TidBITS#330/27-Mei-96

Ben je van plan om dit jaar zo'n Internet-apparaat van 500$ aan te schaffen? Zowel Apple, IBM, Netscape als enkele anderen azen op deze markt! Deze week brengen we ook informatie over de nieuwe update voor RAM Doubler en de CD-ROM van het Britse tijdschrift MacUser, die door een virus besmet was. We bespreken StuffIt Deluxe 4.0 en bekijken Apples nieuwe marketingstrategieën in verband met het WWW. En dit moet je zeker lezen: Tonya's onderzoek naar ReadMe-bestanden, die blijkbaar niet zo simpel zijn.

Deze editie van TidBITS werd gedeeltelijk gesponsord door:

Copyright 1990-1996 Adam & Tonya Engst. Details aan het einde van deze editie.
Informatie: [email protected] Commentaar: [email protected]


Topics:

MailBITS/27-Mei-96

RAM Doubler 1.6.2 Updater -- Connectix heeft RAM Doubler 1.6.2 uitgebracht, waarmee enkele problemen worden opgelost die ontstonden onder Systeem 7.5.3 met 68K-type PowerBooks, sommige 68040-systemen en PCI PowerMacs waarop SoftWindows draaide. Deze versie vormt ook een antwoord op problemen met de Iomega Jaz/Zip driver 4.3, Photoshop 3.0.5 en Retrospect 3.0. Je vindt de updater en meer gedetailleerde informatie op de website van Connectix. Let wel op: de RAM Doubler 1.6.2A updater is niet het programma zelf - die blijft versie 1.6.2 heten. [GD]

<http://www.connectix.com/connect/files/RD162AU.sea.hqx >
< http://www.connectix.com/connect/rdm16u.html >

MBDF Redux -- Van de Britse editie van MacUser verscheen op 24 mei jongstleden een nummer met een CD-ROM in bijlage. Op dat schijfje bevond zich zowaar een QuickTime VR-filmpje dat besmet was met het 'MBDF A'-virus. Volgens OxCERT (het Computer Emergency Response Team van de Universiteit van Oxford) zit dit virus in een Director-filmpje getiteld 'Blah Blah Blah, It's QTVR', dat zich in de map 'AMXDigital QTVR Folder' bevindt. Anti-virus-deskundigen raden iedereen af om het filmpje te openen of af te spelen. Als je dit bestand al naar je harde schijf gekopieerd hebt, kan je het virus gemakkelijk verwijderen met Disinfectant of gelijkaardige software. Als je denkt dat je het filmpje al eens hebt geopend hebt, kan je best je systeem eens laten nakijken door Disinfectant of een ander anti-virus-programma. De edities van MacUser die verschenen zijn in de VS en andere delen van de wereld, zijn blijkbaar gevrijwaard gebleven. [MHA]

<http://www.atlas.co.uk/macuser/virusalert.html >

MIND verrezen als NonSequitur -- In TidBITS-328 had ik gemeld dat de ontwikkeling van MIND, een DNS-server van het Macintosh-type, blijkbaar was stopgezet. Nu blijkt dat dit project verrezen is in de vorm van NonSequitur 0.8, een gratis DNS-server-toepassing die op een Macintosh 68020 of hoger kan draaien en Open Transport ondersteunt. NonSequitur vormt ook in andere opzichten een verbetering ten opzichte van MIND, hoewel het nog niet in staat is om herhaaldelijk te zoeken of een secundaire naam te lokaliseren. Maar niettemin is het een goede zaak dat er nog altijd aan wordt gewerkt. [GD]

<http://www.gross.net/sw/nonsequitur/ >

StuffIt 4.0 Deluxe: goed gestoffeerd

door Adam C. Engst <[email protected] >

Vorige maand bracht Aladdin Systems versie 4.0 uit van het eerbiedwaardige StuffIt Deluxe, waarmee niet alleen de mogelijkheden werden uitgebreid, maar ook het gebruiksgemak werd verhoogd. De meesten onder ons zullen het zeker appreciëren dat Aladdin een aantal functies heeft toegevoegd die Internet-gebruikers nodig hebben om overweg te kunnen met de alomtegenwoordige gecomprimeerde en gecodeerde bestanden.

Nieuwe mogelijkheden -- De meeste nieuwe functies maken deel uit van het 'True Finder Integration (FTI)'-regelpaneel, waarmee je controle hebt over de drie FTI-extensies die worden meegeleverd: 'Magic Menu', 'Archive via Rename' en 'StuffIt Browser'. Net zoals het gelijknamige regelpaneel in de vorige versie van StuffIt, kan je met Magic Menu een menu installeren in de Menubalk van je Finder. Hierin kan je dan alle compressie- en expansie-mogelijkheden onderbrengen. Nieuwe in deze versie van StuffIt is de integratie van Eudora: in de Finder selecteer een bestand, in het Magic Menu kies je 'Mail' of 'Stuff and Mail' en zo creëer je een nieuw bericht in Eudora om het bestand in bijlage te versturen.

Archiveren via Rename was al aanwezig in vorige versies van StuffIt, maar werkt nu via TFI. Archiveren via Rename geeft je de mogelijkheid om een StuffIt-archief of een zelf-uitpakkend archief van een bestand te maken door .sit of .sea toe te voegen aan het eind van de bestandsnaam. Op dezelfde manier kun je een bestand uitpakken door de .sit of .sea-toevoeging uit de bestandsnaam te verwijderen. Ik gebruik deze eigenschap bij StuffIt-archieven die ik in mijn email ontvang, omdat Eudora wel standaard ont-binhext maar niet automatisch gecomprimeerde bestanden uitpakt. Het verwijderen van de toevoeging is een goede manier om het bestand uit te pakken en het originele archief te wissen. Ik zou graag zien dat archiveren via Rename ook met BinHex-bestanden werkte.

De uiteindelijke TFI-extensie is de meest interessante. Genaamd StuffIt Browser, geeft het je de mogelijkheid om direct met StuffIt-archieven in de Finder te werken in plaats van te wachten op het opstarten van StuffIt Deluxe. Wanneer je op een StuffIt-archief dubbelklikt als StuffIt Browser geladen is, opent het archief in een Finder-achtig venster, gemarkeerd met een StuffIt-icoontje in de linkerbovenhoek. Het in het venster slepen van één of meer bestanden doet ze comprimeren, en het slepen van bestanden uit het venster doet ze decomprimeren. Lees beslist ook het 'Network Users Read Me'-bestand dat problemen beschrijft wanneer meerdere mensen tegelijkertijd aan hetzelfde archief werken.

Het nadeel van de 'True Finder Integration'-eigenschappen van StuffIt Deluxe 4.0 is dat het extensies zijn, waardoor de mogelijkheid bestaat dat ze conflicteren met andere extensies of regelpanelen. Als je problemen hebt met extensies die je systeem veranderen, beperk je dan tot DropStuff en StuffIt Expander. Omdat dit allebei programma's zijn is de kans op systeem-conflicten aanmerkelijk kleiner.

Het laatste nieuwe onderdeel van StuffIt Deluxe is een droplet-programma genaamd DropSegment dat ongeveer net zoals DropStuff en StuffIt Expander werkt. Als je een StuffIt-archief op DropSegment sleept kun je een multi-gesegmenteerd, zelf-verenigend, zelf-uitpakkend archief maken, wat handig is om grote archieven naar diskettes te kopieëren. In het verleden moest je met het StuffIt Deluxe-programma werken om archieven te segmenteren, wat veel lastiger was.

Verbeterde Eigenschappen -- StuffIt SpaceSaver, dat voorziet in transparante compressie door bestanden te comprimeren in ongebruikte tijd en ze dan uit te pakken wanneer je ze opent, heeft nu een "label-icoon"-eigenschap die kleine labels op icoontjes van gecomprimeerde bestanden plakt. Deze eigenschap maakt het gemakkelijker om te zien welke bestanden er gecomprimeerd zijn. De belangstelling voor transparante compressie-utilities, die zeer populair waren toen ze een jaar of drie geleden uitkwamen, is afgenomen doordat de kosten van grote harde schijven gedaald zijn. Wanneer je je een grotere harde schijf kunt veroorloven, is dat nog altijd een betere oplossing dan het gebruik van een transparante compressie-utility.

Het StuffIt Deluxe-programma is aan de buitenkant weinig veranderd, maar Aladdin claimt een toename in snelheid tot 20 procent in het comprimeren van bestanden en tot 50 procent in het uitpakken van veel compressie-formaten. Daarbij heeft Aladdin het scripten aanzienlijk verbeterd, en een Scripts-menu toegevoegd met een ingebouwde recorder voor OSA-scripts.

Ook bij het StuffIt Deluxe-pakket ingesloten is Aladdin's Stuffit Expander for Windows, wat geweldig is voor mensen die PC's moeten gebruiken maar in eerste instantie met Macs en Macintosh-bestanden werken. StuffIt Expander for Windows kan bestanden uitpakken in de volgende formaten: StuffIt (.sit), ZIP (.zip), uuencoded (.uue), BinHex (.hqx), MacBinary (.bin), ARC (.arc), Arj (.arj) en gzip (.gz). Het kan ook zelf-uitpakkende archieven decomprimeren die gemaakt zijn door StuffIt, ZIP en Arj.

StuffIt Details -- StuffIt Deluxe 4.0 kost $129.95, en geregistreerde gebruikers kunnen direct via Aladdin opwaarderen voor $29.95 tot 1 juli '96. Het shareware DropStuff 4.0 en het freeware StuffIt Expander 4.0.1 zijn ook verkrijgbaar op onderstaande Aladdin-sites en de Info-Mac mirrors.

<http://www.aladdinsys.com/ >
< ftp://ftp.scruznet.com/users/aladdin/public/dropstuff_w_ee_4_installer.hqx >
< ftp://ftp.scruznet.com/users/aladdin/public/stuffit_exp_40_installer.hqx >

InstallerMaker 3.0 -- Op het WWDC bracht Aladdin ook versie 3.0 van InstallerMaker uit, waarmee het eenvoudig is om aangepaste installers te maken en dat leunt op StuffIt compressie-technologie. InstallerMaker heeft nu scripting-ondersteuning, betere compressie, een uninstall-mogelijkheid, installatie van hulpmiddelen, onbeperkte aangepaste bestemmingen voor bestanden, ondersteuning voor het verplaatsen, kopieëren of hernoemen van elk bestand, en tenslotte ondersteuning voor een maximum van 128 pakketjes in plaats van de vroegere limiet van 16. Een demo is verkrijgbaar bij onderstaande URL.

< ftp://ftp.scruznet.com/users/aladdin/public/InstallerMaker3Installer.hqx >

Uitkijken naar de Netwerk Computer

door Geoff Duncan <[email protected] >

Sinds jaren beloven de wijzen ons goedkope, intuïtieve "informatietoepassingen" ontworpen en verkocht als gebruikerselektronica. Deze machines, "network computers" (NCs) genaamd i.p.v. personal computers (PCs), verbinden je met het Internet, kunnen surfen op het web, beheren je email, en verschaffen je interactieve televisie, winkelen en amusement, voor een prijs vanaf 500$ of minder. Je kan ze aanpassen aan je behoeften, gaande van een palmtop tot een heuse Internet studio bij je thuis; inwendig zou de machine Mac OS, Windows of iets compleet anders moeten kunnen draaien.

Het belangrijkste is dat elk toestel een aantal standaardfuncties zou aanbieden, en verschillende modellen zouden onderscheiden worden door verschil in prijs en extra mogelijkheden. In plaats van de afschrikwekkende technische details verbonden aan de keuze van een personal computer, zou de aankoopbeslissing van een gebruiker meer lijken op de keuze van een videorecorder, waarbij elk toestel ongeveer hetzelfde doet. De vergelijking met videorecorders kan nog verder doorgetrokken worden, aangezien verkopers willen dat deze machines alomtegenwoordig zijn; ze hebben een enorm verkoopsvolume nodig om dit soort produkt interessant te maken.

Vorige week kondigden Apple, IBM, Netscape, Oracle, en Sun hun eerste poging aan om een network computer te definiëren, en hun voorstel wordt gesteund door een verbazende verzameling van bedrijven gaande van Motorola en Hitachi tot Canon en Toshiba. Maar is dit voorstel echt iets om in de gaten te houden of is het slechts een nieuw public relations maneuver?

<http://www.nc.ihost.com/ >

De eerste specificaties -- De Network Computer Reference Profile 1 bevat niets dat mij verbaast: de NC is gebouwd rond de Internetverbinding en Java. Op laag niveau moeten NCs TCP, HTTP, HTML, de Java application environment en een paar basisniveau IP-protocols zoals UDP en SNMP ondersteunen. Bovendien wordt verwacht dat NCs Internet email (zowel POP als IMAP) en enkele gangbare klank- en beeldformaten (GIF, JPEG, WAV van Windows, en AU van Sun) kunnen verwerken. De NC zou een pointing device [muis of iets dergelijks] hebben, de mogelijkheid om tekst in te voeren (niet noodzakelijk via een keyboard - tekst invoeren zou kunnen via schrijven of via spraakherkenning), een scherm van minimaal 640 op 480, en audio output. Een NC zou eventueel ook additionele protocols kunnen ondersteunen, zoals FTP, Telnet, NFS (Network File System), en veiligheidssystemen (SSL van Netscape voor beveiligde verbindingen, ISO 7816 (SmartCards), of de MasterCard/Visa specificatie voor transacties). Printen vanuit een NC zou als optie verkrijgbaar zijn.

Deze eerste specificatie is zeer vanzelfsprekend. Wat mij echter intrigeert is wat niet in deze vereisten is opgenomen: een harddisk. Deze machines kunnen ontworpen worden om op te starten buiten het netwerk en al hun data opslagen op een hostcomputer. Dit is een zeer aantrekkelijke optie voor verkopers, aangezien zij besturingssystemen en applicaties kunnen veranderen zonder de gebruikers hierin te betrekken; het maakt ook nieuwe zakenmodellen mogelijk voor licenties voor toepassingen, dataopslag en diensten.

Een eerste ontwerp van deze specificaties zou beschikbaar moeten zijn in juli en definitief gemaakt worden tegen augustus van dit jaar. Ondertussen zijn verschillende firmas al aan de wedstrijd begonnen: Acorn Computer heeft aangekondigd netwerkcomputers te leveren tegen september van dit jaar, en SunRiver zegt NC machines op de markt te brengen tegen juli voor minder dan 1.000$. CEO van Apple Gil Amelio heeft gezegd dat de eerste NCs van Apple, gebaseerd op de Pippin, dit jaar zullen uitkomen.

<http://www.acorn.co.uk/ >
<http://www.sunriver.com/ >

In Absentia -- Twee dingen ontbreken bij het eerste ontwerp van de Netwerk Computer, beiden een reflectie van de politiek van de computerindustrie. Het eerste wat ontbreekt is krachtige multimedia en video. Apple wil QuickTime (en het pas aangekondigde QuickTime Media Layer) in de Netwerk Computer opgenomen zien, ondertussen promoot Adobe zijn Bravo imaging systeem en ondersteunt Macromedia zijn Shockwave technologie.

<http://www.adobe.com/events/netexpect/tr.typebravvert.html >
< http://www.macromedia.com/Tools/Shockwave/index.html >

Dat geen van deze voorstellen momenteel in de Netwerk Computer zijn opgenomen duidt aan dat er achter de schermen heel wat gemaneuvreerd wordt: iedereen wil _zijn_ technologie in de standaard opgenomen zien.

Wat er nog meer ontbreekt is ondersteuning van twee sleutelbedrijven uit de computer industrie: Microsoft en Intel. Microsoft wou niet mee doen omdat het bezig is met een eigen standaard (SIPC geheten) en het vindt het blijkbaar niet leuk dat het NC voorstel Microsoft technologieën zoals ActiveX, niet ondersteunt. Oracle's baas Larry Ellison voorspelde dat Microsoft en Intel geen keuze zullen hebben en uiteindelijk de NC wel zullen moeten ondersteunen. De tijd zal uitwijzen of andere bedrijven en ontwikkelaars hiermee akkoord gaan.

Ondertussen blijft de beste 500$ netwerk computer nog steeds een tweedehands Mac.

LeesJeMij of LeesJeMijNiet

door Tonya Engst <[email protected] >

Bijna een jaar geleden schreef ik in TidBITS-279 , een artikel over LeesMij bestanden, je weet wel, die -hopelijk- informatieve documenten die bij de meeste softwarepakketten komen. In dat artikel pleite ik er bij de auteurs van LeesMij documenten voor om vóór hun lezers te schrijven en bepaalde informatie die gebruikers zoeken niet te verwaarlozen. Heel recentelijk moest ik enkele taken opknappen waarvoor ik heel wat slaap moest laten én heel wat LeesMij-documenten moest doornemen. Dat deed me besluiten om het onderwerp opnieuw te behandelen met nieuwe suggesties voor de auteurs van LeesMij-documenten. Bepaalde van die suggesties slaan specifiek op niet-commerciële programma's, het merendeel van die suggesties slaan ook op het nieuwe "ras" van publieke bêta-programma's.

Geef Administratieve Details -- Wanneer ik de moeite doe om een LeesMij-document te openenen hoop ik beloond te worden met het Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom van een programma, en het zou goed zijn als die informatie eerst wordt behandeld.

Wie? In het LeesMij-document van een niet-commercieel programma wil ik graag de volledige naam van de auteur en diens emailadres te lezen krijgen. Wanneer ik de auteur een email stuur wil ik hem/haar juist kunnen aanschrijven, wanneer ik de auteur een check stuur wil ik die volledig invullen, en als ik over een programma schrijf moet ik deze informatie in mijn artikel kunnen opnemen.

Wat? Zorg ervoor dat je uitlegt wat je programma doet. Dat kan je bijvoorbeeld doen door de vijf of tien belangrijkste mogelijkheden van je programma in een lijstje te zetten. Als je programma juist één ding doet, schrijf dan over die ene mogelijkheid. Vergeet ook niet te vermelden op welke type Macs je programma werkt.

Waar? Het strekt gewoonlijk tot ieders voordeel wanneer mensen de meest recente versie van een programma gebruiken (en een 'cleane' versie), dus vertel je gebruikers waar zij een verse kopie kunnen downloaden. Wanneer je programma een eigen Web pagina heeft, is het verstandig om gebruikers het adres te vertellen. Laat gebruikers niet pielen met een search engine teneinde je Web pagina te vinden.

Wanneer? Zorg ervoor dat je de datum van release van je programma vermeldt. Deze informatie is natuurlijk bij benadering beschikbaar via het 'Get Info' window, maar als je ReadMe file een paar jaar oud is, zouden gebruikers op zoek kunnen gaan naar een nieuwere versie.

Waarom? De kans bestaat, dat er nog wel tien andere programma's te vinden zijn die ongeveer doen wat jouw programma doet. De kans bestaat ook dat je je programma geschreven hebt om aan een behoefte te voldoen waar die andere programma's te kort schieten. Dus laat je gebruikers alsjeblieft weten wat zo bijzonder is aan je programma.

Na het invullen van deze basale administratieve details, is het belangrijk om te vermelden of je programma vrij is of niet. Indien niet, of het nu emailware, smileware, chocalateware, beerware, of shareware is, laat mensen niet alleen weten hoeveel ze moeten betalen, maar ook hoe, zeker als ze niet gewend zijn om jouw munt te gebruiken. Ik vermoed dat veel hardwerkende shareware auteurs inkomsten missen, eenvoudigweg omdat gebruikers de betalingswijze te ingewikkeld vonden. (Natuurlijk is dit geen goed excuus om niet te betalen, maar waarom zou je inkomsten missen omdat mensen niet de tijd vinden om geld te wisselen, het te bundelen, en in een juist geadresseerde envelop te stoppen?) Dit vermoeden komt gedeeltelijk door het feit dat ik een aantal shareware auteurs ken die het Kagi Software systeem gebruiken om betalingen te stroomlijnen, en deze auteurs zijn tevreden met de resultaten.

<http://www.kagi.com/ >

Als je je programma op de Info-Mac of UMich archieven gaat zetten (en dit beveel ik aan; stuur het, tezamen met een korte beschrijving, naar: [email protected]), zorg er dan voor dat deze beschrijving, dat gepubliceerd zal worden als samenvatting, ook de Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom bevat, samen met de immer belangrijke betalingsdetails. (Gebruikers kunnen de Info-Mac archieven doorzoeken door met hun Web browser het Info-Mac HyperArchive te laden.)

<http://hyperarchive.lcs.mit.edu/HyperArchive.html >

Het Belang van het Hoe -- Zodra je klaar bent met de administratieve details, ga over op het Hoe, en verwijs mensen niet slechts naar de ingebouwde help, tenzij je volledig zeker bent dat je fantastische online help geschreven hebt. Meestal is dit niet zo. Zorg er ook voor dat je de extra interessante gedeeltes van je programma aangeeft die niet gelijk duidelijk zijn, zoals het gebruiken van de Shift toets voor een fantastische nieuwe functie, of het configureren van je applicatie als een drag & drop ikoon. De zonde van het weglaten van het Hoe bestaat in het bijzonder bij publieke betas, en daar zijn ze misschien nog extra frustrerend, omdat publieke betas meestal van grote bedrijven zijn die zeker het geld kunnen investeren voor een extra werknemer voor die paar uur...

Overweeg HTML en Andere Suggesties -- Een aantal auteurs is begonnen met het publiceren van ReadMe files als HTML documenten, of biedt een eenvoudige manier aan om de files over het Web te lezen. Ik vind dit vrij handig, omdat ik mijn browser heb aangepast om lettertypen in stijlen te laten zien waar ik van hou. Door het volgen van een link naar een Web pagina over de auteur of over het produkt, kan ik mezelf vermaken met me te verdiepen in de auteur, of ik kan de laatste informatie over een produkt bekijken. (Het moge duidelijk zijn dat programmeurs niet alle versies van een ReadMe file kunnen updaten, maar ze kunnen wel een Web pagina up-to-date houden.)

Dat zijn zo ongeveer alle aanbevelingen die ik voor ReadMe files heb, maar door door mijn email van een jaar terug te graven, kwam ik een paar aanvullende, nog niet gepubliceerde suggesties van TidBITS lezers tegen:

David Schwartz <[email protected] >, schreef het volgende: "Nog een hint voor ReadMe files. Geef ze een meer beschrijvende naam dan eenvoudigweg 'ReadMe'! Wat te zeggen van 'ReadMe - TidBITS', of 'ReadMe - MYOB', of 'ReadMeFirst - CCatcher'? Waarom moet de harddisk van een beginner een dozijn files bevatten met dezelfde naam?"

Hoewel ik bij deze suggestie van Frank Sydnor <[email protected] > aan zou willen merken dat enig begrip ten opzichte van auteurs die LeesMij-teksten schrijven in een taal anders dan hun moedertaal aan te bevelen is, slaat dit advies van Frank toch de spijker op de kop: "Als ik een slecht geschreven LeesMij tegenkom, ga ik er (al dan niet terecht) van uit dat de software geplaagd wordt door fouten. Als ik een goed geschreven LeesMij zie dan krijg ik de indruk dat het ook om een professioneel geschreven programma gaat."

Van Kevin Lepard < [email protected] > kregen we nog een suggestie die verband houdt met het maken van nuttige LeesMij-bestanden: "Neem je naam, adres, e-mail, gevraagde sharewarebijdrage, en waar dat heen gestuurd moet worden op in het 'About'-venster in het programma zélf. Ik heb al ik weet niet hoeveel LeesMij-bestandjes weggegooid om me vervolgens af te vragen waar ik het geld heen moet sturen, omdat die informatie alleen in de LeesMij stond."

Kortom, resumerend, het succes van een goede LeesMij kan ertoe leiden dat je chocolade, bedankbriefjes, geld, en andere spullen toegestuurd krijgt. Het kan ook het verschil maken tussen onopgemerkt voorbijgaan en het schrijven van een intelligent stukje over je software door onder tijdsdruk werkende journalisten en auteurs, of dat nou voor een obscuur krantje is of voor de voorpagina van een belangrijke publicatie. En uiteraard geldt dat hoe meer aandacht je produkt krijgt in de media, des te meer chocola, geld, of wat dan ook, je waarschijnlijk zult ontvangen.

Deze site zal zichzelf vernietigen binnen vijf seconden

door Geoff Duncan <[email protected] >

Vroeger vond ik dat het geweldig zou zijn om filmcriticus te worden. Ik woonde 'press screenings' van nieuwe films bij, en publiceerde vervolgens mijn mening erover. Toen hield ik ermee op: ik weet eigenlijk niet zoveel over films, en met het ouder worden begon ik een geïnformeerde mening te verkiezen boven een niet-geïnformeerde mening.

Toen ontving ik ongeveer twee weken geleden een mailing over de aparte Web site van Apple met de laatste Tom Cruise-klapper, "Mission: Impossible". Ik schonk er geen aandacht aan, totdat ik de Apple televisie-reclame zag waarin de site gepromoot werd, met een kwistige hoeveelheid filmfragmenten, Apple-apparatuur, en URLs. "Heb je de film gezien, dan wil je ook het boek hebben". Een PowerBook, vat je 'm? Toen las ik die mailing nog eens, en daarna ging ik die Web site eens bekijken.

<http://www.mission.apple.com/ >

Over het algemeen kan ik de verleiding weerstaan om TidBITS te gebruiken voor het spuien van mijn mening, maar in dit geval maak ik een uitzondering. Ik mag dan niet in staat zijn om een geïnformeerde mening over films te geven, maar ik denk dat ik wel het een en ander te zeggen heb over Web sites.

Cruise Titanic? -- Een van de meest gruwelijke zonden die een filmrecensent kan begaan is teveel van het verhaal verklappen. Voor veel lezers bederft dit de film. Ik neem dat risico hier maar; ik vertel je precies wat er gebeurt.

Wanneer je verbinding maakt met de Mission: Impossible Web site van Apple, word je verwelkomd met typische filmreclameplaatjes. Nu lijkt de site te veranderen in een kies-je-eigen-avontuur arcade spel. Ik nam de volgende afslagen:

Te listig voor Tom Poes -- Op dit punt aangekomen geloof ik dat ik begrijp waar de naam "Mission: Impossible" vandaan komt. Toch houd ik moed, door de goede herinneringen aan de langlopende televisieserie. Voor mij als kind was "Mission: Impossible" een van de twee verboden televisieprogramma's. (De andere was "Space: 1999". De ironie wil dat in beide series Martin Landau de hoofdrol vervulde.) Ik glipte altijd naar het huis van een vriend om de verzamelde afleveringen van "Mission: Impossible" te zien. De meeste plots die met de Koude Oorlog te maken hadden zullen me wel ontgaan zijn, maar de grappen en het dappere samenspel van de geheim agenten zoog ik in me op. Nu heb ik wel niet de modernste machine (een Quadra 650), maar er zit gangbare, nette systeemsoftware op en mijn plug-ins zijn up-to-date. Ik zie geen reden waarom dit niet zou moeten werken, dus ik besloot Apple nog een tweede kans te geven.

De volgende dag haalde ik daarom Netscapes Atlas 3.0b4 naar me toe, installeerde alle plug-ins (zelfs Crescendo PLUS, die ik dit keer wel kon ophalen), gaf Netscape 16 MB RAM en probeerde het opnieuw.

Onze Naam Is Haas -- Apple heeft ongetwijfeld veel geld uitgegeven om deze site op te zetten en onder de aandacht te brengen. De televisiespotjes alleen al bewijzen het. Dit lijkt niet iets dat Apple (of een contractant) op een achternamiddag heeft gemaakt en vergeten heeft te testen. Ik moet dus aannemen dat wat ik te zien kreeg ook werkelijk zo bedoeld was.

Als dit een site van Apple moet voorstellen, dan zit iemand bij Apple behoorlijk naast de kern van Internet, en van het Web in het bijzonder. Het bouwen en naar voren schuiven van een site op basis van onstabiele hulpmiddelen is meer dan gewaagd: het is onverantwoordelijk. Online publishing heeft alles te maken met "scalable content" (inhoud ligt wel, formaat ligt niet vast). De kunst is die inhoud bij de gebruiker te brengen in de handigste vorm, welke die ook moge zijn. Door een grens te leggen, hoger dan veel Apple gebruikers (en potentiële gebruikers) kunnen bereiken, beperkt Apple niet alleen het bereik van zijn boodschap maar zet het bedrijf zichzelf ook als onbekwaam te kijk.

Het is ironisch dat het meest representatieve deel van Apples Website "Mission: Impossible" het deel is over de prijzen en regels. Daarin staat dat Apple geen enkele verantwoordelijkheid aanvaardt voor eventuele hard- of software problemen. ("Apple Computer, Inc. does not assume the responsibility for phone, technical, network, electronic, computer, hardware or software failures of any kind.") Fans van "Mission: Impossible" herkennen de toon van een instructie voorafgaand aan een missie, waarin "the Secretary" stelt te zullen ontkennen ook maar iets te weten van de activiteiten van een geheim agent indien die agent wordt gedood of gevangen genomen.

Apple zegt dat we het onmogelijke moeten verwachten. Kennelijk heeft een van de medewerkers van Apple dat te letterlijk genomen.


Niet-winstgevende en niet-commerciele publikaties mogen artikels overnemen of een HTML-link maken als de bron duidelijk en volledig vermeld wordt. Anderen gelieve ons te kontakteren. We garanderen de precisie van de artikels niet. Caveat lector. Publikatie-, produkt- en firmanamen kunnen gedeponeerde merken zijn van hun ondernemingen.

Voor meer informatie over TidBITS: hoe zich te abonneren (enkel engelstalige versie !!!), waar vroegere edities te vinden en andere nuttige dingen, stuur email naar: <[email protected] >. Anders, contacteer ons op: <[email protected] >.

Vroegere edities verkrijgbaar via ftp en www:
< ftp://ftp.tidbits.com/pub/tidbits/issues/ >
< http://www.dartmouth.edu/pages/TidBITS/TidBITS.html >

Om oude edities te zoeken, gebruik volgende URL met een webbrowser:
< http://wais.sensei.com.au/searchform.html >