Vorige aflevering | Search TidBITS | Volgende aflevering
TidBITS English | TidBITS Nederlands

TidBITS Logo

TidBITS#1408, 12 maart 2018

In het laatste nieuws vandaag is Apple bezig met het aanschaffen van de digitale tijdschriftendienst Texture voor een niet-bekendgemaakt bedrag en van plan om de inhoud ervan in Apple News te integreren. Geoff Duncan voegt zich bij ons om uit te leggen hoe de Amerikaanse staten terugvechten tegen het terugdraaien door de FCC van de netneutraliteitsregels uit het Obama-tijdperk, Adam Engst bespreekt de draagbare Canon Pixma iP110-printer en Rich Mogull beschrijft zijn uitgebreide thuisautomatiseringssysteem. Bij de belangrijke software-releases deze week zitten HoudahGeo 5.2, OmniFocus 2.12 en ChronoSync 4.8.5.
 
Artikelen
 

De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de VS.


Deze editie van TidBITS werd gedeeltelijk gesponsord door:
Help TidBITS te ondersteunen door onze sponsors te sponsoren!

Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:

Verder werkten mee:

Hoe je ons kunt bereiken kun je lezen op:
<de contactpagina>


Apple neemt digitale tijdschriftendienst Texture over

  door Adam C. Engst: [email protected], @adamengst

[vertaling: GvH]

Apple heeft vandaag in een persbericht aangekondigd dat het Texture overneemt, een digitale tijdschriftendienst die iPhone- en iPad-gebruikers onbeperkt toegang geeft tot een voorraadschuur met ruim 200 tijdschriften tegen een één vast bedrag per maand. (Texture biedt ook apps voor Android, Kindle Fire en Windows.) Apple heeft niet bekend gemaakt hoeveel ze ervoor betalen aan de huidige eigenaren van Texture: Condé Nast, Hearst, Meredith, Rogers Media en KKR.


Julio Ojeda-Zapata noemde Texture afgelopen jaar in zijn artikel "Met minder techniek op vakantie" (14 mei 2017) als een manier om tijdschriften mee op reis te nemen om onderweg te lezen. In plaats van Texture koos hij uiteindelijk voor de dienst Zinio for Libraries, waarmee hij via zijn lokale bibliotheek veel van dezelfde tijdschriften gratis kon krijgen. Zinio for Libraries is sindsdien gefuseerd met RBdigital, van het bedrijf Recorded Books, en je hebt nu een nieuwe app nodig. Kijk eens op de website van je openbare bibliotheek naar ondersteuning voor RBdigital. Ik heb zojuist mijn kaart van de openbare bibliotheek van Tompkins County gebruikt om een RBdigital-account te activeren, en heb nu meer tijdschriften op mijn iPad Pro dan ik tijd zal hebben om te lezen.

De wereld van de tijdschriften is de laatste tijd niet bijster gezond, en talloze uitgevers hebben hun dure gedrukte tijdschriften laten vallen ten gunste van online-uitgaven. Maar Apple heeft kennelijk het gevoel dat het de groep Texture-gebruikers voldoende kan uitbreiden om serieus geld toe te kunnen voegen aan de inkomsten van de sectie Services, die vorig kwartaal 8,4 miljard dollar verdiende, meer dan met de iPad en Mac ("Apple meldt recordwinsten in het eerste kwartaal van 2018, al vlakken de verkoop-aantallen af", 1 februari 2018).

Eddy Cue, Apple's senior vice-president van Internet Software en Services, zei: "Wij gaan voor journalistiek van hoog niveau met betrouwbare bronnen en we willen dat tijdschriften door kunnen gaan met het maken van mooi vormgegeven en boeiende artikelen voor onze lezers."

Afgezien van deze PR-praat heeft Apple in het persbericht niets gezegd over wat ze van plan zijn met Texture. Maar in een interview op het SXSW-congres, in een live-blog door Zac Hall van 9to5Mac, vertelde Cue dat Apple voornemens is de totale inhoud van Texture te integreren in Apple Nieuws. Het streven daarin is ten dele de lezers verhalen te bieden zonder dat ze bang hoeven te zijn dat het nepnieuws is. Interessant is dat hij meldde dat lezers van Apple News een jaar geleden gemiddeld vier publicaties volgden, maar dat dat nu gestegen is tot 20.

Hier is een lijst van de tijdschriften die op dit moment in de catalogus van Texture zitten.


Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Kunnen Amerikaanse staten vasthouden aan netneutraliteit?

  door Geoff Duncan: [email protected]
  2 reacties (Engelstalig)

[vertaling: JWB, TK, JO]

Zoals verwacht, heeft de Amerikaanse Federal Communications Commission eind vorig jaar gestemd om netneutraliteitsregelingen af te schaffen die internetproviders en telecommunicatiebedrijven verplichtten om al het verkeer gelijk te behandelen (zie "FCC maakt een einde aan netneutraliteit", 28 november 2017), maar de strijd om netneutraliteit blijft in de Verenigde Staten woeden. Veel afzonderlijke staten klagen de federale regering aan over het nieuwe regelgevingskader en gaan door met hun eigen staatspecifieke netneutraliteitswetgeving. De staat Washington (de thuisbasis van high-techreuzen als Amazon en Microsoft) is de eerste die naar buiten komt met nieuwe netneutraliteitswetten..

Maken deze strategieën een kans? Hebben federale voorschriften geen voorrang boven staatsgezag? Of zijn deze rechtszaken en staatsbepalingen in wezen een afwachtende tactiek, in de hoop de wateren lang genoeg te vertroebelen voor een mogelijke verschuiving in de balans van het Congres of misschien zelfs een nieuwe president?

De rechtszaakstrategie -- De eerste grote rechtszaak tegen de FCC over het nieuwe netneutraliteitskader werd op 16 januari 2018 ingediend in de vorm van een beschermende petitie voor onderzoek door 21 staten en het District of Columbia, wat in wezen een omslachtige kennisgeving is dat er een rechtszaak op komst is. De staten handelden snel, omdat de federale wet slechts een periode van 10 dagen toestaat voor het indienen van rechtszaken over nieuwe regels als onderdeel van een loterij voor meerdere districten die bepaalt welk gerechtshof een zaak behandelt wanneer er meerdere aanklachten zijn. De staten (en naar ik denk alle andere mogelijke eisers) zijn gericht op het Amerikaanse Hof van Beroep voor het District of Columbia, dat eerdere netneutraliteitszaken heeft behandeld.

Maar grappig genoeg weet niemand precies wanneer die periode van 10 dagen begint. Is het wanneer de nieuwe FCC-regels worden aangenomen (wat op 4 januari 2018 is gebeurd) of wanneer ze in het Federal Register worden gepubliceerd (wat pas gebeurde op 22 februari 2018)? Iedereen die erbij wilde zijn, diende rond die 2 datums beschermende verzoekschriften voor beoordeling in, om zeker een voet tussen de deur te hebben. Andere verzoekschriften werden ingediend door Mozilla en actiegroepen zoals New America's Open Technology Institute en Public Knowledge. Andere organisaties zoals The Internet Association (eigenlijk de grootste lobbygroep van Silicon Valley) vervolgen niet rechtstreeks, maar zijn wel van plan om deel te nemen als tussenkomende partij.

Het proces van de staten zal waarschijnlijk gebaseerd zijn op drie argumenten:

Op papier lijkt dit allemaal logisch, maar de onderneming is in feite een noodgreep. Breedbandinternet was tot voor enkele jaren een Title I-dienst (zie "FCC zet alles in op netneutraliteit", 7 februari 2015) en de rechtbanken hebben beslist dat de FCC bevoegd is om breedbandinternet naar eigen wens te classificeren.

Voor wat de voorrang op staatswetten en lokale wetten betreft: de federale regering hoeft, om zijn eigen beleid voorrang te geven op de wetgeving van een staat, doorgaans alleen maar te zeggen dat "dit beleid voorrang heeft op elke staatswet of lokale wet op dit vlak". Dat is precies wat het terugdraaien van de netneutraliteit door de FCC doet (op pagina 194), en bij verschillende vorige gelegenheden heeft de FCC met succes voorrangsmachten uitgeoefend om zijn beleid te implementeren. (De voorrangsmacht van de FCC is niet onbeperkt: in 2016 werd die in een stedelijke breedbandzaak teruggedraaid maar de wettelijke basis was anders. In dat geval verleende de FCC in essentie stedelijke breedbandproviders machten die de staten niet verleenden.) De staten moeten dus met succes beargumenteren dat de verandering van de regel voldoet aan de wettelijk norm van "arbitrair en onvoorspelbaar", wat de lat redelijk hoog legt.

De wetgevende strategieën -- De staten richten hun hoop niet volledig op succes in hun proces tegen de FCC in de rechtbank: verschillende staten werken aan eigen wetten over netneutraliteit. Deze week was Washington de eerste staat die een dergelijke wet in zijn wetboeken opnam.

De nieuwe wet van de staat Washington komt neer op een klap in het gezicht van de nieuwe FCC-regelgeving. Zegt de FCC dat dingen zoals linkerbanen, snelheidsbeperkingen en het blokkeren van materiaal nu toelaatbaar zijn? Nou, niet in Washington! Dit betekent dat de staat zo goed als zeker naar de rechtbank gaat, maar alleen de tijd zal ons leren of de strijd met de FCC rechtstreeks of bij volmacht zal worden aangegaan, en of de staat misschien eerder voor de rechtbank zal worden gedaagd door één of meerdere industriegroepen die breedband- en internetoperatoren vertegenwoordigen. Het argument van de staat Washington zal waarschijnlijk zijn dat de federale regering weliswaar een beleid kan opleggen, maar dat de staten over een absoluut recht beschikken om hun burgers te beschermen en het terugdraaien van de netneutraliteit is een rechtstreekse bedreiging voor de consumenten, vooral in een tijd waarin het reusachtige mediabedrijven en internetproviders vrijstaat om de bladerhistoriek van klanten te verkopen. (Zie "Republikeinen in het Congres draaien FCC-privacyregels voor providers terug", 3 april 2017.) De consumentenrechten zijn vrij sterk.

De FCC heeft vooralsnog niet gereageerd op de nieuwe wet van de staat Washington. Maar één reeks federale wetten vervangen door 50 reeksen inconsistente staatswetten is wel het laatste wat breedbandproviders willen. Er zal dus wel druk worden uitgeoefend op de FCC om de staat Washington in het gelid te doen lopen.

Andere staten, zoals Oregon, New York, en Rhode Island, proberen providers vooral in de portemonnee te treffen. Er zijn wetten in de maak (nog niet in werking) die er niet op zijn gericht om net-neutraliteit te verplichten. In plaats daarvan geven ze staats- en lokale overheden de vrijheid om bij het sluiten van contracten te kiezen voor internetproviders die zich houden aan het netneutraliteitsbeleid van de staat. Dit zou erop uit kunnen draaien dat providers die zich niet conformeren geen opdrachten gegund krijgen. Het kan ook zijn dat ze geen toegang meer hebben tot zendmasten, tot land dat eigendom is van specifieke staten of steden, of dat ze geen nieuwe installaties meer kunnen plaatsen.

De bedrijven in hun portemonnee treffen is een interessant plan, dat mogelijk kan werken zonder door de regels van FCC getroffen te worden, maar internetproviders zijn al lang gewend te moeten werken met honderden verschillende commissies op staats- en lokaal niveau om toegang tot faciliteiten te krijgen. Ze hebben steeds manieren gevonden om deze processen te omzeilen via lege vennootschappen en bedrog. In markten als New York, Texas, en California is de inzet zo hoog dat dit loont. In kleinere markten zullen aanbieders gewoon helemaal niet meer meedoen, en zullen ze de klant (nieuwe) digitale dienstverlening onthouden totdat beleidsmakers zich gewonnen geven. Ook deze keuze gaat ten koste van de consument en, natuurlijk, ook overheidsdiensten als scholen en andere opleidingsinstituten.

Hou je adem in en stik niet... -- En kijk wie je opeens niet meer hoort? Computergiganten als Google, Facebook, Amazon en Apple. Deze bedrijven verdedigden netneutraliteit en gingen opzichtig in de aanval (omdat het hun winst aangaat) maar zijn opvallend stil nu verschillende staten daadwerkelijk proberen om een vorm van dit principe overeind te houden.

Deels houden ze hun mond omdat ze zich net zomin als internetproviders in een moeras van verschillende wetten en regels willen begeven. Maar een tweede reden is dat de meeste van deze grote bedrijven geen warme voorvechters van privacywetgeving ter bescherming van de consument zijn. Als staten netneutraliteit weten te behouden door zich te beroepen op consumentenrechten, zou dat wel eens heel lastig kunnen uitpakken voor bedrijven die hun geld vooral verdienen met het verzamelen en analyseren van zeeën aan gegevens van internet-gebruikers. Reken er dus maar op dat de meeste grote internetbedrijven zich de komende tijd koest zullen houden.

Al met al is het niet realistisch om te verwachten dat staten het debat over netneutraliteit tot een net einde zullen brengen: het wordt een ingewikkeld en smerig gevecht. Als de acties van de genoemde staten iets kan opleveren, is het tijdwinst waardoor de machtsbalans in het Congres kan verschuiven. En wie weet komt er een dag dat Amerika een president krijgt die pal voor netneutraliteit staat. Er zijn al vreemdere dingen gebeurd.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Canon Pixma iP110: afdrukken zonder draden

  door Adam C. Engst: [email protected], @adamengst
  2 reacties (Engelstalig)

[vertaling: PAB, JO, HV]

We hebben in TidBITS al in geen vijf jaar meer een printer besproken. De laatste keer was toen Josh Centers "Waarom de Brother HL-2270DW laserprinter minder 'zuigt'" schreef (5 september 2013). Dat is deels omdat printers gewoon niet meer zo interessant zijn. De kwaliteit van de hardware is over het algemeen goed, de aanschafprijzen van printers zijn meestal vrij laag, de afdrukkwaliteit is voor de meeste toepassingen acceptabel en de verbruikskosten zijn bijna altijd woekerachtig. Dus het is moeilijk om veel meer te zeggen dan dat.

Maar vandaag wil ik je graag wat vertellen over de Canon Pixma iP110, een printer die ongebruikelijk is, alhoewel hij ook kan worden beschreven als redelijk geprijsd, met goede afdrukken en dure inkjet-cartridges. Wat hem onderscheidt van de rest en de moeite van verder onderzoek waard maakt, is dat hij klein, draagbaar en draadloos is en naar keuze ook op een batterij kan functioneren.

Als een printer in het bos afdrukt... -- Een van mijn hobby's is het beheren van de timing en logistiek voor baanwedstrijden en hardloopwedstrijden, een activiteit die kan rekenen op een grote hoeveelheid technologie in grote evenementen zoals de Olympische Spelen, maar vaak nog steeds extreem low-tech is in kleine, plaatselijke evenementen. De mogelijkheid om hardloopevenementen voor de Finger Lakes Runners Club te verbeteren door zorgvuldige toepassing van technologie is onderdeel van wat mij aantrok tot tijdritten. (Het is ook een geweldig excuus om een tijdje met vrienden rond te hangen, het beste deel van een race te zien, vrienden en familie aan te moedigen en vrijwilligerswerk-dankbaarheid te krijgen voor een paar uur sociaal doen met tussendoor een beetje werk.)

Het lastige deel is de resultaten tijdens de race aan hardlopers te leveren. Iedereen wil weten hoe zij, hun vrienden en hun concurrenten het hebben gedaan en ze willen zo snel mogelijk weten nadat ze zijn gefinisht.

Vroeger zou FLRC dit probleem oplossen door de onderkant af te scheuren van de startnummers die hardlopers dragen (de nummers zijn gemaakt van Tyvek, met een geperforeerde strip aan de onderkant) en de nummers op een prikbord te spelden in een raster met de finishplaatsen en de eindtijden geschreven op de afgescheurde startnummers. Het werkt, maar het is arbeidsintensief, vereist een extra vrijwilliger en is foutgevoelig, en die inspanning helpt niet bij het plaatsen van resultaten op het web voor het nageslacht.

De oplossing voor dit racebeheer die ik uiteindelijk voor FLRC koos, was een systeem met de naam Webscorer, dat een online registratie-website combineert met een iOS-app (ook beschikbaar voor Android) voor timing. Ik kan meer over Webscorer schrijven als mensen geïnteresseerd zijn, maar directe race-resultaten bleven hoe dan ook een probleem, zelfs nadat we naar Webscorer waren overgestapt.

Dat is geen fout van Webscorer, want de app Webscorer is gratis, dus iedereen kan die naar zijn of haar telefoon downloaden en gebruiken om resultaten van elke Webscorer-getimede race binnen te halen. Die resultaten kunnen zelfs realtime zijn, als de timers die optie hebben geselecteerd en er internettoegang is tot synchronisatietijden van en naar de Webscorer-servers. Het is een fraai systeem.

Realistisch bezien hebben de meeste hardlopers hun smartphones echter na de races niet bij zich en vinden veel van onze trailraces plaats in wildernisgebieden met een schimmige of afwezige telefoondekking. Bovendien ligt Ithaca niet in Silicon Valley, zijn de meeste mensen niet zo technologisch betrokken en zouden ze er niet aan denken dat daar een app voor bestaat. Voor zover ik weet, heeft in de jaren dat ik met Webscorer heb getimed en dat feit heb gepromoot(!) niemand ooit de resultaten midden in een race bekeken.

Een andere mogelijk oplossing is een vrijwilliger die resultaten van mensen toont op een iPad of de resultaten weergeeft op een groter scherm, gekoppeld aan een apparaat dat de resultaten zou kunnen downloaden. Leuke ideeën, maar een iPad kan mogelijk geen internetverbinding krijgen en is te klein om door meer dan één persoon tegelijkertijd bekeken te kunnen worden en een iPad of ander scherm in het bos brengen waar het nat zou kunnen zijn en er geen stroom is, is problematisch. Ik denk wel dat het kan (ik heb weerbestendige schermen met batterijen gezien) maar het is geen triviaal probleem.

De meest voor de hand liggende oplossing, de resultaten afdrukken, heeft in de races grotendeels het schrijven van eindtijden op de startnummers vervangen. Maar ook daar kleven veel problemen aan. Printers hebben over het algemeen stroom- en USB-kabelaansluitingen nodig en zijn niet ontworpen om rondgesleept te worden en op gammele tafels in het bos te worden opgesteld.

Ik heb zelfs een jaar lang de startschema's en resultaten tijdens wedstrijden op de hardloopbaan geprint met een gewone inkjetprinter. Dat lukte omdat er bijna altijd aan de finish wel stroom beschikbaar was en het binnen niet regent. Maar het was lastig om de printer te vervoeren en te installeren, deels (denk ik) omdat printers eigenlijk bedoeld zijn om hun eigen vaste plek te hebben. En deze opzet werkte alleen bij een vaste hardloopbaan. Bij een speciaal, door ruig terrein uitgezet hardlooptraject moet je al een (stinkende, lawaaiige) generator meebrengen, met de juiste batterij eners zou het printen daar al helemaal niet lukken.

En toen was er de Pixma iP110 -- Gelukkig worden hier en daar nog wat aparte printers geproduceerd voor niche-markten, en na wat speurwerk vond ik de perfecte printer voor mijn FLRC-werk, namelijk de Canon Pixma iP110, een draagbare inkjetprinter voor mensen die veel onderweg zijn. Met de papierlade en papierinvoersteun ingeklapt is het een soort kleine doos met een gewicht van 2,2 kilo, en ongeveer zo groot als een stapel van vier MacBook Airs: 32,2 cm breed, 20,3 cm diep en 6,4 cm hoog. De adviesprijs is $ 169,99, maar hij is gemakkelijk te vinden voor $ 150 dollar.


Maar wat zo speciaal is aan de Pixma iP110, is dat je een LK-62 lithium-ion-batterij als accessoire kunt kopen (adviesprijs $ 99,99, maar ook te krijgen voor $ 85), dus je hebt geen stopcontact meer nodig. Hiermee is al één probleem opgelost dat ik met gewone printers heb. (De afmetingen hierboven zijn inclusief batterij. Deze wordt aan de achterkant van de printer bevestigd, zie foto.) Canon zegt dat je maximaal 290 pagina's op één batterijlading kunt printen en dat het apparaat automatisch in de slaapstand gaat als je het niet gebruikt. Dat aantal pagina's is veel hoger dan ik ooit op één dag print, maar voor de zekerheid laad ik de batterij van tevoren altijd helemaal op, wat zeker drie uur duurt. Let op: als je de printer op een vliegreis mee wilt nemen, moet je hem wellicht als handbagage bij je houden vanwege de batterij.

Als je vaak met de Pixma iP110 onderweg bent, kan een beschermende hoes handig zijn. Pas door mijn onderzoek voor dit artikel ontdekte ik dat zulke hoezen bestaan, dus ik heb er zelf nog geen ervaring mee. Casematix biedt een harde doos (met zachte binnenkant) voor $ 35, en co2CREA heeft een nylon hoes voor $ 24. Voor mijn hardloopdagen koop ik binnenkort zeker een van deze twee voor mijn Pixma iP110.

De andere superhandige kwaliteit van de Pixma iP110 is dat hij een eigen draadloze hotspot heeft (een 802.11b/g/n-netwerk). Hij maakt natuurlijk zelf geen contact met het internet, maar je kunt (onder andere via Airprint) printopdrachten vanaf je computer of smartphone sturen. Hij heeft ook een USB-poort. Hiermee verbind ik hem aan mijn MacBook Air, want dat is makkelijker dan steeds van wifi-netwerk te wisselen. Maar als ik wil printen vanuit de app Websorer op mijn iPhone, dan is juist draadloos werken via Airprint handig. Ik heb nog nooit moeite gehad om verbinding te maken vanaf mijn iPhone, en al mijn apparaten gebruiken automatisch het goede wachtwoord. Er is wel een collega bij de hardloopclub wiens Android nog nooit goed verbinding heeft kunnen maken.


Wat minder bijzonder: de Pixma iP110 maakt prima zwart-witprints met 600 x 600 dpi en met "9600 x 2400 maximum dpi in kleur", wat dat ook moge betekenen. Ik heb een keer een testfoto geprint en het resultaat was acceptabel. De zwart-witprints in die ik gewoonlijk moet maken zijn echt prima. Hij heeft wel het gewone inkjetprobleem: nieuwe inktpatronen bevatten tamelijk weinig inkt en zijn duur. Een zwarte-inktpatroon (PGI-35) kost in de winkel $ 14,99, een kleurenpatroon (CLI-36) $ 18,99. Je bespaart zo'n 7 dollar als je het "value pack" koopt: één kleuren- en twee zwartpatronen voor $ 41,99.

Gelukkig heeft deze printer geen last van dat andere standaard printerprobleem: dat de inkt in het apparaat opdroogt als je hem een tijdje niet gebruikt. Ik laat de Pixma iP110 regelmatig, tussen hardloopdagen in, een paar maanden in zijn tas zitten. Daarbij raak ik wel wat inkt kwijt als de printer de inktkoppen reinigt, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat ik met uitgedroogde inkt zat. Toch neem ik altijd een paar zwart- en kleurenpatronen mee, aangezien je altijd zult zien dat de inkt juist op een onhandig moment op is. Canon stelt dat het zwartpatroon genoeg inkt bevat voor 191 pagina's met tekst en plaatjes. Voor het kleurenpatroon geldt onder dezelfde voorwaarden een maximum van 249 pagina's. (Dat laatste aantal zakt naar 104 pagina als je vooral kleurenfoto's van 10 bij 15 cm print.) De printer rapporteert wanneer inktniveaus laag zijn, maar ik weet nooit hoe nauwkeurig deze waarschuwing is.

Je ziet wel dat ik niet veel print met de Pixma iP110. Voor een veldloop print ik meestal niet meer dan 6 velletjes en een baanwedstrijd vergt meestal niet meer dan 30-40 pagina's. De printer is niet bedoeld voor grote hoeveelheden (in de papierbak passen maar 50 velletjes) en geprinte pagina's vallen gewoon op de tafel waar de printer op staat. Ze komen er wel snel uit: een pagina met uitslagen kost ca. 15 seconden. Ik heb nooit het gevoel dat ik op de printer moet wachten, als hij na aanzetten eenmaal door zijn opstart- en printkop-schoonmaakroutine van enkele minuten heen is.


Mijn grootste klacht betreft de fysieke interface van de printer. Hij heeft drie lampjes, met drie bijbehorende knoppen. Het witte voedingslampje gaat aan als je de printer met de aan-uitknop aanzet en knippert tijdens de opwarmroutine en tijdens het printen. Het oranje waarschuwingslampje gaat aan of knippert als er zich een probleem heeft voorgedaan en de printer niet in staat is om te printen. De enige manier om erachter te komen wat er aan de hand is, is de knippercode decoderen met behulp van het online gebruikershandboek van de Pixma iP110. Tijdens een baanwedstrijd, als een vrijwilliger onder tijdsdruk startlijsten afdrukt, is het niet eenvoudig om je te herinneren wat een bepaalde code betekent en wat je eraan moet doen. Gelukkig kon in de praktijk het probleem altijd verholpen worden door een inktpatroon te vervangen. Dan is er ook nog het blauwe wifi-lampje, dat laat zien dat de ingebouwde draadloze hotspot actief is en je de bijbehorende knop in kan drukken om een wifi-verbinding op te zetten.


Omdat ik de Pixma iP110 alleen maar gebruik onder tijdsdruk (in de korte perioden zonder finishers bij een veldloop, of als we startlijsten voor de voorrondes moeten printen zodat de hardlopers tijdens een baanwedstrijd weten waar ze aan toe zijn) is het moeten verwisselen van een inktpatroon een frustrerende bezigheid. Maar als ik eenmaal doorheb dat de printer niet werkt en dat het oranje lampje knippert, hoef ik alleen maar de kap te openen om de inktwagen vrij te maken, de oude inktpatroon eruit te wippen en een nieuwe te installeren, en een paar minuten te wachten terwijl de printer zijn opstartroutine weer doorloopt.

Het andere probleem is dat instellen niet eenvoudig is. Je kunt bij Canon Mac-software downloaden die je in principe helpt om de iP110 te installeren, maar daar kon ik geen wijs uit worden, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat als je Mac en printer via wifi met elkaar zijn verbonden je hoogstwaarschijnlijk niet ook op het internet bent aangesloten. (In theorie zou dat met een ethernetverbinding wel mogelijk zijn.) Daarnaast is er een app Canon Print voor iOS waar je wat basisinstellingen mee kunt beheren, maar daar wordt het niet beter van. Uiteindelijk heb ik er maar voor gekozen om de standaardinstellingen te gebruiken. Daarmee kon ik de printer gebruiken, maar als je besluit om er een aan te schaffen, ruim dan voldoende tijd in om de printer te installeren en aan te sluiten, ruim voordat je hem wilt inzetten.

De belangrijkste concurrent van de Pixma iP110 is toch wel de Epson WorkForce WF-100 Wireless Mobile Printer, die officieel $ 299,99 kost maar bij Amazon voor minder dan $ 200 verkrijgbaar is. De Epson heeft een ingebouwde accu en een lcd-scherm van 1,4 inch met beslist meer informatie dan het knipperende oranje lampje van de Pixma iP110. Die is dus wat goedkoper dan de Pixma iP110 en ook wat kleiner en lichter.

Daar staat tegenover dat de Epson WorkForce WF-100 duidelijk trager is dan de Pixma iP110 en verschillende besprekingen op Amazon suggereren dat de schoonmaakroutines inkt verslinden als je hem een paar weken niet gebruikt hebt, wat bij de Pixma iP110 niet zo is. Tijdens een congres dat ik onlangs bijwoonde, werd dit bevestigd door Marsha Phillips, een expert op het vlak van digitaal printen en eigenaar van F-11 Photo & The Print Refinery in Bozeman, Montana. Ze wist te melden dat Canon bekendstaat om zijn inkjetprinters die weken of maanden stil mogen en kunnen staan. Dus als je voorziet dat je maar sporadisch print, is de Pixma iP110 waarschijnlijk de betere keuze.

The Last Page -- Per saldo is de Canon Pixma iP110 beslist een specialistische printer. Hij is duurder in aanschaf en gebruik dan een standaard inkjetprinter, en hoewel de printkwaliteit zonder meer acceptabel is, zijn er ook zeker goedkopere printers met betere output te vinden. Hij is zeker niet voor iedereen de beste printer.

Maar voor minder dan 250 dollar voor de printer met de optionele accu is de Pixma iP110 een uitgelezen oplossing voor draagbaar printen. Onderhoudsmonteurs kunnen hem bijvoorbeeld inzetten om in een bestelbusje rekeningen te printen, handelsreizigers zouden hem kunnen gebruiken om onderweg offertes of kostenramingen te printen en andere reizende werkers zijn hiermee niet meer afhankelijk van onbetrouwbare hotelprinters.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


Slimme-woningtips van een huisautomatiseringsveteraan

  door Rich Mogull: [email protected]
  7 reacties (Engelstalig)

[vertaling: DPF, RAW, PAB, LmR]

Proberen om drie jaar voordat de eerste iPhone verscheen een slimme woning op te zetten, was waarschijnlijk een combinatie van hoop, arrogantie en domheid. De opties die toen beschikbaar waren, waren op zijn best beperkt en onbetrouwbaar.

Mijn weg naar een slimme woning begon in 2005 toen Smartlabs de eerste lichtschakelaars uitbracht met Insteon, de domotica-technologie van het bedrijf. Ik had al langer belangstelling voor domotica, en de combinatie van een nieuwe standaard en een ongunstig gesitueerde lichtschakelaar motiveerde me om met deze toekomst te beginnen. 13 jaar en zo'n 80 apparaten later heb ik geleerd dat het automatiseren van je huis meer gaat over betrouwbare en handige verbeteringen in je leven dan de complexe en rare demonstraties die je vaak in films, op televisie en in reclames ziet.


Een voordeel van het vroeg beginnen met een onrealistische hobby is in staat zijn om beginners te waarschuwen voor de fouten die ze kunnen maken en de obstakels die ze kunnen tegenkomen, nu domotica mainstream wordt met technologieën als HomeKit van Apple. Als je nu belangstelling krijgt voor domotica, kan "Take Control of Apple Home Automation" van collega TidBITS-redacteur Josh Centers je goed op weg helpen. Josh laat op een toegankelijke manier zien hoe je met HomeKit compatibele apparaten thuis kunt gebruiken en met elkaar kunt laten samenwerken met behulp van Apples app Woning.

Mijn huis is mijn lab -- Er zijn veel manieren om met domotica beginnen. Ik zou ze willen verdelen in twee verschillende categorieën: handige trucs en een complete automatiseringsstrategie.

De trucs zijn eenvoudige maar nuttige automatiseringen die weinig kosten en waarvoor je niet veel hoeft te klussen, zoals slimme lampen en stopcontacten. Ze zijn de beste manier om kennis te maken met domotica en te kijken of het überhaupt wat voor je is. Vandaag de dag zijn deze trucs vrij risicoloos, omdat de hoeveelheid beschikbare opties groeit en je de boel gestaag uit kunt breiden. Ik ben zelf ook zo begonnen, met een paar schakelaars en een enkele afstandsbediening, en ik raad je aan om dat ook te doen.

Je huis compleet automatiseren is een veel grotere investering en een complexer en schier eindeloos proces. Om een indruk te geven, zal ik hieronder mijn slimme woning schetsen.

In mijn huis staan zo'n 80 fysieke apparaten en meer dan 20 virtuele apparaten, allemaal geïntegreerd door middel van een centrale server. Er zijn tientallen schakelaars voor lichten en ventilatoren, sensoren, twee aparte alarmsystemen, thermostaten, AV-receivers, een televisie, Alexa en Siri, bedieningssystemen voor deuren, externe camera's en een blussysteem. Ik heb Hue-lichten, Insteon-schakelaars, Arlo-camera's, Logitech Harmony-afstandsbedieningen, een blussysteem van Rachio en nog een paar apparaten waar je waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebt.


Ik knoop alles aan elkaar met de geweldige automatiseringssoftware Indigo, die draait op een 2009 Mac mini in de kast op mijn werkkamer. Indigo is het geheime wapen van domotica, met ingebouwde ondersteuning voor Insteon en de concurrent Z-Wave. Indigo kan met plug-ins worden uitgebreid en er worden veel plug-ins geschreven door gebruikers. Mijn Indigo-systeem draait tientallen automatiseringsscripts zonder dat er internettoegang nodig is (hoewel het systeem ook kan samenwerken met internetdiensten, door middel van IFTTT) en door dit systeem werken al mijn verschillende apparaten naadloos samen. Ik kan met een grafische interface nieuwe scripts maken, of AppleScript of zelfs Python gebruiken als ik nog dieper wil gaan.


Indigo is niet alleen de verbindende schakel maar ook de tolk. Ik heb bijvoorbeeld een plug-in die Homebridge Buddy heet en die me in staat stelt om de apparaten die HomeKit niet ondersteunen, toch via Apples app Woning en Siri te bedienen. Een andere plug-in maakt bediening door Alexa mogelijk, en alle plug-ins kunnen via Indigo met elkaar communiceren waardoor ik Alexa kan gebruiken voor HomeKit-commando's. Ik kan gekke dingen doen, zoals het backlight op een cijfervlak op de muur aan of uit zetten op basis van de status van een internetdienst via IFTTT. (Zie "Philips Hue-lampen gebruiken als orkaan- en tornado-waarschuwing", 3 maart 2017, voor een voorbeeld.) Indigo is het brein van mijn slimme woning.

Dan begint het plezier. Iedere ochtend, voordat ik wakker word, wordt het huis een beetje warmer zodat de ergste kou eraf gaat, maar alleen 's winters, al betekent winter niet veel in Phoenix. Terwijl ik de trap afloop naar de keuken om koffie te maken, gaan de lampen geleidelijk aan wat feller branden. Hoewel ik het koffiezetapparaat ook zou kunnen automatiseren, maak ik liever zelf verse koffie, voordat ik de gang doorloop naar mijn kantoor. Een bewegingssensor merkt dat ik het kantoor nader en zet de lichten aan met een ochtendkleurenschema en activeert de Roku TV die ik gebruik als extern beeldscherm en zet hem op de juiste input. Dat lijkt misschien niet veel, maar zelfs deze eenvoudige procedure omvat twee thermostaten, twee bewegingsmelders, twee Insteon-lichtschakelaars, de integratie van Hue-lampen en de Roku, alles bijeengehouden door zes afzonderlijke automatiseringsacties om de signalen, schema's en apparaten te beheren.

Eenvoudige en betrouwbare acties als deze vormen het hart van domotica. De truc is om je leven lichtjes te verbeteren met kleine gemakken, niet om een reeks irritaties en mislukkingen te maken die snel kunnen gaan lijken op een sciencefictionsatire.

Bedenk wat je wilt, neem dan de helft -- Beginnen met je hele huis te automatiseren is als het plannen van een lange reis. Leg klaar wat je denkt mee te willen nemen... en breng dat vervolgens terug naar wat je werkelijk kunt dragen. Dat geldt zowel voor apparaten als je gewenste automatiseringen. Tenzij je een installateur tienduizenden dollars wilt betalen, moet je klein beginnen en geleidelijk groeien. Richt je op kleine verbeteringen in plaats van grote, ingewikkelde scenario's.

Veel van de automatisering die je op televisie of in advertenties ziet zou, als je ze zou implementeren, jou en je huisbezoekers irriteren. Neem bijvoorbeeld het eenvoudige voorbeeld van de lampen in je slaapkamer aanzetten om je te helpen bij het 's ochtends opstaan. Dat is gemakkelijk in te stellen via HomeKit of met IFTTT: kies een tijd, kies de lampen en klaar is Kees. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Waarom?

Ten eerste moet je niet vergeten om de weekenden erbuiten te houden als je dan uit wilt slapen. Ten tweede: als je niet alleen slaapt, wees er dan zeker van dat je partner het niet erg vindt om elke dag op dezelfde tijd als jij wakker te worden. Ten derde moet je ervoor zorgen dat je een gemakkelijke manier hebt om de automatisering uit te schakelen voor wanneer je ziek of op vakantie bent, en vergeet niet om hem weer aan te zetten wanneer de dagelijkse routine terug is.

Er zijn massa's vergelijkbare voorbeelden:

Josh behandelt veel van deze valkuilen met de "10 geboden van domotica" in zijn boek, zoals "Gij zult rekening houden met de feitelijke gebruikspatronen" en "Gij zult communiceren met uw huisgenoten". Hoe dieper je gaat, hoe meer je beseft dat er een subtiele complexiteit is in het bouwen van automatiseringen die zich aanpassen aan je leven en de rommelige realiteit van het leven met andere menselijke wezens. Het implementeren van nuttige automatiseringen heeft alles te maken het begrijpen en omgaan met deze verschillende omstandigheden en situaties. De noodzaak om deze complexiteit in te kapselen, is vaak het verschil tussen wat je kan doen met HomeKit versus Indigo of, in mindere mate, een Insteon- of SmartThings-hub. Met de geavanceerdere gereedschappen kan je leunen op steeds complexere, voorwaardelijke programmaregels om alle verschillende situaties af te handelen die een eenvoudig schema of op locatie gebaseerde automatisering tot ergernis zouden maken.

Verbeteren, niet opdringen -- De echte waarde in domotica van vandaag zit hem in het verbeteren van je dagelijks leven zonder opdringerige ergernissen op te bouwen. Voor mij komt dit neer op één hoofdregel: voor een bezoeker zou mijn huis moeten werken zoals elk ander huis.

Deze uitspraak is een beknopte manier om veel van de aanbevelingen van Josh samen te vatten. Wandschakelaars moeten de lichten aansturen, zonder iPhone. De thermostaten, het alarmsysteem, afstandsbedieningen en alle andere dingen moeten werken zoals in elk ander huis. Als ik op vakantie ga en een familielid er gaat verblijven om op onze katten te passen, moet het huis niet frustreren.

Er kunnen nog steeds enkele onvermijdelijke kleine verrassingen zijn. Bijvoorbeeld: als Hue-lampen zijn uitgeschakeld met een iPhone, moet je de lichtschakelaar mogelijk uitschakelen en vervolgens weer inschakelen om de Hue-lampen in te schakelen. Je hoeft je minder zorgen maken over delen van het huis waar gasten waarschijnlijk geen gebruik van zullen maken, zoals je werkkamer of slaapkamer.

Een van de meest gebruikte mogelijkheden om het hele huis te automatiseren is het via de app en met de stem eenvoudig bedienen van alle lampen. Ik vind het geweldig om het licht dat mijn kinderen beneden aan laten uit te kunnen doen met een Siri-commando of een druk op mijn iPhone. Misschien is het vooral iets voor vaders. In ieder geval voor luie door techniek bezeten vaders.

Ik hou ervan me te richten op kleine verbeteringen die misschien achter de schermen complex zijn maar vrij subtiel of zelfs onzichtbaar zijn voor de mensen bij mij thuis. Zo kan mijn ochtend-routine die de lichten in mijn keuken aan doet pas geactiveerd worden na 5 uur 's ochtends, zodat een nachtelijke snack niemand verblindt met felle lichten, en werkt hij maar één keer per dag. Bij Indigo kan ik voorwaarden instellen bij triggers en ervoor zorgen dat andere automatiseringsproducten deze triggers aan of uit schakelen, afhankelijk van een tijdschema of andere criteria. Op die manier heb ik verschillende sets van triggers en acties voor 's ochtends, 's avonds, doordeweeks en in de weekeinden en zelfs sommige die afhankelijk zijn van de tijd van het jaar of wie er thuis is.

Een ander automatiseringsvoorbeeld dat eenvoudig lijkt maar achter de schermen best ingewikkeld is, betreft het 's avonds naar bed gaan. Ik heb een hele reeks acties, genaamd "slaap", die het alarm inschakelt, de thermostaat aanpast, de meeste lichten uit zet, de lichten bij de kinderen dimt tot nachtlichtjes-niveau, de lampen van de grote badkamer aan doet, de ventilator in de slaapkamer inschakelt en een aantal lichten in de gang dimt zodat wij iets zien als we de trap op gaan en ze vervolgens na 15 minuten uitschakelt.


Ik hoef er niet bij te vertellen dat ik al deze acties niet op vaste tijden wil laten draaien en dus diverse triggers heb gemaakt. Ik kan een knop op een cijfervlak op de muur indrukken en ze inschakelen met Siri of Alexa of door een snelkoppeling op mijn telefoon aan te tikken. Maar ik wil sommige van die acties altijd laten werken, dus hebben ze allemaal een back-upschema dat controleert of ik de verzameling soms handmatig activeerde. Zo niet, dan heeft het back-upschema een tijdschakeling om het licht van de kinderen te dimmen en de plafond-ventilator in onze kamer in te schakelen.

Ik heb ook een variabele aangemaakt waarmee ik het huis in een "vakantie-modus" kan zetten en enkele van deze op tijdstip en sensorstatus gebaseerde triggers kan uitschakelen, zodat degene die op de katten past er niet van in de war raakt. Ik kan die modus zelfs via de aanwezigheidscontrole en onze iPhones automatisch laten inschakelen als mijn vrouw en ik 24 uur niet thuis zijn geweest. (Of misschien is dit een onderbewust complot om onze katten van slag te maken.)

Eén van mijn favoriete automatiseringen is de "babysitter modus" die we handmatig kunnen inschakelen als de kinderen geen directe aandacht van een volwassene hebben. Ik heb een aantal sensoren (los van de alarmsensoren) op al onze deuren die een alarm op mijn iPhone doen afgaan als ze iets oppikken. Ik heb dit opgezet in de tijd dat ik niet merkte dat mijn toen 2- en 3-jarige kinderen naar buiten liepen en in hun onderbroek op de stoep voor ons huis gingen zitten totdat mijn vrouw thuiskwam terwijl ik aan het werk was in mijn kantoor dat wel anderhalve meter verderop is.

Dit is het verschil tussen trucs en automatisering.

Voeg een brein toe om het bruikbare te vinden - Geen van deze voorbeelden zijn op zichzelf erg speciaal. De magie zit hem in de manier waarop ze kunnen worden aangepast aan de status van het huis, de mensen die er wonen en andere variabelen zodat ze betrouwbaar en onopvallend kunnen draaien. Dat wil niet zeggen dat ik nooit tegen rariteiten aanloop (het blijft immers technologie) maar de afgelopen jaren heb ik mijn automatiseringen continu verfijnd en ik ben nu op het punt dat ik echt moeite moet doen om nog iets nieuws te verzinnen.

Bedenk dat iedereen weer andere doelen heeft met automatiseringsproducten voor thuis. Het is net als het uitzoeken van meubels die bij jouw smaak passen. Behalve van het spelen met technologie geniet ik van de combinatie van externe toegang, stem-bediening en automatisering die heden ten dage onderdeel is van het leven van alledag. Maar wat in mijn gezin werkt, is misschien anders dan wat jij wil: onze gezinspatronen zijn anders.

Als je verder wilt gaan dan alleen de basis kan je proberen om de grenzen van HomeKit op te zoeken om een beter idee te krijgen van wat je eigenlijk wil, voordat je een grote investering doet in zowel tijd als apparatuur. Als je dan besluit dat je meer wil dan HomeKit alleen kan bieden, kan ik je van harte aanbevelen Indigo te gebruiken of een SmartHome- of SmartThings-hub te proberen. Indigo heeft de meest robuuste mogelijkheden maar vereist wel dat je een Mac hebt die altijd aan staat.

Wat betreft apparaten heb ik het meeste gehad aan het vervangen van alle muurschakelaars in mijn huis. Dit proces kostte wel enkele jaren en was duurder dan al het andere dat ik heb gedaan dus ben ik begonnen op plekken waar het het meeste verschil maakte, zoals de keuken en mijn kantoor, en ben ik daarna geleidelijk aan andere kamers begonnen.

Natuurlijk moesten er thermostaten komen maar ik raad je aan er een te kiezen die je ook lokaal kunt bedienen en die het niet alleen van internetverbinding moet hebben.


Bewegingsdetectoren van Insteon en Z-Wave zijn goedkoop en door er her en der een paar op te hangen, krijg je al een huis dat meer kan reageren op jouw aanwezigheid. Aan de andere kant: als je met de beveiliging van je huis aan de slag gaat, doe dat dan pas als je weet wat je doet. Zelfs nu nog vind ik het prettig om mijn beveiligingssysteem gescheiden te hebben en gebruik ik een professionele bewakingsdienst. Beveiliging is ingewikkeld.

Net zo raad ik je aan zeer voorzichtig te zijn met deursloten (Josh is ertegen in zijn boek) maar als je een beveiligingssysteem hebt om een oogje in het zeil te houden, kan je eventueel garagebediening overwegen. De truc hierbij is dat je back-ups moet hebben omdat je echt niet wil dat je per ongeluk de grootste deur in je huis open laat staan. Dus heb ik een Arlo-camera in de garage opgehangen zodat ik een rechtstreeks beeld heb van de deur, mocht ik ooit betwijfelen wat mijn systeem meldt. Verder heb ik zowel een veiligheids- als een bewegingssensor aan iedere deur.

Als je op dit punt in je huis bent beland, zit je waarschijnlijk al in de verslavings- en hobbyfase en heb je een keur aan mogelijkheden, van speciale Raspberry Pi-sensoren tot volledig geïntegreerde AV-bediening. Je komt er dan ook achter dat eenvoudige en elegante automatiseringen degene zijn die je waarschijnlijk het meest gebruikt. Dat zijn de automatiseringen die dermate in de achtergrond verdwijnen dat je ze vergeet tot er een stroomstoring is.

En het feit dat je huis in de achtergrond voor je aan het werk is, is natuurlijk het hele doel van automatiseringsproducten voor thuis. Je wilt geen huis waar alles verwarrend of frustrerend is maar een huis waarin allerlei kleine onderdeeltjes het leven net weer een beetje gemakkelijker maken. De meesten van ons willen onze eigen levens leiden en niet een computer die ons zegt wat we moeten doen.

Als wat ik hierboven heb beschreven wat overweldigend overkomt, bedenk dan dat ik meer dan tien jaar bezig ben geweest met mijn domotica-systeem. Je kunt beginnen met een enkele lichtschakelaar of een slim stopcontact en in tegenstelling tot toen ik begon, heb je nu het voordeel dat je Josh' Take Control of Apple Home Automation" kunt lezen voor je erin duikt.

Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel


TidBITS Volglijst: belangrijke software-updates, 12 maart 2018

  van de TidBITS-redactie: [email protected]

[vertaling: LmR]

HoudahGeo 5.2 -- Houdah Software heeft HoudahGeo 5.2 uitgegeven, dat nu Lightroom Classic CC ondersteunt (zie "Waarom Lightroom CC veel beter is dan Foto's van Apple", 15 december 2017) en nu grote groepsveranderingen beter aankan. Deze app om foto's te geotaggen heeft nu ook niet meer de fout waardoor de metadata niet door de Lightroom-catalogus gelezen konden worden, bevat een update van de XMP-tag MetadataDate als er EXIF/XMP-tags worden geschreven, schrijft tijdgegevens in de IPTC-metadata als je exporteert naar EXIF/XMP, zodat Apples Foto's het bijgewerkte tijdstempel kan zien, en zorgt ervoor dat de kaarten hun zoom-niveau behouden als je tussen locaties schakelt. ($ 39 nieuw met 25 procent korting voor TidBITS-leden, gratis update, 22,9 MB, toelichting, 10.11.5+)

Reacties - HoudahGeo 5.2

OmniFocus 2.12 -- De Omni Group heeft OmniFocus 2.12 uitgebracht, dat nu beperkt compatibel is met testversies van OmniFocus 3 die verbeterde berekeningen voor ingewikkeldere herhalende regels heeft in de nieuwe upgrade en later in 2018 wordt verwacht. De takenbeheer-app is nu slimmer met het aanmaken van het volgende te herhalen onderdeel als je een Due Again- of Defer Another-items vroegtijdig afsluit. De update bevat ook een oplossing voor een probleem waarbij het Inspector Notes-veld soms geen inhoud had en een reparatie voor het probleem waardoor de Focus pop-up achter het Perspectives-venster verscheen. Ook zorgt de update ervoor dat herhaalde acties weer in de OmniFocus-herinneringsagenda worden opgeslagen zonder herhaal-regels en voorkomt hij een aantal vastlopers. Als je al je apparaten waar OmniFocus op draait (inclusief OmniFocus 2.22 voor iOS) hebt bijgewerkt, wordt je gevraagd om over te stappen op een nieuw database-formaat. ($ 39,99 nieuw voor Standard en $ 79,99 voor Pro van de website van de Omni Group, $ 39,99 voor Standard in de Mac App Store met in-app aankoopmogelijkheid om bij te werken naar Pro, 31,9 MB, toelichting, 10.12+)

Reacties - OmniFocus 2.12

ChronoSync 4.8.5 -- Econ Technologies heeft ChronoSync 4.8.5 uitgebracht, een onderhoudsupdate van de app om te synchroniseren en back-ups te maken, met reparaties en verbeteringen onder de motorkap. De update lost een "kritieke" fout op die verscheen in versie 4.8.4 en waardoor alle harde koppelingen die werden gerecreëerd op een synchronisatie-doel refereerden aan hetzelfde object. De update heeft ook uitgebreide error logs voor Sleutelhanger API-errors om je te helpen bij het debuggen van problemen met Sleutelhangertoegang, workaround-logica om beter om te gaan met bestandsbeheerders die pakketten onjuist aggregeren, een andere manier om de buffer-grootte behandelen, een oplossing van een probleem waarbij de Bootable Backup Assistant eindeloos bleef draaien en een oplossing voor een ander probleem waardoor Amazon S3 -verbindingen niet goed werden beëindigd. ($ 49,99 nieuw bij ChronoSync met 20 procent korting voor TidBITS-leden, gratis update, 48,7 MB, toelichting, 10.10+)

Reacties - ChronoSync 4.8.5


ExtraBITS, 12 maart 2018

  van de TidBITS-redactie: [email protected]

[vertaling: GvH]

In de ExtraBITS van deze week hebben we een tip die je kan helpen wanneer je het doosje van je AirPods kwijt bent, vertellen we dat Spike Jonze een fantastische advertentie voor de HomePod heeft gemaakt en kijken we terug hoe pdf de hoeksteen van het bedrijfsleven is geworden. Verder kun je je de rest van de week door Mario laten gidsen in Google Maps, leren we waarom Google Fiber niet de hele wereld in vuur en vlam heeft gezet en legt Amazon uit waarom Alexa ons uitlacht.

AirPods-tip: Bewaar je serienummer -- Als je één van je AirPods verliest, dan vervangt Apple die graag voor 69 dollar. En als je het oplaaddoosje ervan verliest, dan vervangt Apple dat ook (opnieuw voor $ 69), maar alleen als je het serienummer kan geven. En dat is iets waar Apple blijkbaar niet erg behulpzaam bij is. Dus is het een goed idee om te zorgen dat je dat serienummer in elk geval kunt vinden; het staat misschien op het bonnetje van de Apple Store. Bij online-aankoop zul je waarschijnlijk moeten inloggen, de bestelling bekijken en dan "Druk rekening af" moeten kiezen om het serienummer te vinden. Alternatief is het nummer te vinden op de verpakking van de AirPods of binnen het deksel van het oplaaddoosje in de uitsparing voor de AirPod, of, in iOS, onder Instellingen > Algemeen > Info > AirPods. Bewaar dit serienummer op een veilige plaats, zoals in 1Password of zelfs gewoon in een aantekening in de Notities-app.

Reacties

Apple prijst HomePod aan met een fantastische korte film van Spike Jonze -- Apple heeft filmmaker en Oscar-winnaar, Spike Jonze gestrikt om een filmpje van vier minuten te maken. Het is een advertentie voor de HomePod, maar het is zo anders dan de gebruikelijke rommel die voor advertentie doorgaat, dat dit etiket nauwelijks van toepassing is. Adweek geeft nog wat extra achtergrondinformatie over het stuk, waarin de Engelse muzikant en danseres FKA twigs optreedt, en het is een hoogstandje qua choreografie, decorontwerp en digitale effecten. Je móét het zien.

Reacties

Hoe pdf één van de belangrijkste bestandsformaten ter wereld geworden is -- Het pdf-bestandsformaat, een product van Adobe, is op dit moment niet zo sexy, maar Ernie Smith van Tedium beweert dat het één van de belangrijkste bestandsformaten ter wereld geworden is omdat het een digitale versie biedt van een papieren document. Smith laat zien dat de meeste mensen de zin van pdf niet echt snapten totdat de belastingdienst van de V.S. het formaat begin jaren negentig adopteerde om daarmee te proberen de hoeveelheid postverzendingen van rond de 110 miljoen belastingformulieren per jaar te verminderen. Tegen 2001 was de Amerikaanse belastingdienst geheel overgestapt op pdf voor de belastingformulieren en bespaarde daarmee miljoenen dollars aan druk- en distributiekosten.

Reacties

Mario kan jou deze week gidsen in Google Maps -- Om MAR10-Day te vieren (op 10 maart, logisch!) hebben Google en Nintendo een "Mario-modus" toegevoegd aan de laatste versie van Google Maps voor iOS en Android. Om het uit te proberen, moet je een bestemming zoeken en tikken op de Route-knop. Maar in plaats van op de Start-knop moet je tikken op het vraagteken-blok in de hoek linksonder en dan tikken op "Let's-A-Go!" als erom gevraagd wordt. Google Maps verandert de navigatie-cursor in Mario in een go-kart. Mario-modus is alleen t/m 17 maart beschikbaar, dus probeer het snel uit!

Reacties

Waarom het Google Fiber niet gelukt is om breedband op te lossen -- In 2010 maakte Google, tot grote verrassing van de high-tech wereld, bekend dat het bedrijf in de wereld van de internetleveranciers ging stappen, met het uitrollen van gigabit-internetverbindingen via glasvezel in wat uiteindelijk negen stedelijke gebieden in de V.S. werden. Nu heeft Google dit ambitieuze project voor onbepaalde tijd opgeschort en trekt zich zelfs terug uit Boston. Je kunt je wel voorstellen waarom Google Fiber het moeilijk heeft gehad: de lokale politiek en de problemen bij het installeren van infrastructuur in de praktijk van de echte wereld. Ondanks deze problemen heeft Google Fiber wel een positieve uitwerking gehad op de internetmarkt in Amerika, doordat daarmee de discussie op gang is gekomen over de concurrentie in breedband-internet. Bovendien zijn de kosten voor breedband gedaald in de markten waar Google Fiber opereert en zijn de snelheden van de internetdiensten dramatisch verbeterd.

Reacties

Alexa lacht ons uit -- Gebruikers van apparaten waar de stemassistent van Amazon in zit, melden dat Alexa ze af en toe zo maar uitlacht, soms als ongepaste reactie op een verzoek of vraag, of zelfs zonder enige aanleiding. Amazon zegt dat het probleem wordt veroorzaakt doordat Alexa denkt de zin "Alexa, lach!" te horen. Ze gaan die zin nu veranderen in "Alexa, kun je lachen?" en het antwoord wordt gewijzigd van een gewone lachbui in het antwoord: "Natuurlijk kan ik lachen!"

Reacties


Dit is TidBITS, een gratis wekelijkse technologie-nieuwsbrief met recent nieuws, bekwame analyse en grondige besprekingen voor de Apple internet-gemeenschap. Geef hem gerust door aan je vrienden; beter nog, vraag of ze een abonnement willen nemen!
Niet-winstgevende en niet-commerciële publicaties en websites mogen artikelen overnemen of een koppeling maken indien de bron duidelijk en volledig vermeld wordt. Anderen gelieve ons te contacteren. We kunnen de precisie van de artikelen niet garanderen. Caveat lector. Publicatie-, product- en firmanamen kunnen gedeponeerde merken zijn van hun ondernemingen.
Copyright 2018 TidBITS Publishing Inc. reuse governed by this Creative Commons License.
TidBITS Publishing: 50 Hickory Road, Ithaca, NY 14850, USA 607-216-8248

Vorige aflevering | Search TidBITS | Volgende aflevering
TidBITS English | TidBITS Nederlands