, en weer een paar dagen later zag ik dat mijn virtuele geheugen per ongeluk was aangezet en veel schijfruimte bezet hield met z'n swap bestand. Ik ging direct over tot het betalen van het shareware bedrag van DiskSurveyor! Nu is het mijn gewoonte om regelmatig DiskSurveyor even aan te zetten om te zien of er kleurblokken verschijnen die veel te groot lijken; maar ook gebruik ik het graag om gewoon even te kijken wat er zoal op mijn harde schijven staat opgeslagen - DiskSurveyor is hiervoor fantastisch, want anders dan in de Finder krijg je in één keer meerdere niveaus te zien.

DiskSurveyor heeft haast niets te maken met het bestandssysteem; als je de afbeelding van een map shift-klikt wordt die map in de Finder geopend, meer niet (je kunt bijvoorbeeld binnen DiskSurveyor iets in de Finder niet verwijderen of een onzichtbaar item zichtbaar maken). Maar ik zie dit nooit als een nadeel aangezien je dat op andere manieren kunt doen en als dat binnen DiskSurveyor zou kunnen zou het wellicht ten koste gaan van de pure eenvoud en schoonheid.

DiskSurveyor 2.5 is shareware van $15; het vereist Systeem 7 of hoger en is een 450K download.


Snel en los met draadloze netwerken

door Adam C. Engst <[email protected]>
[vertaling: GH, AV, MSH, DPF]

Elke keer als Tonya en ik verhuizen zijn de eerste twee prioriteiten het creëren van een netwerk voor bestandsuitwisseling en printen, en het leggen van een internetverbinding. Terugkijken op onze laatste verhuizingen is een reis door netwerktechnologie.

Toen we in 1991 naar Seattle verhuisden, kwam het netwerk tussen mijn SE/30, haar Macintosh Classic en onze QMS-PS 410 laser printer snel tot stand via telefoonkabeltjes met LocalTalk. De internetverbinding was lastiger, ik moest een host vinden die een UUCP feed kon geven (Unix naar Unix copy, een oude vorm van informatieverplaatsing over het internet). Twee jaar later kochten we ons eerste huis, ik hoefde niets te veranderen aan de UUCP verbinding (later schakelde ik over naar een TCP/IP internettoegang via SLIP, daarna TCP en daarna een vaste 56 Kbps frame relay-verbinding. Maar voor de eerste keer hadden we kantoren in verschillende kamers, wat betekende dat ons tijdelijke Localtalk-netwerk verscheidene telefoonkabeltjes moest verbinden samen met extra PhoneNet connectoren om de afstand te overbruggen (om een of andere reden hadden onze katten besloten dat ze het lekker vonden te slapen bovenop de kabels). De volgende stap was een veel groter huis, en daarom kocht ik een 16 meter lange telefoonkabel voor het tijdelijke LocalTalk-netwerk totdat we iemand Ethernetkabels lieten trekken van de kantoren beneden tot de keuken boven. Het netwerk werkte daar tenminste - dat was het huis waar we zes maanden leden onder een enkele telefoonlijn voor spraak en inbel-internetverbinding, en nog drie maanden moesten wachten voordat US West (nu Qwest) in staat was ons van een 56 Kbps frame relay-verbinding te voorzien.

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06528>

De dagen van LocalTalk zijn lang geleden, en het concept van leven met alleen maar een inbelverbinding wil ik liever niet meemaken. Dus voor de laatste verhuizing naar Ithaca, New York, had ik besloten een gedegen netwerk op te zetten met een directe internetverbinding. Maar zoals ze al zeggen, met goede voornemens.... We zitten al meer dan twee maanden in het huis, en hoewel ik snel in staat was het netwerk en internetverbinding te realiseren, voelt het alsof de hele opstelling met spuug en losse touwtjes aan elkaar hangt. Tenminste, als er draadjes bij betrokken zouden zijn.

<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06452>

Ga draadloos -- Het bekabelen van een huis kan moeilijk en duur zijn en ik heb een hekel aan boren door vloeren en wanden als ik het kan vermijden. Omdat de vier Macs die Tonya en ik regelmatig gebruiken (mijn Power Mac G4 en iBook (Dual USB), haar blueberry iBook, en de PowerBook G3 die fungeert als keuken-Mac) allemaal in staat zijn om de 802.11b draadloze netwerk technologie te gebruiken die de basis vormt van Apple's AirPort, had ik bedacht ons AirPort Basisstation te gebruiken voor die verbinding en bekabeld ethernet voor onze oudere machines. Om onze LocalTalk LaserWriter Select 360 toe te voegen zouden we Apple's niet-ondersteunde LocalTalk Bridge gebruiken op een van onze oudere machines die zowel Ethernet als LocalTalk ondersteunt. En het werkt inderdaad allemaal als een zonnetje, maar onze kat Cubbins krijgt niet meer het pleziertje van het liggen op netwerkkabels.

Toen werd het tijd om een internetverbinding toe te voegen. Ik heb twee opties, een kabelmodem en, interessanter, een 802.11b draadloze connectie over lange afstand. Mijn meesterplan is om beide verbindingen te gebruiken. Ze zijn allebei goedkoop, dus ik zal minder betalen voor twee megabit-plus verbindingen dan ik in Seattle betaalde voor een enkele 56 Kbps frame relay-verbinding (zelfs zonder ISP kosten). Maar geen van beiden garandeert betrouwbaarheid, en het verliezen van verbinding, zelfs voor korte tijd op het verkeerde moment kan gekmakend zijn in mijn positie.

Ik heb nog niet uitgevogeld hoe het allemaal zal lopen, en ik ben nog steeds aan het onderzoeken hoe Open Transport's verborgen single-link multihoming mogelijkheid werkt om meervoudige IP-nummers te beantwoorden, met twee gescheiden AirPort netwerken, of met een ongebruikelijke routing. Mijn laksheid in het uitvogelen heeft te maken met het opzetten van de lange afstand 802.11b draadloze verbinding via speciale antennes die ook gebruikt kunnen worden met de normale apparatuur. En het werk moet natuurlijk ook iedere dag gedaan worden en de verhuizing afgemaakt, dus in de tussentijd gebruik ik alleen de kabelverbinding en daarin ligt het probleem voor het draadloze netwerk.

<http://developer.apple.com/techpubs/mac/NetworkingOT/NetworkingWOT-55.html>

Het bleek dat deze specifieke kabelmodemdienst het MAC-adres (het adres van de ethernetkaart) onthield waar het verbinding mee maakt en het voorziet van een IP-adres via DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol). Dit betekent dat het niet via een Ethernet hub ingeplugd kan zijn, omdat deze geen MAC-adres heeft. Een eenvoudig lijkende oplossing zou natuurlijk zijn dat we direct in de ethernetpoort van het AirPort Basisstation prikken en zo tijdelijk alleen de draadloos toegankelijke computers bedienen. Dit werkt echter niet vanwege redenen die ik nog niet helemaal begrijp, zelfs na het lezen van Apple's ietwat verwarrende Knowledge Base documentatie en het proberen van elke mogelijke configuratie.

<http://www.info.apple.com/kbnum/n58576>
<http://www.info.apple.com/kbnum/n106021>

Verschillende alternatieven -- Ik had duidelijk een andere aanpak nodig, ik wist dat ik het kabelmodem werkend zou krijgen als ik het direct in een van de Macs plugde. Ik dacht onmiddellijk aan het gebruiken van IPNetRouter van Sustainable Softworks op onze Performa 6400 met een paar ethernetkaarten (welke ik toevallig nog had liggen) in de twee PCI-sloten. Eerst moest ik uitzoeken hoe DHCP werkt (Als je ooit je regelpaneel TCP/IP opent en een adres ziet wat begint met 169, betekent dit dat je Mac geen echt IP-adres heeft gekregen van de server - probeer de verbinding om te wisselen van Ethernet naar PPP en weer terug om een nieuwe poging te forceren). Hierna moest ik aan de gang met twee oudere ethernetkaarten, een van Farallon en een van Sonic Systems, omdat ze conflicteerden met sommige combinaties van drivers en poortvolgordes. Uiteindelijk kreeg ik het allemaal aan de gang met IPNetRouter (dat makkelijk te configureren was toen alles eenmaal werkte). Vervolgens plugde ik onze bekabelde Macs in een Ethernet hub samen met het AirPort Basisstation, welke ik zo instelde dat het alleen diende als een brug tussen onze gewone en draadloze netwerken (alle Macs gebruiken handmatige adressering met een IP-adres in de private 192.168.0.x reeks). Door een PhoneNet connector in de printerpoort van de Performa 6400 en het aanzetten van LocalTalk Bridge deed de LaserWriter ook mee en iedereen was gelukkig. Zo zag het er uit:

Netwerk #1
via IPNetRouter
+---------+
| |
Performa Performa
Kabelmodem --- Kaart A | Kaart B --- Hub --- Bekabelde Macs
| |
PhoneNet kabel | |
via LocalTalk Bridge | AirPort Basisstation --- draadloze Macs
|
LaserWriter Select 360

Er was echter een probleem. Ik had het conflict van de twee Ethernetkaarten in een ongemakkelijke wapenstilstand geforceerd. Er bleven echter problemen die elke paar uur terugkwamen en de internetverbinding verbraken. Een herstart verhielp het probleem en omdat ik wanhopig probeerde andere dingen af te krijgen hackte ik om het probleem heen door het installeren van Maxum's PageSentry. Ik vertelde dit programma om onze hoofd website in de gaten te houden en als het contact verloor de machine te herstarten via een éénregelig AppleScript. Het verdiende geen schoonheidsprijs, maar het hield de verbinding werkend voor 99 procent van de tijd.

<http://www.maxum.com/pagesentry/>

Dit werkte voor een tijdje. Na ongeveer drie weken, op een late vrijdagmiddag toen ik een artikel aan het afmaken was, gaf een van de ethernetkaarten de pijp aan Maarten. Eerst ging na een minuut of twee de verbinding al plat, hierna weigerde de Performa 6400 op te starten tot ik een van de kaarten verwijderde. Wanhopig om iets online te krijgen realiseerde ik me dat ik meer Macs had met meerdere Ethernetkaarten, omdat AirPortkaarten ook ethernet spreken. Ik verbond dus de ethernetkabel van het kabelmodem met Tonya's iBook, schakelde het softwarematige Basisstation van Apple's AirPort software aan, stelde mijn G4 in om DHCP te gebruiken en slaagde erin mijn werk voor die dag af te krijgen. Hoewel functioneel, was deze configuratie verre van ideaal, omdat zowel de bekabelde Macs als de Laser Printer niet in het netwerk konden. Daarbij kwam dat toen Tonya thuiskwam, zij enigszins ontevreden was omdat haar iBook met het kabelmodem verbonden was (mijn iBook was naar Apple voor een nieuw toetsenbord, vanwege een gedeeltelijk gebroken toets). Hier is hoe het er uit zag:

Netwerk #2
via Software Base Station
+---------+
| |
iBook iBook
Kabelmodem --- Ethernet AirPort --- Draadloze Macs

Onze Mac PowerBook G3 in de keuken was de enige andere beschikbare dual-Ethernet Mac, want al had mijn Power Mac G4 een AirPortkaart, Ethernet aan boord en een beschikbaar PCI-slot voor een Ethernetkaart, zijn 20" monitors naar hetzelfde vertrek brengen als het kabelmodem is niet een werkje dat je als een makkie kunt beschouwen. Het ongebruikelijke aan de PowerBook G3 is, dat hij een oude Farallon SkyLINE 2Mbps kaart gebruikt om op het draadloze netwerk te komen. Ik was er niet zeker van of en hoe ik in staat zou zijn dit in het systeem op te nemen aangezien Farallons software geen voorziening heeft om als basisstation te kunnen fungeren.

Uiteindelijk bleek het echter makkelijk te zijn. Ik stelde de SkyLINE software in als een computer-naar-computer netwerk (het noemt het "ad-hoc"), configureerde IPNetRouter zoals het al op de Performa was en plugde een PhoneNet connector in de Modem/Printer poort en installeerde LocalTalk Bridge zodat we konden printen (en een trage toegang hadden tot de verbonden Macs, immers ze kunnen ook allemaal LocalTalk gebruiken). Mijn Power Mac G4 moest ik terug instellen op handmatige IP-adressering, alles werkte echter, weliswaar wat langzamer door de mindere prestaties van de SkyLine-kaart en de grotere belasting van LocalTalk. Ziehier hoe het netwerk er uit zag:

Netwerk #3
via IPNetRouter
+---------+
| |
PowerBook PowerBook
Kabelmodem --- Ethernet | SkyLINE --- Draadloze Macs
|
PhoneNet kabel |
via LocalTalk Bridge |
|
+---------------+
| |
LaserWriter Bekabelde Macs

Niet alles was echter perfect. De iBook van Tonya werkte met de nieuwe opstelling, maar de SkyLINE-kaart reikte slechts tot de deur van haar kantoor, niet tot het bureau twee meter verder (dit was de verste kamer waar de PowerBook zich naast de kabelmodem moest bevinden). Na een paar dagen was ook mijn Power Mac G4, die zich ook aan de andere kant van het huis bevond en bovendien nog een verdieping hoger, niet langer in staat nog een signaal te ontvangen van de SkyLINE-kaart. Ik weet niet waarom, maar het probleem kon opgelost worden door de PowerBook G3 een metertje dichterbij te brengen.

De volgende drempel werd in feite door mijzelf opgeworpen. Toen we hiermee bezig waren bestelde ik een 14 dB Yagi antenne met de bijbehorende kabels om een draadloze 802.11b internetverbinding te installeren voor grotere afstanden. Om deze apparatuur te testen toen het afgeleverd werd, had ik het briljante idee om de Lucent WaveLAN PC Card die in het AirPort basisstation zit te verwijderen en het te gebruiken voor de PowerBook G3 (de enige machine die ik heb die een PC Card aan kan) tezamen met de AirPort software. De WaveLAN card was ideaal voor deze test, omdat hij een antenne-ingang heeft die de SkyLINE-kaart van Farallon ontbeert, en bovendien was hij in tegenstelling tot de kaarten van Apple extern. Het was uiteindelijk goed dat ik de test uitvoerde omdat de antenne wel in vele situaties werkte (ik reed om dit te testen door de buurt met de PowerBook aan de antenne vast), maar juist thuis geen signaal vond. Een andere bestelde antenne zou beter moeten werken.

Toen deze plannen voor een draadloos netwerk voor de langere afstanden noodgedwongen even in de koelkast gezet moesten worden installeerde ik de PowerBook weer voor de oude situatie. Ik kwam echter een ander lastig probleem tegen. Ik repliceerde de setup exact, tot en met de exacte locatie op het bureau, en het werkte prima voor de iBooks (mijn exemplaar was inmiddels ook weer teruggestuurd door Apple). Mijn Power Mac G4 echter kon geen betrouwbaar signaal oppikken. Ik probeerde de PowerBook G3 terug te zetten naar de Lucent WaveLAN kaart en gebruik te maken van het softwarematige basisstation, maar dat hielp ook al niet. Het enige wat werkte was om mijn iBook (Dual USB) met het softwarematige basisstation te configureren (zoals in het Netwerk #2 diagram). Omdat de iBooks in feite twee antennes hebben waarvan de ene altijd gebruikt wordt voor het uitsturen van signaal (en ze beiden gebruikt kunnen worden voor ontvangst was mijn probleem opgelost. Er was daarmee natuurlijk geen oplossing om mijn bekabelde Macs (die zoals je je misschien gerealiseerd hebt niet essentieel zijn) of de laser printer te gebruiken op het netwerk, maar we vonden daar een tijdelijke oplossing voor door een USB Epson Stylus Photo 870 te gebruiken die we normaal alleen voor kleurenprints gebruikten.

<http://developer.apple.com/techpubs/hardware/Developer_Notes/Macintosh_CPUs-G3/ibook/ibook-33.html>

Na een paar dagen had mijn Power Mac G4 opnieuw niet langer aanvaardbare ontvangst, en geen van de kleine veranderingen die ik kon bedenken maakte enig verschil (de iBook van Tonya en de PowerBook G3 werkten nog steeds prima). Het was duidelijk dat de enige oplossing lag in het verkleinen van de afstand. Ik haalde daarom diep adem en begon met het boren van een gat in de serverkamer (waar de kabelmodem moet staan) naar de bodem van de slaapkamerkast op de eerste verdieping. Dit was zoals ik verwachtte veel moeilijker dan nodig was dankzij een dik en goed geïsoleerd plafond c.q. vloer, maar uiteindelijk waren Tonya en ik in staat om de Ethernet- en telefoonkabels van de server naar onze slaapkamer te duwen. Vanaf dat punt, op dezelfde verdieping als mijn kantoor, had de Power Mac G4 niet langer moeite om een signaal op te pikken van de iBook, en zelfs toen ik terugschakelde naar de PowerBook G3 en SkyLINE-kaart (zoals in het Netwerk #3 diagram) was de ontvangst goed.

Wat is ie aan het roken? Nu vraag je je waarschijnlijk af waarom ik niet wat extra geld heb besteed voor de oplossing van dit probleem door een breedband gateway aan te schaffen zoals de NetLINE Wireless Broadband Gateway van Proxim, de EtherFast Wireless AP + Cable/DSL Router met vierpoorts switch van Linksys of een van de exemplaren die Glenn Fleishman bekeken heeft voor zijn "Flying into Other AirPorts" artikel in TidBITS-578.

<http://www.proxim.com/products/all/netlinegateway/pn8581/>
<http://www.linksys.com/products/product.asp?prid=173&grid=19>
<http://db.tidbits.com/getbits.acgi?tbart=06416>

Dat is niet alleen zuinigheid. Allereerst leer ik het meest door gewoon te proberen, en deze poging heeft me meer waardering gegeven voor de zaken waartoe IPNetRouter en het softwarematige basisstation in staat zijn, om nog maar te zwijgen van de onduidelijkheden rond 802.11b draadloos netwerken. Bovendien weet ik dat ik extra hardware nodig heb wanneer ik de lange afstands 802.11b draadloze internetverbinding ga installeren, en ik probeer te vermijden dat ik hardware aanschaf die later nutteloos blijkt. Een netwerkexpert is misschien in staat om alles in kaart te brengen, en relatief zeker te zijn dat het uiteindelijke netwerk vergelijkbaar zal zijn. Maar zover ben k nog niet wanneer ik een mix van netwerken met en zonder kabels en verschillende internetverbindingen moet installeren. Ik volg daarom liever een langzame strategie, met gebruikmaking van wat ik al heb, totdat het duidelijk is wat ik nog meer nodig heb. Ik zal verder over ons netwerk berichten wanneer ik meer ontdek.


Niet-winstgevende en niet-commerciële publicaties en Websites mogen artikels overnemen of een HTML link maken als de bron duidelijk en volledig vermeld wordt. Anderen gelieve ons te contacteren. We garanderen de precisie van de artikels niet. Caveat lector. Publicatie-, product- en firmanamen kunnen gedeponeerde merken zijn van hun ondernemingen.

Vorige aflevering | Search TidBITS | TidBITS Homepage | Volgende aflevering